In 2011 deed de Nederlandse regering de laatste tanks van de hand. Volgens de nieuwe Defensienota komen ze nu weer terug in de Nederlandse krijgsmacht: ‘Voor de zware infanteriebrigade schaft Nederland tanks aan om een volwaardig tankbataljon op te richten dat de gevechtskracht levert die de NAVO van Nederland vraagt. Door deze investering gaat Nederland voor het eerst sinds 2011 weer operationele gevechtstanks bezitten en zo een bijdrage leveren aan het invullen van een belangrijke tekortkoming binnen de NAVO (NATO Priority Target).’[1]

De oplettende lezer van de Militaire Spectator weet natuurlijk al lang dat de tank een belangrijke, zo niet onmisbare schakel is voor het leveren van gevechtskracht. In ‘Geen einde van zware wapens!’ betoogde P.J.T.M. Hagenaars dat ‘de rol van de tank in de afgelopen jaren niet wezenlijk is veranderd en dat deze, samen met andere zware gepantserde middelen, nog steeds een essentieel deel vormt van het huidige en toekomstige manoeuvreoptreden.’ Hagenaars noemt drie vermogens die manoeuvre in het landoptreden vormen: mobiliteit, vuurkracht en bescherming, en de tank heeft deze alle drie. Optreden met verbonden wapens wordt daarom ‘gedragen door tanks’, aldus Hagenaars.

Met hun mobiliteit, vuurkracht en bescherming ‘dragen’ tanks manoeuvre met verbonden wapens. Foto MCD, Evert-Jan Daniels

Vergeet ook niet het psychologische effect van wat sommige ervaringsdeskundigen ‘Gods eigen voertuig’[2] noemen. Hagenaars schrijft: ‘Tanks dwingen respect af bij een tegenstander. Op het gevechtsveld zorgt de tank vaak voor een psychologisch schokeffect. Iraakse strijders sloegen herhaaldelijk op de vlucht wanneer tanks ter plaatse kwamen. Bij de eigen troepen verhogen tanks het moreel.’

Een aantal jaar eerder (in 2007) benoemde ook D.M. Brongers dit effect, want ‘bij activiteiten in het lagere geweldsspectrum kan de tank vanwege zijn psychologische effect worden ingezet ter voorkoming van het escaleren van geweld en het deëscaleren van geweld door zijn escalatiedominantie.’ Destijds stond de tank al ter discussie, en Brongers brak een lans voor ‘Het traditionele boegbeeld van de landstrijdkrachten, zoals het fregat dat is voor de marine, of de straaljager voor de luchtmacht.’

Scepsis over het nut van de tank is er overigens altijd wel geweest. In 1918 stelde eerste luitenant der infanterie B. van Slobbe in ‘De strijd in het polderland’: ‘Voor tanks behoeft de verdediger niet bevreesd te zijn. Zou een aanvaller deze machines op de accessen bezigen, dan nog zou geconcentreerd artillerievuur er spoedig mede afrekenen.’ Misschien had de verdediger in het polderland te weinig middelen, maar ruim dertig jaar later zou de Wehrmacht door effectief gebruik van verbonden wapens Slobbes ongelijk bewijzen.

Amerikaanse tanks tonen tijdens een NAVO-oefening hun vuurkracht en escalatiedominantie. Met de aanschaf van nieuwe tanks draagt Nederland bij aan het invullen van een ‘NATO Priority Target’. Foto NAVO

Al met al toonde ‘Gods eigen voertuig’ in diverse conflicten zijn effectiviteit, zoals Hagenaars in een kort overzicht liet zien. Toch besloot de Nederlandse regering in 2011 het laatste restje tanks af te schaffen. De nasleep van de financiële crisis van 2008 dwong tot bezuinigen. Achteraf is het makkelijk praten, maar in dit geval is gebleken dat het wegbezuinigen van de tanks geen enkel nut heeft gediend. Sterker, het werkte averechts en er is geen cent bespaard. De Algemene Rekenkamer onderzocht een paar jaar geleden de doelmatigheid van de bezuinigingen van 2011. Op dat moment waren er plannen om toch weer 52 nieuwe tanks te kopen. Met de voorgenomen nieuwe aanschaf in het achterhoofd concludeerde de Rekenkamer: ‘Tanks behouden was 7 tot 8 keer goedkoper geweest dan afstoten en nieuwe kopen.’ Politiek kortetermijndenken leidt soms helaas tot missers, maar voor het repareren van de Nederlandse gevechtskracht lijkt de Defensienota 2024 raak te schieten.

 

[1] Ministerie van Defensie, Defensienota 2024. Sterk, Slim en Samen. Zie: https://www.defensie.nl/onderwerpen/defensienota/downloads/beleidsnota-s/2024/09/05/defensienota-2024.

[2] Niels Roelen, ‘Prinsjesdag’, Atlantisch Perspectief 39 (2015) (5). Zie: https://www.atlcom.nl/artikel-atlantisch-perspectief/prinsjesdag/.

Over de auteur(s)