In februari is het een jaar geleden dat Rusland het soevereine Oekraïne binnen viel. Het is inmiddels in het Westen geen dagelijks nieuws meer. Maken we ons dan geen zorgen meer om een oorlog zo dicht aan de grens van Europa? We lijken eraan te wennen en ons meer met de gevolgen bezig te houden, zoals de schaarste van fossiele brand- en grondstoffen en vooral hoe ons dat in de portemonnee raakt.
De beelden van het dagelijkse leven in Oekraïne die via diverse media voorbijkomen schetsen een bevolking met een toenemend gebrek aan basisvoorzieningen en een nodeloze, nog altijd toenemende, hoeveelheid slachtoffers. Allemaal burgers die weer terug zijn geworpen naar overleven: een dak boven je hoofd, voedsel, water, basale veiligheid: dingen die ineens niet meer vanzelfsprekend zijn door een stelselmatige aanpak van de Russische agressor. Toch lijkt het moreel van de individuele burger en weerbaarheid tegen de situatie waar zij in zitten nog altijd hoog.
Moeten we ons dan geen zorgen maken? Een zwakke krijgsmacht helpt dan natuurlijk niet. Eind vorig jaar publiceerde NRC een reconstructie van dertig jaar bezuinigen op Defensie.[1] Ook – of misschien vooral – als militair toch weer heel confronterend om te lezen hoe Defensie de laatste decennia tegen beter weten in is afgebroken. En hoewel Defensie er met extra financiële middelen uit de Defensienota 2022 alles aan doet om een deel van de opgelopen materiële schade zo snel mogelijk in te halen, zal het nog jaren duren voordat Defensie echt weer op orde is. Spullen kopen lijkt (te) lang te duren, maar duurt minder lang dan mensen, getraindheid en geoefendheid weer op orde te krijgen voor het optreden in het hoogste deel van het geweldsspectrum. Dat is dus wel degelijk een reden tot zorg, maar is het de enige zorg voor het leiderschap en de veiligheid van Nederland?
Hoe weerbaar zouden wij Nederlanders zijn onder vergelijkbare omstandigheden? Het gaat dan niet alleen over meer maatschappelijke betrokkenheid bij Defensie, waar de Commandant der Strijdkrachten in een recent interview op doelde.[2] Nederlanders maken zich vooral druk om problemen zoals coronabeperkingen, gestegen gasprijzen et cetera, en wijzen dan maar al te graag naar de overheid om de kosten te compenseren. Het is zeer twijfelachtig of dat een instelling is die een Nederlandse samenleving nodig heeft als het er echt op aan zou komen. Helaas voor de gewone burgers en bestuurders: oorlog is niet alleen iets van militairen. Het raakt ons allemaal, en dan is een welvaartsmentaliteit, naast een verzwakte krijgsmacht, een extra reden tot zorg. Misschien hebben de lezers ideeën hoe hiermee om te gaan?