Nieuwe taken
‘Mannen, mond dicht en luisteren!’
Het geluid van tientallen opgewonden stemmen sterft langzaam weg na de op luide toon door de chef-staf geslaakte kreet. De besnorde kolonel maakt front naar zijn baas en meldt op krachtdadige toon: ‘Generaal, de brigadestaf is compleet aanwezig, evenals de vertegenwoordigers van de marine en de luchtmacht, met uw permissie beginnen we met de bevelsuitgifte. Wilt u vooraf nog iets zeggen?’ De bulderstem van de kolonel dringt helemaal door tot achterin de zaal, waar tientallen subalterne en hoofdofficieren in gevechtstenue eerbiedig naar het podium staren.
De generaal zit ogenschijnlijk ontspannen op een gerieflijke stoel op het podium en kijkt met een beschouwende blik door de zaal. Dan, na een paar broze seconden stilte, verheft hij zich. Hij is nog jong voor een opperofficier, een stuk jonger dan de kolonel. Hij geldt als een van de cumming man van de landmacht. Amerikaanse krijgsschool, commandofuncties bij diverse uitzendingen en een master in politicologie. Met zijn volle bos donker haar, gladgeschoren gezicht en licht grijzende slapen heeft de generaal wel wat weg van James Bond. De jonge Sean Connary-versie hè, niet Roger Moore ofzo.
De generaal laat kennelijk achteloos nog een paar seconden stilte heersen, voor hij op rustige, accentloze toon het woord neemt. In die paar seconden – die een eeuwigheid lijken te duren - glijdt zijn blik over de verzamelde officieren en vrijwel iedereen in de zaal heeft het gevoel dat de generaal even oogcontact met hem of haar zoekt. De spanning is nu te snijden.
‘Mannen en vrouwen van de brigade’ zegt hij. ‘Gewaardeerde collega’s van de andere krijgsmachtdelen. Wij zijn hier vandaag bij elkaar om een van de moeilijkste klussen voor de defensieorganisatie van het jaar te klaren!’ ‘U weet allemaal waar het om gaat, u weet allemaal wat er op het spel staat, en we weten allemaal dat deze operatie ook dit jaar weer niet zonder slachtoffers zal verlopen.’
De generaal veert uit zijn stoel omhoog en loopt met soepele tred over het podium. Hij stopt abrupt bij de rand van het podium. ‘Daar buiten wacht de vijand!’ Hij ondersteunt zijn dramatische uitspraak met een krachtig armgebaar. Zijn gestrekte vingers wijzen priemend in de verte. Hij wacht tot alle ogen op zijn rechterhand zijn gericht. Dan krommen de vingers zich langzaam en vormen een gebalde vuist. Hij slaat die vuist even plotseling als krachtig in zijn andere hand.
‘Wij zullen al onze mensen, al onze uitrusting en al onze ervaring nodig hebben om deze dag tot een goed einde te brengen. En laat voor iedereen duidelijk zijn: dit is een Joint operatie!’ Hij laat weer een dramatische stilte vallen. Dan hervat hij z’n betoog.
‘De collega’s van de marine zullen het landingsvaartuigen tot aan de kade begeleiden met fregatten en onderzeeërs. Ze zijn professionals en hebben dit maanden geoefend. Ik ben ervan overtuigd dat ze iedereen veilig aan land krijgen en de mariniers zullen de landingsvaartuigen met alles wat ze hebben beschermen tot de operatie is afgelopen. De collega’s van de luchtmacht zullen boven zee en boven land met zes Apaches beveiligen. Speciaal voor onze vliegers is een refueling point ingericht door de mensen van de logistiek. Onze heli’s kunnen daar binnen tien minuten brandstof en munitie aan boord nemen en direct daarna weer in de lucht zijn. We zullen ze klok-rond hard nodig hebben. Denk daaraan.
Maar het moeilijkste deel van de operatie zal de ontscheping en daarna de verplaatsing over land zijn. In die fase zijn we kwetsbaar en ik vraag u met klem zich dat goed te realiseren. Onderschat de vijand niet! Onze tegenstanders zijn vastberaden en zullen zonder enige twijfel trachten onze operatie te verstoren. Ze zullen net als in de afgelopen jaren, geen middel onbeproefd laten om ons cordon te doorbreken. Het is de komende uren van het grootste belang dat elke soldaat zijn opdracht kent maar ook dat elke soldaat van de Taskforce mijn intenties met deze operatie begrijpt. En bedenk goed… ik weet dat u er alles aan zult doen om uw mensen bij elkaar te houden, maar de ervaring van de afgelopen jaren leer ons dat we niet moeten uitsluiten dat delen van onze strijdmacht geïsoleerd raken en dat hackers er ook dit jaar weer in slagen onze verbindingen en computers te storen. Houd rekening met het ergste! Iedere compagnie en ieder peloton zal zelfstandig in staat moeten zijn het gevecht met beide vijandelijke groepen aan te gaan en deze – zonder aanziens des persoons – buiten gevecht te stellen. Ongeacht uw eigen gevoelens in deze zaak…’
De generaal laat weer een lange stilte vallen. Je kunt nu echt een speld horen vallen. Zijn blik glijdt weer door de zaal en hij kijkt stuk voor stuk naar zijn ondercommandanten - in Afghanistan en Irak geharde veteranen. De generaal lijkt de vastberadenheid in hun ogen te peilen. Hij hervat: ‘Special Forces zullen de Sint van dichtbij beveiligen. Alle Pieten zijn dit jaar speciaal door het KCT getraind. Iedereen draagt kogelwerende vesten en in alle zakken zit, naast pepernoten, reservemunitie voor het geval u zonder komt te zitten. Volgens de inlichtingendiensten zullen de tegenstanders van Zwarte Piet direct na de landing proberen om de Sint als reactionair racistisch symbool te ontvoeren of te doden. De tegenstanders van de Gekleurde Pieten zullen hoogstwaarschijnlijk proberen de Bushmaster, waar we de Sint in vervoeren, met een IED tot stoppen te brengen. Overste…’ Hij kijkt nu indringend naar de commandant van het geniebataljon. ‘Uw mannen weten wat hen te doen staat.’ De generaal slaat plotseling met vlakke hand op de tafel. De klap dreunde door de zaal als de inslag van een tankgranaat. ‘Ik duld geen onderscheid! Zowel de Zwarte als de Gekleurde Pieten dienen door ons met dezelfde toewijding te worden beveiligd!’
Niemand in de zaal twijfelt nog: wat daarbuiten gaat gebeuren is serious business. Met een wijds armgebaar brengt de generaal alle aandacht weer bij zichzelf.
‘Mannen en vrouwen van Taskforce Sinterklaas, het geluk van miljoenen kinderen en hun ouders ligt in uw hand! Ik kan u voor de komende dagen niets anders beloven dan bloed, zweet en tranen, maar ik weet dat u deze offers kunt en wilt brengen voor de rijke culturele tradities van ons vaderland.’
En na aan laatste vastberaden blik door de ruimte: ‘ons motto voor dit jaar: Laat het kinderfeest beginnen!’
Uit de zaal stijgt een klaterend applaus op.
‘Kolonel, u kunt nu de bevelsuitgifte doen!’