Een Europees leger lijkt momenteel ver weg, maar in de jaren vijftig van de vorige eeuw was er wel degelijk sprake van een vérgaande Europese Defensie Gemeenschap (EDG) die bijna werkelijkheid werd. Vóór de uiteindelijk mislukte ratificatie in het Franse parlement schreef generaal-majoor J.D. Schepers in de Militaire Spectator een toelichting op de EDG. Hij zette uiteen wat het door de regeringen van de zes lidstaten ondertekende EDG-verdrag praktisch zou betekenen.[1] Schepers besprak ‘uitsluitend die aangelegenheden (…), waarmede de Nederlandse militair direct te maken had.’

Wat betreft centrale integratie van de zes nationaliteiten in kleine eenheden stuitte hij op praktische bezwaren: ‘Elk verstandig man zal inzien, dat een dergelijke groep in de praktijk niet te commanderen zal zijn’. De EDG loste dat op door divisies te laten samenstellen op nationaal niveau. Die nationale divisies zouden dan samen multinationale legerkorpsen kunnen vormen. ‘(…) naarmate de onderdelen groter worden, verminderen de bezwaren.’ In die tijd recente voorbeelden lieten zien dat er veel mogelijk was, want in ‘de tweede wereldoorlog was de samenwerking van de geallieerde legers, legerkorpsen, e.d. tot in de perfectie opgevoerd’, stelde Schepers enigszins optimistisch.

Een ander belangrijk issue ‘om een werkelijke eenheid tot stand te brengen’ was de mentaliteit van de troepen: ‘de contingenten (…) zullen doordrongen moeten worden van de Europese geest, van het gevoel samen te moeten werken, in het uiterste geval samen te moeten vechten, voor het beoogde doel, de vrijheid van West-Europa. Een dergelijke eenheid van opvatting krijgt men niet op bevel.’ Europese samenwerking en integratie tussen militaire eenheden zijn praktisch goed uitvoerbaar, maar voor een eventueel toekomstig Europees leger is het gevoel van (politieke) eenheid waarschijnlijk nog steeds het belangrijkste struikelblok.


[1] Mr. J.D. Schepers, ‘Enkele aspecten van de Europese Defensie Gemeenschap (E.D.G.)’, Militaire Spectator 121 (1952) (11) 644-649.

Over de auteur(s)