In de loop van januari en februari 2023 ondernamen Russische grondtroepen een reeks onsuccesvolle aanvallen op de Oekraïense stad Voehledar. Met name de 155ste Marine Infanterie Brigade leed daarbij zware verliezen en liet tientallen zwartgeblakerde wrakstukken en naar verluidt honderden gesneuvelden op het slagveld achter.[1] Deze kostbare aanvallen waren niet alleen een indicatie van het slechte trainingsniveau van het nieuw gemobiliseerde Russisch militair personeel, maar toonden ook de gebrekkige Russische tactieken aan die werden gehanteerd. Deze mislukkingen leidden dan ook tot zware kritiek op een aantal Russische commandanten, voornamelijk omdat ze herhaaldelijk dezelfde fouten leken te maken.[2]

Slechts een aantal weken later, op 26 februari, meldde een Oekraïense reserveofficier, die aan het front bij Voehledar diende, op Twitter dat hij een Russisch militair handboek in handen had gekregen. Hierin werden de organisatie en tactieken van een nieuw soort Russische formatie beschreven die ‘aanvalsdetachementen’ werden genoemd.[3] Vermoedelijk hebben de bloedige aanvallen op Voehledar, evenals andere kostbare mislukkingen, ertoe bijgedragen dat de Russische grondtroepen hun aanvalstactieken en bijbehorende organisatiestructuren hebben herzien. Deze speciale aanvalsformaties, ook wel ‘stormdetachementen’ genoemd, zijn specifiek georganiseerd, getraind en uitgerust om aanvalsoperaties in stedelijk terrein en versterkte opstellingen in bebost gebied uit te voeren. Hoewel deze nieuwe eenheden zich niet allemaal even competent hebben getoond en de kwaliteit per eenheid verschilt, zijn ze over het algemeen een grote verbetering gebleken.[4]

Sovjetsoldaten in het centrum van Stalingrad. In deze stad leerde het Rode Leger belangrijke lessen voor stedelijke oorlogvoering. Foto RIA Novosti

Gevechten in stedelijke oorlogvoering en versterkte opstellingen leiden vanwege het beperkte omgevingsbewustzijn vaak tot verspreide en geïsoleerde kleinschalige gevechten op de lagere tactische niveaus. Dit beperkt de commandovoering van hogere commandanten, wat het voor ondercommandanten en sub-eenheden noodzakelijk maakt om zelfstandig te kunnen opereren. Daarnaast leidt het ook tot een versplintering van gevechtskracht, waardoor de gevechtskrachtverhoudingen nog verder in het voordeel van de verdediger veranderen. Hierdoor kan een beperkt aantal verdedigers een numeriek sterkere tegenstander binden. Daarnaast zorgt de mogelijkheid gebouwen om te kunnen vormen tot fortificaties er voor, in combinatie met het ontbreken van ruime waarnemings- en schootsvelden, dat vuurkracht op veel kortere afstanden moet worden gegenereerd.

Russische aanvalsdetachementen zijn in principe ontworpen om flexibeler en onafhankelijk binnen deze complexe omgeving te kunnen opereren. Deze overgang naar gespecialiseerde aanvalseenheden is echter niet nieuw, maar een heropleving van een veel ouder concept. Stormdetachementen zijn aanvankelijk ontwikkeld tijdens de Slag om Stalingrad en verbeterd in de Slag om Berlijn. Vele decennia later, tijdens de Eerste en Tweede Slag om de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny, werd het concept opnieuw toegepast, zij het in een iets andere vorm. Dit artikel beoogt de historische ontwikkeling van Russische stormdetachementen te beschrijven. Vanaf hun initiële ontwikkeling tijdens de gevechten om Stalingrad en Berlijn, tijdens gevechten om Grozny in de jaren negentig, tot aan de huidige gevechten in Donbas. Het doel is antwoord te geven op de vraag welke omstandigheden aanleiding hebben gegeven tot de ontwikkeling van deze gespecialiseerde aanvalsformaties en hoe hun organisatie, uitrusting en tactieken zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld.

Stormgroepen in de Tweede Wereldoorlog

Voorafgaand aan de Duitse invasie van de Sovjet-Unie, op 22 juni 1941, had het Rode Leger weinig tot geen aandacht besteed aan de specifieke kenmerken en vereisten van stedelijke oorlogvoering. Met uitzondering van een korte beschrijving voor het formeren van stormgroepen boden de beschikbare handboeken in dergelijke situaties weinig richtlijnen voor Sovjetcommandanten. Hoewel het Rode Leger in de loop van 1941-42 weliswaar verschillende steden verdedigde, vonden de gevechten in die gevallen voornamelijk buiten de bebouwde kom plaats. Stalingrad daarentegen zou de eerste keer zijn dat er op grote schaal in de stad zelf gevochten zou worden.[5] Tussen 10 september en 17 november 1942 voerde het Duitse 6e Leger onder generaal Paulus vier opeenvolgende aanvallen uit op Stalingrad. Terwijl de Duitse troepen aanvankelijk snel oprukten, vertraagde hun opmars aanzienlijk toen ze eenmaal de binnenstad binnendrongen. Daar raakten ze al snel verstrikt in kostbare huis-aan-huisgevechten.[6]

Aan Sovjetzijde nam op 12 september 1942 generaal Vasili Tsjoejkov het bevel over het 62ste Leger op zich, dat voor de verdediging van het stadscentrum verantwoordelijk was. Na de oorlog, in 1959, terwijl hij de opperbevelhebber van de grondtroepen van de Sovjet-Unie was, publiceerde Tsjoejkov een verslag uit de eerste hand over het verloop van de strijd. Daarin beschrijft hij onder meer hoe hij het concept van stormgroepen opnieuw leven heeft ingeblazen, waarvan het gebruik al in vooroorlogse handboeken van het Rode Leger beschreven stond.[7] Volgens Tsjoejkov vormden de stormgroepen en gebouwen die als versterkte bolwerken ter verdediging werden ingericht de belangrijkste elementen in de uiteindelijke succesvolle verdediging van de stad. De gevechten vonden meestal plaats binnen deze gebouwen, in plaats van op straat. De Sovjets noemden dit een actieve verdediging, waarin versterkte bolwerken werden gebruikt om Duitse aanvallen op te breken en af te slaan, terwijl de Duitsers zelf onder voortdurende druk werden gehouden door constant tegenaanvallen uit te voeren.[8]

Vasili Tsjoejkov, links, tijdens een bezoek aan de Seelower Höhen in 1974, blies het concept van stormgroepen nieuw leven in tijdens de Slag om Stalingrad. Foto Museum-Digital Brandenburg/Gedenkstätte Seelower Höhen

Een bolwerk bestond meestal uit één of meerdere gebouwen die werden versterkt en voor een rondom-verdediging werden ingericht. Afhankelijk van de omvang werden deze verdedigd door een eenheid ter grootte van een sectie tot een heel bataljon. Belangrijker nog, van deze bolwerken werd verwacht dat ze meerdere dagen achtereen zelfstandig konden opereren, als onderdeel van een verdedigingsnetwerk bestaande uit meerdere bolwerken met overlappende schootsvelden.[9] Om die reden hadden deze eenheden veelal hun eigen zware ondersteunende wapens en specialisten, zoals zware machinegeweren, antitankwapens, lichte of middelzware artilleriestukken en zelfs tanks of gemechaniseerd geschut. Maar ook sluipschutters, genieofficieren en medisch personeel voor de behandeling van gewonden, samen met de nodige voorraden.[10] De Duitsers opereerden echter ook vanuit dergelijke bolwerken, wat binnen het 62ste Leger, als reactie daarop, tot de ontwikkeling van stormgroepen leidde.

Tsjoejkov noemt twee redenen voor de noodzaak om stormgroepen te ontwikkelen. Ten eerste had de infanterie zelf niet voldoende vuurkracht om vijandelijke hindernissen te doorbreken en vijandelijke verdedigingswerken in te nemen. Indirect vuur door artillerie en mortieren had daarnaast weinig tot geen effect op dergelijke versterkte bolwerken. Ten tweede bleken de omvangrijke infanterieformaties te log om in een dergelijke complexe omgeving effectief te kunnen opereren. Stormgroepen werden daarom initieel opgebouwd rondom bestaande infanteriepelotons, hoewel de uiteindelijke omvang aanzienlijk kon variëren, gebaseerd op de aard van de opdracht en de vijandsterkte op het doel. Om het gebrek aan vuurkracht te compenseren, werden ter ondersteuning individuele artilleriestukken of zelfs tanks toegevoegd, die hun vuurkracht gebruikten om vijandelijke vuurposities van dichtbij met direct vuur te vernietigen. Specialisten, zoals genieofficieren en chemische troepen, waarmee in het Russisch veelal vlammenwerpers worden aangegeven, werden daarbij gebruikt om muren te doorbreken en bolwerken van vijandelijke soldaten te zuiveren.[11]

Stormgroepen waren onderverdeeld in drie verschillende subgroepen: aanvalsgroepen, versterkingsgroepen en reservegroepen. De aanvalsgroepen, acht tot tien man sterk, hadden als taak het vijandelijke bolwerk binnen te dringen en zelfstandig van vijandelijke troepen te zuiveren. Voor dit doel waren ze voornamelijk bewapend met machinepistolen en handgranaten. Onmiddellijk nadat de eerste aanvalsgroepen het bolwerk waren binnengedrongen zouden de versterkingsgroepen volgen, vuurposities innemen en een verdediging opzetten, om te voorkomen dat vijandelijke versterkingen de bezetting van het bolwerk te hulp zouden komen. Daarom waren ze bewapend met zwaardere wapens, zoals machinegeweren, en werden ze geleid door de stormgroep-commandant. De reservegroepen hadden ten slotte de taak om aanvankelijke verliezen aan te vullen en, wanneer nodig, extra aanvalsgroepen te vormen.[12]

Het door Oekraïne buitgemaakte Russisch militair handboek. Foto Censor.net

De grootte en samenstelling van een stormgroep werd bepaald door het aanvalsdoel en de beschikbare middelen. Aanvallen op vijandelijke bolwerken werden altijd grondig gepland, voorbereid en van tevoren uitgebreid verkend.[13] De aanval zelf werd uitgevoerd met of zonder artillerievoorbereiding, afhankelijk van de locaties van de vijandelijke vuurposities in het bolwerk. Echter, in de meeste gevallen werden individuele artilleriestukken ingezet als directe vuursteun ter ondersteuning van de aanval.[14] Aansluitend aan het beëindigen van de artilleriebeschieting vond de inbraak van de aanvalsgroepen plaats. Als er geen inleidende beschieting plaatsvond werd de nadering zo heimelijk mogelijk uitgevoerd. Het doel in beide gevallen was om een maximale verrassing te bereiken, wat als een van de belangrijkste vereisten voor succes werd beschouwd.[15] Het is dan ook niet verrassend dat dit een aanzienlijke hoeveelheid moed en individueel initiatief op elk niveau vereiste. Vooral dit laatste was volgens Tsjoejkov geen gemakkelijke taak om soldaten van het Rode Leger te leren.[16]

Om later in de oorlog, tijdens hun opmars richting het westen, de kostbare en tijdrovende stadsgevechten te vermijden, maakten de Sovjets onderscheid tussen twee verschillende manieren om steden in te nemen. De eerste optie was om een vooruitgeschoven detachement, of voorhoede, een vijandelijke stad vanuit de opmars in te laten nemen. Het doel daarbij was om het stadscentrum en de cruciale infrastructuur in handen te krijgen, voordat de verdedigers de kans kregen de stad grondig ter verdediging in te richten.[17] Als dit niet mogelijk was werden steden in eerste instantie gepasseerd en vervolgens door achteropkomende echelons omsingeld. Dit werd gevolgd door een meer methodische aanpak, door via verschillende assen met stormdetachementen van meerdere stormgroepen de stad binnen te dringen en vijandelijke bolwerken systematisch te isoleren en vernietigen.

Tegen het einde van de oorlog bestonden stormdetachementen uit drie tot zes stormgroepen, variërend in grootte van een peloton tot een compagnie, aangevuld met genie en een reserve. Iedere stormgroep was daarbij weer onderverdeeld in aanvals-, versterking- en reservegroepen, zoals hierboven omschreven. Voor directe vuursteun beschikte een detachement over eigen tanks en (gemechaniseerde) artillerie, die in een aparte vuursteungroep werden ondergebracht. Een enkel stormdetachement had daarbij meestal de taak om meerdere achtereenvolgende bolwerken te veroveren.[18] Tsjoejkov, wiens 62ste Leger ondertussen was omgedoopt tot het 8ste Garde Leger, werd na de overwinning bij Stalingrad als een autoriteit beschouwd op het gebied van stedelijke oorlogvoering. In de aanloop naar de Slag om Berlijn produceerde hij dan ook een pamflet over het gebruik van stormgroepen en stormdetachementen, die daarna opnieuw met groot succes werden ingezet.[19]

Herontdekken in de Tsjetsjeense Oorlogen

Tijdens de Koude Oorlog bleven de Sovjets aanvankelijk hun concepten voor gevechten in steden verder verfijnen en erkenden ze dat in het Europese oorlogstheater, als onderdeel van een grootschalig conflict tegen de NAVO, gevechten in steden onvermijdelijk zouden zijn. Als onderdeel van een operationele doorbraak in de diepte bleef hun aanpak echter gecentreerd rondom de twee beproefde methoden. Door enerzijds een stad vanuit de opmars, door een vooruitgeschoven detachement, te veroveren of, als dit niet mogelijk was, de stad te omzeilen en achterop volgende echelons een meer doelbewuste benadering te laten uitvoeren door middel van omsingeling en een systematische vernietiging van de vijandelijke verdediging.

Na WOII werd het Rode Leger bij diverse operaties voor stadsgevechten ingezet, zoals hier in Boedapest (1956), maar deze werden als een coup de main uitgevoerd. Foto Wikipedia

Tijdens deze laatste optie zouden ze taakgeorganiseerde stormdetachementen en stormgroepen inzetten met dezelfde drieledige indeling als hiervoor beschreven. Ze onderkenden ook dat vanwege de beperkte bevelvoering van grotere formaties in een stedelijke omgeving stormgroepen min of meer onafhankelijk moesten opereren. Artillerie werd daarom ook op een meer gedecentraliseerde manier ingezet, waarbij ongeveer de helft van de middelen in de vuursteungroep van een aanvalsdetachement aan stormgroepen werd toebedeeld om als directe vuursteun te worden ingezet. De resterende artillerie van het stormdetachement werd ingezet voor indirecte vuursteun, om zowel de opmars te ondersteunen als vijandelijke tegenaanvallen en toestroom van versterkingen te verijdelen.[20]

Vanaf de val van Berlijn tot aan de Eerste Slag om Grozny, vijftig jaar later, werd het Rode Leger weliswaar bij diverse operaties voor stadsgevechten ingezet, zoals Boedapest (1956), Praag (1968), Kaboel (1979) en Bakoe (1990), maar deze werden zonder uitzondering als een coup de main uitgevoerd. Dit betekent dat in alle gevallen, vóór de aankomst van de belangrijkste grondtroepen van de Sovjet-Unie, specifieke militaire elementen al van tevoren aanwezig waren en er al een uitgebreide verkenning was uitgevoerd. Daarbij werden belangrijke locaties, die snel moesten worden ingenomen, vooraf geïdentificeerd en werden Spetsnaz-elementen, parachutisten en vooruitgeschoven detachementen ingezet om snel de controle over de communicatie en de belangrijkste infrastructuur van een stad in handen te krijgen. Vooral in Afghanistan bleek deze methode zeer succesvol, waardoor de Sovjets in korte tijd een nieuwe regering konden installeren.[21]

Geïnspireerd door de succesvolle coup de main tegen Kaboel besloten de Russische planners tegen Grozny voor een vergelijkbare aanpak te kiezen.[22] Tijdgebrek, als gevolg van politieke druk, verhinderde echter een uitgebreide verkenning, dus een goed voorbereide en doelbewuste aanval werd bij voorbaat uitgesloten.[23] Het operatieplan waartoe uiteindelijk werd besloten resulteerde in drie gepantserde colonnes die vanuit verschillende richtingen naar de hoofdstad optrokken. Deze liepen echter vertragingen op, waardoor Grozny uiteindelijk niet volledig werd omsingeld voordat de Russische troepen de stad binnentrokken. Daarnaast waren de Russen zich door een gebrek aan inlichtingen niet bewust van de omvang van de grondig voorbereide Tsjetsjeense verdediging.[24] Ondertussen waren oefeningen in stadsgevechten vrijwel geheel uit de Russische trainingshandboeken verdwenen, waardoor de meeste Russische soldaten nagenoeg ongetraind Grozny binnenreden.[25]

Op 31 december 1994 trok een viertal Russische colonnes de stad binnen, in de verwachting weinig Tsjetsjeense tegenstand te ondervinden. Het doel was de belangrijkste infrastructuur en de regeringszetel zo snel mogelijk in handen te krijgen. Ze vertrouwden erop dat een demonstratie van militaire macht voldoende zou zijn om de Tsjetsjenen ervan te weerhouden zich in de strijd te mengen.[26] Maar na aanvankelijke vooruitgang liepen diverse colonnes in goed voorbereide Tsjetsjeense hinderlagen, waardoor de hele operatie op een fiasco uitdraaide. Met een gebrek aan uitgestegen infanterie en niet in staat om elkaar te ondersteunen, werd het ene na het andere Russische pantservoertuig door de mobiele en lichtbewapende Tsjetsjeense strijders uitgeschakeld. Minstens een van de colonnes, de 131ste Maikop brigade, werd daarbij volledig vernietigd, terwijl ook de andere enorme verliezen leden en de Russen gedwongen werden hun aanvalsplan te heroverwegen.[27]

Na het debacle op oudejaarsavond vond er een snelle verandering van leiderschap plaats, waarbij enkele van de hoogste betrokken generaals werden vervangen. Degenen die het roer overnamen, hielden meer rekening met de lessen uit het verleden. In het bijzonder generaal Lev Rokhlin, die niet ontkende dat hij zijn tactieken aanpaste op basis van de lessen uit WOII, in het bijzonder de Slag om Berlijn. Beter getrainde versterkingen hielpen de Russen uiteindelijk om dichter bij de numerieke en kwalitatieve superioriteit te komen die nodig werd geacht tijdens een offensief in een stedelijke omgeving.[28] De Russen gingen vervolgens over op een meer doelbewuste aanpak, waarbij ze vanaf de rand van de stad, over meerdere aanvalsassen, systematisch verder de stad in trokken.[29] Daarbij leerden ze opnieuw hoe belangrijk het was om een gebouw na inname onmiddellijk ter verdediging in te richten, om te voorkomen dat de Tsjetsjenen het snel konden heroveren.

Om die reden gingen de Russen wederom over tot het formeren van gespecialiseerde stormgroepen en stormdetachementen, die ze in eerste instantie samenstelden door personeel van diverse andere formaties bij elkaar te voegen. Veel van deze eenheden waren noodzakelijkerwijs echter voorafgaand aan de invasie al uit verschillende eenheden samengesteld, waardoor ook het laatste restje cohesie dat deze eenheden nog hadden verdween.[30] Daarnaast bleken de bataljons- en compagniescommandanten niet voldoende getraind om het grote aantal ondersteunende middelen dat aan hen werd toegewezen effectief te kunnen aansturen.[31] Bevelvoering werd verder bemoeilijkt door het feit dat, net als bij hun voorgangers in de Tweede Wereldoorlog, zoals Tsjoejkov al benadrukte, de benodigde mate van initiatief en onafhankelijk handelen door lagere commandanten en soldaten binnen de Russische militaire cultuur niet gebruikelijk was.[32]

Russische militairen op de Leninstraat in Grozny, een van de hoofdwegen van de stad. In 1999 hanteerden de Russische troepen in Grozny een meer doelbewuste aanpak dan in 1994/95. Foto ANP, EPA, Stringer

Toch betekenden deze veranderingen een aanzienlijke verbetering voor het optreden van de Russische troepen.[33] Tanks en artillerie werden wederom in vuursteungroepen gegroepeerd om tijdens aanvallen op vijandelijke bolwerken direct dekkingsvuur te geven. Rook werd gebruikt om de nadering te maskeren, genisten toegevoegd om inbraken te creëren en kleine lichtbewapende tactische formaties, uitgerust met handgranaten en zogenaamde ‘vlammenwerpers’[34] ingezet om gebouwen van vijandelijke troepen te zuiveren. Als een gebouw eenmaal door een aanvalsgroep was ingenomen werd het onmiddellijk door de consolidatiegroep ter verdediging ingericht, waarbij allerlei soorten mitrailleurs, granaatwerpers en mijnen werden gebruikt.[35] De reserve stond ondertussen gereed om beide te ondersteunen.

Hoewel de Russen verscheidene lessen konden trekken uit de opgedane ervaring in Grozny, leidde dit vervolgens niet tot extra oefeningen in stadsgevechten voor reguliere eenheden. Wat wel toenam was training in het gebruik van artillerie voor bataljons- en compagniescommandanten. Het gebruik van artillerie voor het vernietigen van vijandelijke posities werd gezien als een werkbaar alternatief voor de veelal kostbare infanterieaanvallen, ondanks het feit dat dit tot enorme nevenschade en verlies van mensenlevens leidde.[36] Dus toen de Russische troepen in 1999 naar Grozny terugkeerden, kozen ze voor een meer doelbewuste aanpak. In tegenstelling tot 1994 werd deze keer de stad eerst omsingeld, waardoor de Tsjetsjeense troepen effectief van de buitenwereld werden afgesloten. Daarbij werden belangrijke gebouwen aan de rand van de stad ingenomen om de toegangswegen te bestrijken. Dit werd gevolgd door een periode van aanhoudende artilleriebeschietingen en luchtaanvallen op veronderstelde Tsjetsjeense posities. Ondertussen werden uitgebreide verkenningen uitgevoerd als voorbereiding op de komende grondaanval, zoals gebruikelijk was tijdens de Tweede Wereldoorlog.[37]

Toen de grondaanval eind januari eindelijk van start ging, werd de stad in verschillende sectoren verdeeld en aan verschillende eenheden toegewezen. Stormgroepen kregen daarbij complete artillerie- of mortierbatterijen toegewezen voor directe artillerieondersteuning. Het artillerievuur werd daardoor veel meer gedecentraliseerd, waarbij bataljons- en compagniescommandanten elk de leiding hadden over het artillerievuur binnen hun eigen vastgestelde operatiegebied. Dit verkortte de tijd tussen de waarneming en vernietiging van het doel aanzienlijk, waardoor de Russische artillerie veel effectiever kon opereren. Een ander verschil met 1994-1995 was dat stormgroepen nu werden samengesteld op basis van bestaande eenheden, in plaats van uit meerdere bij elkaar geraapte formaties, en dat er meer verantwoordelijkheid aan lagere officieren werd toegewezen.[38]

Er werd daarnaast veel meer gebruik gemaakt van getrainde sluipschutters, die tevens in staat waren op te treden als artilleriespotters. In plaats van de aanval leiden, zoals in 1994 het geval was, werden tanks nu achter de oprukkende infanterie gepositioneerd en alleen indien nodig naar voren gehaald om directe vuursteun te leveren. Binnen de stormgroepen zelf werd vuursteun op het laagste tactische niveau in zogenaamde ‘trojka’s’ georganiseerd, bestaande uit een sluipschutter, een granaatwerper en een machinegeweerschutter. Niet minder relevant is dat Russische troepen nu ook voldoende tijd voor rust en herstel kregen tussen de opdrachten door.[39] Als gevolg van deze verbeteringen, hoewel niet perfect, verliep de aanval van 1999-2000 veel succesvoller dan die van 1994-1995. Ondertussen was Grozny echter wel grotendeels in de as gelegd.

Vreemd genoeg leidden deze ervaringen na afloop van de Tweede Tsjetsjeense Oorlog wederom niet tot belangrijke aanpassingen in de Russische doctrine en trainingshandboeken voor stedelijke oorlogvoering. Met uitzondering van enkele van de meer elite formaties, zoals Spetsnaz en luchtlandingseenheden (VDV), of gespecialiseerde anti-terreuronderdelen (FSB), kreeg het merendeel van de Russische soldaten nog altijd weinig tot geen specifieke training in stadsgevechten.[40] Met als gevolg dat de Russische troepen op 24 februari 2022 net zo onvoorbereid als hun voorgangers in Tsjetsjenië Oekraïne binnenvielen.

Russisch-Oekraïense Oorlog: keer op keer dezelfde les leren

De oorlog in Oekraïne heeft tot nu toe talloze parallellen met de Tsjetsjeense Oorlogen laten zien. Van de langgerekte colonnes met uitgebrande Russische pantservoertuigen die de wegen leidend naar de hoofdstad Kyiv bezaaiden, tot steden als Bachmoet en Marioepol die door massale inzet van artillerie met de grond gelijk zijn gemaakt. Zoals deze stadsgevechten ook hebben laten zien, blijft het veroveren van vijandelijke bolwerken of het innemen van belangrijke infrastructuur een belangrijk onderdeel van gevechten in grote steden die de inzet van verbonden wapens op alle niveaus vereisen. Het betekent ook dat formaties in staat moeten zijn bolwerken te verdedigen zodra deze zijn ingenomen.[41] Zoals het in Voehledar buitgemaakte handboek laat zien hebben de Russen zich, na vele mislukkingen, wederom tot hun inmiddels beproefde recept van gespecialiseerde aanvalsdetachementen gewend, die door hun organisatie, training en uitrusting geoptimaliseerd zijn voor opereren in een dergelijke omgeving.

De basiskenmerken zijn hetzelfde gebleven als in Stalingrad en Grozny, waarbij zwaardere ondersteunende wapens van hogere echelons, evenals meer vrijheid van handelen, naar lagere tactische niveaus worden gedelegeerd. In vergelijking met reguliere compagnieën en bataljons hebben stormgroepen en stormdetachementen echter een iets meer vereenvoudigde structuur en kleinere sub-eenheden, waardoor ze tijdens de complexe en vaak gefragmenteerde stadsgevechten beter zijn aan te sturen. Mogelijk is deze versimpelde structuur en kleinere omvang ook bedoeld om aansturing van het toenemende aantal ondersteunende middelen te vergemakkelijken. Storm- of aanvalsdetachementen bestaan nu uit twee of drie aanvalscompagnieën, een vuursteungroep, inclusief een artillerie- en een mortierbatterij, een verkenningsgroep, een reservegroep, een aparte tankgroep, specifieke luchtverdediging, bergingsuitrusting, mobiele elektronische oorlogvoeringsystemen, drones, gespecialiseerde gewonden afvoer en, niet te vergeten, vlammenwerpers en genisten.[42]

De aanvalscompagnieën zelf bestaan uit slechts twee pelotons in plaats van de gebruikelijke drie, elk met 12-15 man personeel. Daarnaast beschikken ze over een eigen vuursteunpeloton, gepantserde gevechtsvoertuigen, artilleriesteunpeloton, reservesectie, gewondenafvoersectie en een dronesectie. Deze omvatten alles van mortieren en individuele artilleriestukken, geleide antitankraketten, automatische granaatwerpers, zware machinegeweren tot sluipschutterteams. Zelfs op het laagste niveau heeft elk peloton zijn eigen machinegeweerschutter, granaatwerper, genist, gewondenverzorger en drone- en radio-operators. De exacte samenstelling kan variëren afhankelijk van de missievereisten.[43]

Hoewel het buitgemaakte document voornamelijk aanvallen van versterkte posities in beboste gebieden behandelt, is het wel mogelijk hieruit af te leiden hoe ze in een stedelijke omgeving dienen te opereren. Drones worden voornamelijk gebruikt voor verkenningen voorafgaand aan de aanval. Sommige Oekraïense bronnen vermelden dat ze door Russische commandanten ook voor artilleriewaarneming en commandovoering worden gebruikt.[44] De pauze tussen het voorbereidende artilleriebombardement en de daadwerkelijke aanval wordt zo kort mogelijk gehouden. Zodra de artillerie stopt met vuren, nemen lichtere wapensystemen, zoals automatische granaatwerpers, het over om de vijand te blijven onderdrukken en de aanvalsteams in staat te stellen ongehinderd op te rukken. Voor wat betreft de beslissingsbevoegdheid over de inzet van vuursteun controleert de pelotonscommandant de automatische granaatwerpers en het mortiervuur, blijft de inzet van artillerie (houwitsers) meestal op het niveau van de compagniescommandant en wordt luchtsteun geleverd op bataljonsniveau.[45] Tanks en infanteriegevechtsvoertuigen opereren meestal als mobiele vuurplatforms, individueel of gegroepeerd in zogenaamde bronegruppa’s.

Een Oekraïense militair houdt de wacht aan het front bij Voehledar. Het in Voehledar buitgemaakte handboek laat zien dat de Russen zich wederom hebben gewend tot hun inmiddels beproefde recept van gespecialiseerde aanvalsdetachementen. Foto ANP, EPA, Maria Senovilla

In een ander Twitter-bericht, gepost op 12 maart, beschrijft dezelfde Oekraïense officier het verschil tussen tijdelijke en permanente Russische aanvalsformaties. De eerste worden zonder aanvullende training voor een specifieke missie samengesteld en worden weer opgeheven zodra deze missie is volbracht. De laatste worden in de reguliere militaire structuur opgenomen, variërend in grootte van een versterkte compagnie tot bataljon, en krijgen aanvullende training en uitrusting, zoals hierboven beschreven. Hoewel de kwaliteit van deze formaties sterk varieert, hebben met name enkele van de permanente aanvalsformaties bewezen zeer flexibel en formidabel te zijn bij het uitvoeren van doorbraakmissies.[46]

Conclusie

De Sovjets hebben al in een vroeg stadium onderkend dat een verstedelijkte, dan wel gefortificeerde, omgeving vaak leidt tot verspreide en geïsoleerde kleinschalige gevechten op lagere tactische niveaus. Zij hebben daarop terecht geconcludeerd dat dit enerzijds leidt tot problemen in commandovoering, omdat (hogere) commandanten een beperkt omgevingsbewustzijn hebben en niet in staat zijn het geheel te overzien. Anderzijds leidt het om diezelfde reden ook tot problemen in het leveren van vuursteun, die noodzakelijk is om aanvallen op versterkte posities uit te voeren. Binnen gespecialiseerde aanvalsformaties als stormgroepen en stormdetachementen wordt daarom meer beslissingsbevoegdheid naar lagere tactische commandanten gedelegeerd. Hetzelfde geldt voor de zware ondersteunende wapens en de beslissingsbevoegdheid voor de inzet van deze middelen. Beide aanpassingen zorgen ervoor dat kleinere eenheden relatief zelfstandig kunnen opereren. Tegenstrijdig aan de heersende cultuur binnen het Rode en later Russische Leger, waarin gecentraliseerde commandovoering op tactisch niveau altijd de norm is geweest, vergt dit van lagere commandanten en manschappen de nodige zelfstandigheid en initiatief.

De basiskenmerken van deze gespecialiseerde aanvalsformaties zijn door de tijd heen relatief ongewijzigd gebleven en hebben zowel tijdens eerdere conflicten als tijdens recente gevechten in Oekraïne hun effectiviteit ruimschoots aangetoond. Des te opmerkelijk is het feit dat specifieke training in het optreden in verstedelijkt gebied bij reguliere gemotoriseerde- en gemechaniseerde Russische infanterie-eenheden altijd een onderbelicht onderwerp is gebleven. Het Russische leger heeft de neiging om tijdens ieder conflict keer op keer opnieuw dezelfde lessen te moeten leren. Doorgaans leidt dit initiële gebrek aan kennis en vaardigheden tot zware verliezen aan Russische zijde, waarna het inmiddels beproefde concept van gespecialiseerde aanvalsdetachementen weer van stal wordt gehaald. Tegelijkertijd wenden ze zich tot vuurkracht, in de vorm van zware en veelal willekeurige artilleriebeschietingen en luchtbombardementen, om het (initiële) gebrek aan kwaliteit en de geleden verliezen onder de infanterie te compenseren, met alle gevolgen van dien. De toekomst moet uitwijzen of het einde van het huidige conflict zal leiden tot aanpassingen in de Russische concepten voor vechten in verstedelijkt gebied.

 

[1] Mike Eckel, ‘Russia’s New Offensive Grinds Into Action As Ukraine Punches Back Hard’, Radio Free Europe Radio Liberty, 11 februari 2023. Zie: https://www.rferl.org/a/russia-ukraine-new-offensive-winter-war-bakhmut-vuhledar/32266536.html; Mike Eckel, ‘What Happened In Vuhledar? A Battle Points To Major Russian Military Problems’, Radio Free Europe Radio Liberty, 17 februari 2023. Zie: https://www.rferl.org/a/ukraine-russia-battle-vuhledar/32276547.html.

[2] Institute for the Study of War, Russian Offensive Campaign Assessment, 10 februari 2023. Zie: https://www.understandingwar.org/backgrounder/russian-offensive-campaign-assessment-february-10-2023.

[3] Tatarigami_UA(@Tatarigami_UA), ‘Russian forces are revamping their assault tactics after experiencing failures with their current structure. The Battalion Tactical Groups (BTGs) are getting replaced with a new unit called the “Assault Unit” or “Assault Detachment”’, Twitter, 26 februari 2023. Zie: https://twitter.com/Tatarigami_UA/status/1629722073487613953.

[4] Tanmay Kadam, ‘Russia’s STORM Assault Unit, Armed With “Alpine Quest” Tech, Launch Deadly Attacks To Recapture Lost Positions’, The EurAsian Times, 29 april 2023. Zie: https://www.eurasiantimes.com/russian-storm-assault-unit-armed-with-alpine-quest-tech/.

[5] David R. Stone, ‘Stalingrad and the Evolution of Soviet Urban Warfare’, Journal of Slavic Military Studies 22 (2009) (2) 196-197 en 204. Zie: https://www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1080/13518040902918089.

[6] S.J. Lewis, ‘The Battle of Stalingrad’, Block by Block: The Challenges of Urban Operations (Fort Leavenworth, Kansas, U.S. Army Command and General Staff College Press, 2003) 37. Zie: https://www.armyupress.army.mil/Portals/7/Primer-on-Urban-Operation/Documents/BlockByBlock_TheChallengesOfUrbanOperations.pdf.

[7] Stone, ‘Stalingrad and the Evolution of Soviet Urban Warfare’, 204.

[8] Vasili Ivanovich Chuikov, The Battle for Stalingrad: The Story of World War II’s Greatest Battle as Told by the Russian Commander at Stalingrad, vertaling Harold Silver (New York, Ballantine Books, 1968) 314-315.

[9] Stone, ‘Stalingrad and the Evolution of Soviet Urban Warfare’, 202.

[10] Chuikov, The Battle for Stalingrad, 306-307.

[11] Ibidem, 314, 316 and 318.

[12] Ibidem, 314 and 317.   

[13] Ibidem, 317 and 319.

[14] Ibidem, 321-322.

[15] Ibidem, The Battle for Stalingrad, 318.

[16] Ibidem, The Battle for Stalingrad, 322-323.

[17] Lester Grau, ‘Changing Russian Urban Tactics: The Aftermath of the Battle for Grozny’, Foreign Militaries Studies Office Fort Leavenworth, 1 juli 1995. Zie: https://community.apan.org/wg/tradoc-g2/fmso/m/fmso-monographs/244590.

[18] Charles Knight, ‘Analyzing the Urban Attack: Insights from Soviet doctrine as a “model checklist”’, Australian Army Research Centre, 4 maart 2020. Zie: https://researchcentre.army.gov.au/library/land-power-forum/analysing-urban-attack-insights-soviet-doctrine-model-checklist.

[19] David M. Glantz en Jonathan M. House, When Titans Clashed: How the Red Army Stopped Hitler (Kansas, University Press, 2015) 329 and 338.

[20] Headquarters Department of the Army, Specialized Warfare and Rear Area Support (Washington, D.C., Headquarters Department of the Army, 1984) 10-1-10-5. Zie: https://irp.fas.org/doddir/army/fm100-2-2.pdf.

[21] Lester Grau, ‘The Takedown of Kabul: An Effective Coup de Main’, Block by Block: The Challenges of Urban Operations (Fort Leavenworth, Kansas, U.S. Army Command and General Staff College Press, 2003) 320.

[22] Richard D. Wallwork, ‘Artillery in Urban Operations: Reflections on Experiences in Chechnya’ (Master Thesis of Military Art and Science, U.S. Army Command and General Staff College, Fort Leavenworth, 2004) 35. Zie: https://apps.dtic.mil/sti/citations/ADA429031.

[23] Timothy L. Thomas, ‘The Battle for Grozny: Deadly Classroom for Urban Combat’, The U.S. Army War College Quarterly: Parameters 29 (1999) (2). Zie: https://press.armywarcollege.edu/parameters/vol29/iss2/10/.

[24] Wallwork, ‘Artillery in Urban Operations’, 35-40.

[25] Olga Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat (RAND, 2001) 8. Zie: https://www.rand.org/pubs/monograph_reports/MR1289.html.

[26] Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat, 5.

[27] Timothy L. Thomas, ‘The 31 December 1994 – 8 February 1995 Battle for Grozny’, Block by Block: The Challenges of Urban Operations (Fort Leavenworth, Kansas, U.S. Army Command and General Staff College Press, 2003) 169-170.

[28] Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat, 23.

[29] Grau, ‘Changing Russian Urban Tactics’.

[30] Thomas, ‘The Battle for Grozny: Deadly Classroom for Urban Combat’.

[31] Grau, ‘Changing Russian Urban Tactics’.

[32] Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat, 26-27.

[33] Thomas, ‘The Battle for Grozny: Deadly Classroom for Urban Combat’.

[34] RPO-A Shmel, een enkelschots schouder-gelanceerd projectiel met een thermobarische kop, met een explosieve kracht vergelijkbaar met een 152mm-granaat. Thomas, ‘The Battle for Grozny: Deadly Classroom for Urban Combat’.

[35] Wallwork, ‘Artillery in Urban Operations’, 42; Grau, ‘Changing Russian Urban Tactics’.

[36] Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat, 38 en 46.

[37] Timothy L. Thomas, ‘Grozny 2000: Urban Combat Lessons Learned’, Military Review 80 (2000) (4) 50-51 en 54. Zie: https://apps.dtic.mil/sti/tr/pdf/ADA512069.pdf.

[38] Oliker, Russia’s Chechen Wars 1994-2000: Lessons from Urban Combat, 60.

[39] Thomas, ‘Grozny 2000: Urban Combat Lessons Learned’, 51-54.

[40] John Spencer en Michael Kofman, ‘Russia, Ukraine, And Urban Warfare’, Urban Warfare Project, 19 august 2022. Zie: https://mwi.westpoint.edu/russia-ukraine-and-urban-warfare/.

[41] John Spencer en Liam Collins, ‘Twelve Months of War in Ukraine have Revealed Four Fundamental lessons on Urban Warfare’, Modern War Institute at West Point, 2 februari 2023. Zie: https://mwi.westpoint.edu/twelve-months-of-war-in-ukraine-have-revealed-four-fundamental-lessons-on-urban-warfare/.

[42] Tatarigami_UA(@Tatarigami_UA), ‘Russian forces are revamping their assault tactics after experiencing failures with their current structure’.

[43] Tatarigami_UA(@Tatarigami_UA), ‘Russian forces are revamping their assault tactics after experiencing failures with their current structure’.

[44] Kadam, ‘Russia’s STORM Assault Unit, Armed With “Alpine Quest” Tech, Launch Deadly Attacks To Recapture Lost Positions’.

[45] Tatarigami_UA(@Tatarigami_UA), ‘Russian forces are revamping their assault tactics after experiencing failures with their current structure’.

[46] Tatarigami_UA(@Tatarigami_UA), ‘In my previous analysis, I explored the armament and role of assault units. However, their actual effectiveness and structure often differs from what is written in manuals’, Twitter 12 maart 2023. Zie: https://twitter.com/Tatarigami_UA/status/1634799680126058502.

Over de auteur(s)

R. Noorman

Captain Randy Noorman, MA is employed as a staff officer in military history at the Netherlands Institute of Military History.