Begin februari 1945 lanceren de geallieerden vanaf Nederlandse bodem operatie Veritable. Deze slag behoort tot de grootste en belangrijkste operaties uit de Tweede Wereldoorlog. De strijd in en om het Rijnland kenmerkt zich door zware gevechten onder moeilijke omstandigheden. De slechte terreingesteldheid zorgt voor vertraging, waarbij de Duitsers het geallieerde offensief op 22 februari 1945 vrijwel tot stilstand weten te brengen.

Door Marco Middelwijk

Na het terugslaan van de Duitsers in de Ardennen kan Montgomery begin februari eindelijk beginnen aan het Rijnlandoffensief, operatie Veritable. Het doel is het gebied tussen de Maas en de Rijn vrij te maken van Duitsers om vervolgens de Rijn over te oversteken. In de omgeving van Nijmegen verzamelen zich maar liefst een kwart miljoen geallieerde militairen. Op 8 februari 1945 zet een gecombineerd Canadees-Britse legermacht onder leiding van de 1st Canadian Army vanuit Nijmegen de aanval in. Het merendeel van deze militairen moet zich een weg vechten door een slechts enkele kilometers brede corridor tussen Maas en Rijn, enkele geïnundeerde gebieden en het moeilijk doordringbare Reichswald. Tegelijk met Veritable moet het Amerikaanse 9th Army met operatie Grenade beginnen. De Amerikanen zullen zuidelijker de Maas en de Roer oversteken, zodat het Rijnland met een grote tangbeweging kan worden ingenomen.[1]

Operatie Veritable vergt een enorme logistieke inspanning. Van tevoren ‘dumpen’ de Canadezen en Britten duizenden tonnen voorraden in en rond Nijmegen. Voor de eerste 8 dagen van de operatie wordt circa 22.000 ton aan munitie bijeengebracht, ruim 5,5 miljoen liter brandstof, duizenden tonnen aan rantsoenen, kolen en overige voorraden). Alleen al voor het creëren van een enorm rookgordijn zetten de geallieerden 10.000 rookgeneratoren en 38.000 liter rookolie klaar.

Het openingsbombardement van Veritable is de grootste artilleriebeschieting aan het westfront in de Tweede Wereldoorlog. Ruim 1500 kanonnen van allerlei kaliber vuren van 05.00 tot 10.30 uur 13.000 ton munitie op de Duitse verdedigingsposities af, om de gevreesde Duitse Siegfriedlinie een stevige klap te geven. Pas hierna zetten de Britten en de Canadezen de aanval in. Het kost de geallieerden weinig moeite de Duitse verdedigingslinies te doorbreken.

Maar de geallieerde opmars stokt al snel in de modder. Begin februari zet de dooi in en de hardbevroren ondergrond waarover de tanks snel moeten oprukken, verandert door de aanhoudende regen in een onbegaanbare modderpoel. Ook wegen worden onbruikbaar, omdat ze het vele zware materieel niet aankunnen. Door de vertraging kan het Britse XXX Corps (dat de hoofdaanval uitvoert) de initiële doorbraak van de Duitse linies niet uitbuiten. Tegelijk met de Britten druppelen in het kapotgebombardeerde Kleef de eerste Duitse versterkingen binnen, waarna er zware gevechten uitbreken.

Britten en Canadezen rukken maar langzaam op richting Goch. Door het militair inzicht van General der Fallschirmtruppe Alfred Schlemm, de commandant van het 1. Fallschirm-Armee, neemt de Duitse weerstand toe. Hij vermoedt dat Montgomery niet via Venlo maar via Nijmegen het Rijnland zal binnenvallen en tegen de orders van het oppercommando in verplaatst hij de reservetroepen naar het noorden. Schlemm beschikt over veel minder troepen dan de geallieerden en de kwaliteit varieert van elite parachutisten tot slecht getrainde reservisten. Het mag dan ook een klein wonder heten dat het de Duitsers lukt om de geallieerde opmars rond 22 februari vrijwel tot stilstand te brengen.

De Amerikanen steken op 23 februari, twee weken later dan gepland, de Roer over. De vertraging van operatie Grenade komt doordat de Duitsers na het begin van Veritable een dam in de Roer laten springen, waardoor het operatiegebied van de Amerikanen onder water komt te staan. Uiteindelijk moeten de Amerikanen twee weken wachten tot het water voldoende is gezakt en de stroming wat afgenomen. Pas dan kunnen ze in de aanval. Na het overtrekken van de Roer weten de Amerikanen de geplande tangbeweging vrij snel te voltooien. Het Duitse verzet in het Rijnland is hierna gebroken. De geallieerden bevrijden als onderdeel van de operaties Veritable en Grenade verschillende Nederlandse dorpen en steden. De strijd in en om het Rijnland kenmerkt zich door zware gevechten onder moeilijke omstandigheden. De geallieerden tellen ca. 28.000 slachtoffers, zowel gewonden, doden als vermisten. De Duitsers incasseren ongeveer 38.000 slachtoffers (gewonden, doden, vermisten), plus nog eens 52.000 krijgsgevangenen. Het belang van de overwinning aan het westfront is groot, want pas na de verovering van het Rijnland kunnen de geallieerden gaan nadenken over een aanval op het hart van nazi-Duitsland.


[1] Zie ook: L.A.D. Kranenburg, ‘De overgang over de Roer in Febr, ’45 door het 1e en 9e U.S. leger’, deel I en II in: Militaire Spectator 123 (1954) (8) 362-368 en (10) 455-460. 

Over de auteur(s)