Oorlog is in Europa de voortzetting van politiek, maar dan zonder middelen...[1]
De komende jaren zal het economische en politieke krachtenspel in de wereld flink veranderen. De afgelopen 70 jaar kenmerkt de Europese geschiedenis zich door de afwezigheid van oorlog en een gestaag toenemende welvaart. Deze ontwikkeling beperkte zich grosso modo tot de westerse wereld. De gemiddelde Nederlander heeft het tegenwoordig beter dan de generaties voor ons. We hebben een huis, een auto, een televisie, een computer en gaan minstens één keer per jaar op vakantie. Als we ziek zijn staat een prima gezondheidssysteem voor ons klaar. We hebben uitstekend en betaalbaar onderwijs, persvrijheid en een uitgebreid systeem van regels en wetten dat onze rechten waarborgt, ook als je homoseksueel of allochtoon bent. Inmiddels zijn wij aan onze welvaart gewend. Je kunt zelfs zeggen dat we er aan zijn verslaafd! Als je Nederlanders vraagt wat ‘eerste levensbehoeften’ zijn, dan zijn velen van mening dat 25 vakantiedagen, een 36-urige werkweek, een computer, een smartphone, een auto en betaalbare gezondheidszorg daar absoluut bijhoren. De realiteit is dat 90 procent van de wereldbevolking die dingen niet heeft.
De mondiale schaduwzijde van onze welvaart is dat al deze voorrechten in de afgelopen honderd jaar voorbehouden zijn gebleven aan slechts 10 procent van de wereldbevolking; zo’n 600 miljoen mensen. Grote delen van de bevolking van Azië, Oost-Europa, Afrika en Zuid-Amerika leefden in de 20-ste eeuw in armoede, werden onderdrukt en met regelmaat geteisterd door hongersnoden, onderdrukking door megalomane dictators, religieus geweld, natuurrampen en oorlogen. Nog steeds hebben miljarden wereldburgers nauwelijks toegang tot goede opleidingen, gelijke rechten of goede medische voorzieningen.
Onze welvaart staat momenteel onder druk. We zijn de afgelopen jaren getroffen door de banken-crisis, de huizen-crisis, de euro-crisis, en de vluchtelingen-crisis. Daardoor zijn we als land met z’n allen gewoon minder gaan verdienen. Grote delen van de wereldproductie aan goederen en diensten verplaatsten zich naar nieuwe opkomende economieën. Het lijkt dat de eenzijdige economische dominantie van de westerse wereld tanende is. Ook honderden miljoenen Chinezen, Indiërs, Mexicanen, Polen, Turken of Brazilianen willen een baan, een huis, een autootje, een televisietoestel en af en toe een stukje vlees op tafel. En wie geeft ze ongelijk! Overigens is het in deze landen vanzelfsprekend dat toenemende welvaart voor een deel geïnvesteerd wordt in hun krijgsmacht. Een krijgsmacht die er is om de belangen van het land te dienen.
Er zal dus de komende jaren, naast een ideologisch strijd tegen het terrorisme, ook een economisch ‘strijd’ ontbranden tussen de 600 miljoen mensen in de ‘oude’ welvarende wereld en de miljarden mensen in de ‘opkomende’ economieën. Daarbij hebben de nieuwelingen op termijn de betere papieren. Daar zijn ze nog mean en lean, en wij zijn behoorlijk soft en kwetsbaar geworden achter de brede rug van de Amerikanen. Of wij daarbij 10, 20 of 30 procent van onze welvaart inleveren, valt nog te bezien.
De vluchtelingenstromen worden nu (tijdelijk) voor ons gestopt door ons bevriende staatshoofd Erdogan, maar tegen welke prijs? Omdat de Turken en andere opkomende economieën vinden dat ze daar recht op hebben. Omdat ze het welvarende, betweterige Europa met het opgeheven (mensenrechten-) vingertje zat zijn. Om hun streven te ondersteunen zullen ze zo nodig ook militaire middelen gebruiken. Als twee partijen even sterk zijn, is oorlog doorgaans geen optie. Het risico is te groot. Denk aan de situatie tussen NAVO en Warschaupact van 1950 tot 1990. Beide partijen probeerden op economische en politieke manier de bovenhand te krijgen, maar geen van beide greep naar de wapens. Het blijft daarom essentieel dat we in Europa voldoende militair vermogen overhouden, of we dat leuk vinden of niet. Als we de huidige situatie goed bekijken, dan zien we dat alle Europese landen hun krijgsmachten in de afgelopen twintig jaar tot het bot hebben afgebroken. Europa kan zichzelf al lang niet meer verdedigen en speelt militair nauwelijks meer een rol op het wereldtoneel. Met Trump aan de macht in de VS, is het ineens niet meer zo zeker dat de Amerikanen voor ons de kastanjes uit het vuur halen. Dit is een historische breuk met het verleden, maar ook een wake-up call. De rijkste landen van de wereld hebben de zwakste defensie! Dat geldt ook voor Nederland. Terwijl in landen als China, Rusland, Turkije en India in de afgelopen jaren het ene na het andere oorlogsschip van de helling rolde, rolde in Europa en dus ook Nederland het ene na het andere bezuinigingsplan uit de koker van de beleidsmakers.
Het Chinese defensiebudget groeit al twintig jaar met jaarlijks zo’n tien procent of meer. Op dit moment is China bezig grote delen van Afrika onder zijn invloedsfeer te brengen. Ook de Russen hebben de afgelopen tien jaar veel geld in de modernisering van hun krijgsmacht geïnvesteerd en zijn bezig aan een offensief om hun invloedssferen te herstellen. India en Indonesië zijn Azië aan het verdelen. En in Noord-Afrika gist het gif van het religieuze fundamentalisme, waarbij NAVO-partner Turkije een tweeslachtige rol speelt. Dit zijn allemaal gebieden die tot voor kort onze economische achtertuin waren; waar wij grondstoffen, halffabricaten en goedkope arbeidskrachten weghaalden. Wie niet inziet dat dit op termijn spanningen gaat opleveren, heeft geen lessen geleerd uit de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar. De afwezigheid van oorlog in Europa gedurende 70 jaar, onder de bescherming van de VS, heeft velen van ons doen vergeten dat het uiteindelijk militaire middelen waren die in 1945 vrede en vrijheid naar ons land hebben gebracht, niet mooie praatjes. Wie, zoals Nederland, slechts 1 procent van zijn welvaart aan defensie wil spenderen, krijgt daar op enig moment de rekening voor gepresenteerd.
Naïeve geesten in Nederland denken al jaren dat de wereldvrede is uitgebroken. Maar als de opkomende economieën hun deel van de koek komen opeisen, zullen ze gebruikmaken van politieke, economische én waar nodig ook militaire middelen. En als wij niet zorgen dat we tegenspel kunnen bieden op elk van die drie terreinen, dan zullen we kissebissend over euro, BREXIT en open grenzen in Europa de slag om onze welvaart en onze vrijheid verliezen. De bezuinigingen op de Europese en zeker de Nederlandse strijdkrachten van de afgelopen jaren zijn in dat licht stappen op de weg naar het verkwanselen van onze welvaart en onze vrije samenleving.
Dat we als Nederlanders op termijn moeten inleveren, is voor iedereen die het voorgaande verhaal heeft begrepen duidelijk. De koek is niet oneindig en zal onvermijdelijk ‘anders’ over de wereld verdeeld worden. De mate waarin we een deel van onze welvaart en vrijheid kunnen vasthouden, is mede afhankelijk van de mate waarin we in Europa in staat zullen zijn om ook militair ons mannetje te staan. Daarom moeten we ook in Nederland Defensie niet langer zien als een vervelende kostenpost, maar als een absoluut noodzakelijke verzekering. Onze krijgsmacht moet namelijk primair aan anderen duidelijk maken dat we bereid zijn om onze vrijheid en onze welvaart te verdedigen: figuurlijk, maar zo nodig ook letterlijk. Want wie vrede en vrijheid liefheeft, dient zijn krijgsmacht te koesteren.
[1] Vrij naar Clausewitz.