Tijdens de Koude Oorlog waren proxy-oorlogen een manier waarmee grootmachten elkaar konden bestrijden zonder elkaar direct en openlijk te confronteren. Kernvoorbeelden van zulke proxy-oorlogen zijn de Vietnamoorlog, de Sovjetinvasie van Afghanistan en verschillende conflicten in Centraal-Amerika. Bij deze vorm van ‘indirecte’ oorlogvoering worden lokale actoren gesponsord en (militair) ondersteund door externe staten die, door middel van het operationeel en tactisch succes van de proxy, de eigen strategische invloed proberen te behouden of te vergroten. In de conflicten die zijn ontstaan in het kielzog van de massale volksopstanden en regimeveranderingen van de Arabische Lente van 2011 spelen proxy-oorlogen weer een prominente rol. Op de slagvelden van de (burger)oorlogen van Syrië, Jemen, Irak en Libië is een breed scala aan proxy-actoren actief die op zichzelf weer worden gesteund door uiteenlopende regionale en internationale partijen. Proxy-oorlogen zijn weer terug van weggeweest.
De redacteuren van Understanding the New Proxy Wars betogen dat, hoewel de strategie, aard en realiteit van contemporaine proxy-oorlogen anders zijn, deze conflicten nog veelal worden benaderd vanuit traditionele, bipolaire Koude Oorlog-modellen. Dit beeld zou niet langer van toepassing zijn in de sterk geglobaliseerde en multipolaire wereldorde van vandaag. In de 21e eeuw is er een complex netwerk van partnerschappen ontstaan tussen staten, bedrijven, huurlingen, politieke milities en religieuze groeperingen, wat de manier waarop (proxy)oorlogen worden gevoerd fundamenteel heeft veranderd. De huidige beleidsopvattingen over proxy-oorlogen houden echter geen rekening met deze paradigmaverschuiving, zo stellen de redacteuren. Om deze reden hebben zij een tiental artikelen geschreven en samengesteld, waarin zij trachten de verschillende trends en ontwikkelingen in hedendaagse proxy-oorlogen te identificeren en te verklaren.
Mozaïek van fracties
Het boek bestaat uit drie delen. Deel een, Proxy Warfare in the Early Twenty-First Century, vormt de theoretische onderbouwing voor de rest van het werk. In dit deel wordt een theoretisch overzicht van proxy-oorlog uiteengezet, waarin verschillende academische verklaringen belicht worden. Het gebrek aan een duidelijke definitie van het concept binnen internationale beleidskringen wordt sterk benadrukt. Daarnaast presenteert het hoofdstuk een raamwerk waarin de verschillende aspecten van proxy-oorlogvoering, zoals de beweegredenen en mate van (in)directe ondersteuning en betrokkenheid, geduid worden. Partijen kiezen voor proxy-oorlogvoering omdat de materiële en politieke kosten vaak aanzienlijk lager zijn en zij daarom langer hun betrokkenheid bij een conflict kunnen volhouden. Zo hebben de VS na de Arabische Lente gekozen voor een strategie van proxy-oorlogvoering omdat beleidsmakers na de lange en kostbare oorlogen in Afghanistan en Irak erg terughoudend waren om direct militair in te grijpen.
Tevens komt in dit deel een de evolutie van proxy-oorlogen aan bod. ‘Nieuwe’ proxy-oorlogen zijn niet langer uitsluitend geopolitieke instrumenten van grote mondiale machtsblokken. De recente conflicten in het Midden-Oosten hebben laten zien dat ook kleinere, regionale spelers, zoals Iran, Turkije en Saudi-Arabië, gebruik maken van proxy’s. Ook is de aard van proxygroepen verschoven van intrastatelijke politieke partijen naar transnationale religieuze groeperingen zoals al-Qaida en IS. Als gevolg hiervan vinden proxy-oorlogen steeds vaker plaats buiten de grenzen van een enkel land. Centraal staat het principe dat proxy’s niet meer zozeer passieve spelers zijn die worden beïnvloed en aangestuurd door een sponsor; in de ‘nieuwe’ proxyoorlogen zijn proxy’s juist actieve actoren die sponsoren bewust weten te gebruiken – en te misbruiken – waarbij dit in de Koude Oorlog-optiek juist andersom was. Mede door deze laatste ontwikkeling pleiten de auteurs voor een ‘bottom-up’-methodiek om proxy-conflicten beter te begrijpen.
Hoofdstuk 2 dient als illustratief voorbeeld voor de analytische tekortkomingen die in hoofdstuk 1 aan bod komen. Door middel van de oorlog in Syrië wordt aangetoond dat, in tegenstelling tot proxy-conflicten tijdens de Koude Oorlog, de moderne slagvelden worden bemand door een mozaïek van fracties en een wirwar aan bondgenootschappen, alle met een eigen agenda en tegenstrijdige belangen.[1] De uitdrukking ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’ gaat niet meer vanzelfsprekend op voor de geopolitieke competitie van de 21e eeuw.
Menselijke tragedie als geopolitiek spel
Deel twee, getiteld Battlegrounds, vormt de kern van het boek. In vijf hoofdstukken onderzoeken diverse auteurs de invloed van lokale dynamiek op het verloop van de proxy-oorlogen in Syrië, Libië en Jemen. Veel van de essays in dit deel volgen daarmee de ‘bottom-up’-methodiek. Ook is de veelvuldigheid aan partijen en onverenigbare gemeenschappelijke doelen tussen proxy’s en sponsoren een thema dat steeds terugkomt in de verschillende hoofdstukken. Zo legt Frederic Wehrey in het hoofdstuk This war is out of our hands de onderlinge spanning tussen de anti-Gaddafi coalitiepartners in Libië bloot. Na de val van Gaddafi blijken de belangen van rivaliserende Libische proxy’s niet verenigbaar te zijn, en in het machtsvacuüm dat ontstaat proberen verschillende partijen, van NAVO-landen tot aan regionale spelers zoals Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten, de eigen geopolitieke agenda te promoten.
Hoofdstuk zeven, The view from the city of Taiz. Limitations of the proxy war lens for understanding conflict in Yemen, sluit goed aan op de methodologische paradigmaverschuiving waar de redacteuren voor pleiten. Het hoofdstuk beargumenteert dat, hoewel de strijd in Jemen geframed wordt als een proxy-oorlog, lokale factoren de boventoon voeren tijdens het conflict. Het internationaliseren van een lokaal conflict maakt de oorlog alleen maar complexer, maar verandert wezenlijk niets aan de originele doelen van binnenlandse strijders. De kern van het boek kan worden samengevat met de zin ‘above all, young men continued to find themselves in the line of fire, fighting to defend their city even as wider, more complicated agendas interfered’ (blz. 230). Kenmerkend aspect in dit deel van het boek is bovenal de aandacht voor de impact van proxy-oorlogen op de lokale gemeenschappen. De auteurs brengen het menselijk lijden waartoe deze conflicten voeren illustratief naar voren. Dit draagt bij aan het besef dat proxy-oorlogen niet alleen geopolitieke ‘spelletjes’ zijn, maar ook menselijke tragedies met verwoestende gevolgen.
Strategie van delegeren
Het derde en laatste deel van het boek behandelt verschillende strategieën van proxy-oorlogvoering. Zo wordt in hoofdstuk negen het gebruik van proxy’s door Iran uiteengezet. Saillant detail hierbij is dat Teheran sjiitische proxy’s primair inzet om geopolitieke en militaire redenen in plaats van ideologische of religieuze overtuigingen (blz. 273). Proxy-troepen zijn voor Iran een manier van een proactieve forward defense, een doctrine waarmee het de tekortkomingen van de eigen militaire slagkracht probeert goed te maken. Hoofdstuk acht, Decoding the Wagner Group van Candace Rondeaux, biedt daarnaast een interessante inkijk in de juridische paradox van Private Military Security Companies (PMSC’s) in Rusland. Officieel zijn private gewapende groepen verboden in Rusland, maar ze worden wel gedoogd. De quasi-juridische status van PMSC’s geeft Russische veiligheidsdiensten de mogelijkheid om Russische troepen als proxy in te zetten buiten de officiële institutionele kanalen, zoals de Doema, om en geeft het Kremlin tevens de mogelijkheid juridische druk uit te oefenen op oligarchen zoals de in augustus om het leven gekomen Wagner-leider Prigozjin (blz. 244). Hierbij maakt de auteur al halverwege 2022 een interessante constatering, die door de huidige ontwikkelingen rondom de ‘Wagner-opstand’ van afgelopen 24 juni wordt versterkt.
Met het boek hebben de redacteuren getracht een omvangrijk overzicht te maken van de hedendaagse proxy-oorlogen in het Midden-Oosten. Teleurstellend is echter het gebrek aan samenhang en het onbenutte potentieel van het academisch raamwerk. Zo sluiten de hoofdstukken veelal niet goed op elkaar aan, waardoor de leeservaring fragmentarisch en soms wat verwarrend kan zijn. Bovendien wordt er in het overgrote deel van het boek te weinig aandacht besteed aan de trends en ontwikkelingen van proxy-oorlogen die de redacteuren in de opening van het boek juist signaleren. Een gemiste kans, aangezien Understanding the New Proxy Wars de lezer diepgaande inzichten had kunnen bieden in de complexe wereld van proxy-oorlogen. Een vergelijkende studie tussen de verschillende proxy-conflicten aan de hand van het kader was misschien meer op zijn plaats geweest. Desalniettemin zijn sommige individuele hoofdstukken zeker van meerwaarde voor lezers die al geïnteresseerd waren in specifieke conflicten, of in afzonderlijke aspecten van een specifieke proxy-oorlog.
Luuk van den Boomen MA
[1] Om de complexiteit van het conflict in Syrië enigszins te duiden: de Syrische regering onder Bashar al-Assad vecht een burgeroorlog uit tegen het Vrije Syrische Leger en andere gewapende oppositiegroepen. De Syrische regering wordt gesteund door Iran, samen met sjiitische milities zoals Hezbollah. Het Vrije Syrische Leger, het Syrische regime en Iraanse/sjiitische milities vechten bovendien tegen de soennitische terreurorganisatie IS en andere islamitische terreurgroepen. Saudi-Arabië steunt uit soennitische overtuigingen IS. Amerika steunt Saudi-Arabië in hun regionale machtsstrijd tegen het sjiitische Iran, maar vecht daarnaast in een coalitie actief tegen IS. Rusland steunt Assad in zijn strijd tegen IS, maar bestrijdt voornamelijk juist andere Syrische oppositiegroepen. Koerdische milities vechten samen met het Vrije Syrische Leger tegen het Syrische regime én tegen IS. Turkije vecht direct en indirect tegen Koerdische milities in het noorden van Syrië en Irak. Daarnaast steunen zowel Amerika als Iran de Iraakse regering in haar strijd tegen IS.
Understanding the New Proxy Wars
Battlegrounds and Strategies Reshaping the Greater Middle East
Door Peter Bergen e.a.
Londen (Hurst) 2022
432 blz. – ISBN 9781787387157