Auteur

Jaar

Nummer

2055 resultaten. Pagina 5 van 172.
Foto Beeldbank NIMH ‘Eenheid van opvatting krijgt men niet op bevel’ in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd een vérgaande Europese Defensie Gemeenschap (EDG) bijna werkelijkheid en generaal-majoor J.D. Schepers schreef er over in de Militaire Spectator.
Foto Beeldbank NIMH ‘Wat men bij ons vergeet’ Reflecterend op de veranderingen in de krijgsmacht tijdens en als gevolg van de Eerste Wereldoorlog deed W.J Arriëns in de Militaire Spectator zijn beklag over de morele staat van het Nederlandse leger. Zijn oplossing was vrij simpel.
Foto Beeldbank NIMH ‘Zoolang de vijand niet meester is van de voorste fortenrij’ Eind negentiende eeuw woedde een flinke discussie in de Militaire Spectator over de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Foto Beeldbank NIMH Vijanden worden vrienden Na de Tocht naar Chatham werd de Vrede van Breda gesloten: ‘Het doel was bereikt; onder onzen dwang op Engeland was een voor ons voordelige vrede gesloten'.
Foto Beeldbank NIMH Over ‘opgewekte hartstogten’ en ‘gruwzame beleedigingen’ Een Militaire Spectator van 1864 stipt het belang van narratieven in militaire operaties aan in een uitvoerige ‘Schets van den oorlog in de Republiek der Vereenigde Staten van Noord-Amerika’.
Foto ‘Machteloosheid van de macht, macht van de machteloosheid’ Professor A. van Staden schreef in 1987 in de Militaire Spectator dat de Russen in Afghanistan een belangrijke les over het hoofd hadden gezien, een les die eerder al werd genegeerd door de Amerikanen in Vietnam.
Foto Beeldbank NIMH ‘Rechtstreeksche steun door artillerie’ ‘De uitdrukking 'rechtsreeksche steun' is niet zeer gelukkig gekozen, al zal het moeilijk vallen er een betere voor in de plaats te geven zonder tot een al te langdradige omschrijving te geraken’, schreef R.N. de Ruyter van Steveninck in 1940 in de Militaire Spectator.
Foto Beeldbank NIMH ‘Anti-Duits gestook uit onzuivere bron’ In de ‘Spectatoriale Beschouwingen’ van juni 1939 sprak de redactie van de Militaire Spectator van een ‘spannend tijdsgewricht’.