Vorige maand is het fregat Zr. Ms. De Ruyter vertrokken naar de Straat van Hormuz. Toen medio 2019 de besluitvorming hierover op gang kwam las ik een artikel over de vraag of we wel of niet moeten ingaan op het Amerikaanse verzoek om deel te nemen aan deze missie in een regio waar het sinds 2019 slecht botert tussen Iran en de NAVO-landen Amerika en Groot-Brittannië.[1]
De zin die mij trof staat ergens halverwege in de verder vrij heldere beschouwing van de krant. De suggestie wordt gewekt dat er veel druk op het besluit van de regering staat omdat wij (Nederland) er al langer slecht opstaan bij de VS, omdat wij ‘niet genoeg afdragen aan defensie’. Deelname aan dit soort micromissies wordt dus kennelijk gezien als goedmakertje voor onze achterblijvende macro-afdracht. Het woord ‘afdragen’ wekt overigens de indruk dat wij (Nederland) geld moeten weggeven. Maar de vraag is aan wie dan? Ook andere media wekken regelmatig de indruk dat wij meer moeten ‘bijdragen aan de NAVO’. En dat soort formuleringen leidt bij veel landgenoten tot het idee dat wij jaarlijks een dikke checque overmaken aan het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, waarvan ze daar naar hartenlust oorlog kunnen voeren. Dat overdragen van nationale taken en geld aan internationale organisaties zoals de EU en de NAVO ligt de laatste jaren heel gevoelig. Het lijkt wel of ‘Brussel’ een besmet woord is geworden. In de perceptie van veel landgenoten is alles al duur genoeg en hebben we het hier in Nederland al zwaar genoeg en geld aan ‘anderen’ geven is dus ronduit onverstandig. De indruk die veel media regelmatig wekken is dus dat Nederland onder druk wordt gezet (door Amerika) om meer te betalen aan de NAVO. En die indruk klopt maar gedeeltelijk.
Want ja, president Trump (maar ook zijn voorganger) vindt dat Nederland meer geld moet uitgeven aan defensie. En daarom is tussen de NAVO-landen in het verleden de 2-procentnorm afgesproken. Maar dat gaat niet over onze bijdrage aan de NAVO. Dat gaat over de begroting voor onze eigen Nederlandse Defensie. Onze eigen marine, onze eigen landmacht, onze eigen luchtmacht en onze eigen marechaussee. Het is dus geenszins zo dat het stijgen van onze defensieuitgaven ten goede komt aan Brusselse bureaucraten. Het stijgen van de Nederlandse defensiebegroting komt namelijk in de eerste plaats ten goede aan onze eigen Nederlandse strijdkrachten. Het geeft onze soldaten moderner materiaal, betere oefenmogelijkheden, een hogere inzetbaarheid, betere bescherming en, vooruit, ook een enkele keer betere arbeidsvoorwaarden.
En daarmee maakt het de kans wat groter dat we onze in de grondwet vastgelegde taken (nationaal en internationaal) beter kunnen vervullen. Voor een koppeling van de NAVO-norm aan 2 procent van de nationale uitgaven is in het verleden slechts gekozen om allerlei discussie uit de weg te gaan. Je voldoet dus aan de NAVO-norm door je eigen nationale defensie op orde te hebben.
Daarachter zit natuurlijk de algemene redenering dat landen met een geloofwaardige, moderne eigen defensie veel makkelijker in staat zijn – indien gevraagd – een bijdrage te leveren aan eventuele NAVO-missies dan landen die niet over een kwalitatief en kwantitatief goede krijgsmacht beschikken. Als je niets hebt, kun je immers ook niets inzetten!
Veel mensen denken dat de NAVO een bondgenootschap is waar lidstaten elkaar automatisch massaal te hulp komen bij een aanval, maar ook dat is deels een misvatting. In het beroemde Artikel 5 van het NAVO-Handvest staat slechts dat landen elkaar ‘naar mogelijkheden’ te hulp zullen komen. En dat is natuurlijk voor heel veel uitleg vatbaar. Sturen we een brigade, een bataljon of een compagnie als Litouwen in de toekomst over land wordt aangevallen? Ik durf het niet te voorspellen, maar de kans dat er van alle landen een substantiële bijdrage komt opdagen neemt in ieder geval toe als landen een voldoende grote en uitgeruste eigen krijgsmacht hebben. In zoverre is de 2 procent die landen aan hun eigen defensie moeten uitgeven indirect ook goed voor de geloofwaardigheid van de NAVO als geheel. Dan moet je natuurlijk wel die afspraken nakomen, omdat anders de kans dat je zelf massaal geholpen wordt ook significant afneemt. Zo komt die – hypothetische – 2 procent die we zouden moeten uitgeven aan onze eigen krijgsmacht onze eigen veiligheid direct en de veiligheid van onze NAVO-partners indirect ten goede.
Eveneens een misvatting is overigens dat Amerika 70 procent van de NAVO-defensieuitgaven betaalt, zoals onze CDS begin 2019 beweerde in het programma Buitenhof.[2] De defensiebegrotingen van alle NAVO-landen belopen samen 984 miljard dollar en de Amerikaanse defensiebegroting is 685 miljard.[3] En dat is ontegenzeglijk zo’n 70 procent, maar dat geld wordt uitgegeven voor de Amerikaanse krijgsmacht. En die vervult heel veel taken waar de NAVO niets mee te maken heeft. America First heet dat tegenwoordig. Maar dat was al zo voordat onze blondgelokte vriend daar de lakens uitdeelde. Amerika is nu eenmaal een wereldspeler en heeft heel wat meer ijzers in het vuur dan Nederland.
Maar wat je nationaal of internationaal met je krijgsmacht doet bepalen alle landen van de NAVO nog steeds per geval zelf, zelfs indien een van hen wordt aangevallen. De Nederlandse krijgsmacht kan dus alleen worden gebruikt voor NAVO-taken als onze regering daartoe case by case besluit. Maar die regering kan alleen maar besluiten in te zetten wat er is… en daarmee is bij een te kleine, slecht uitgeruste en onvoldoende getrainde krijgsmacht de keuze beperkt tot één optie: hopen dat anderen de kastanjes uit het vuur halen.
Na een lang en ongetwijfeld zorgvuldig besluitvormingstraject heeft de regering besloten het Amerikaanse verzoek te honoreren. Doen ze dat om verdere Amerikaanse politieke druk op onze totale defensiebegroting van net iets meer dan (slechts) 1 procent te voorkomen? Is deze missie (weer) een schaamlap om Trump zoet te houden met enkele miljoenen en af te leiden van de ontbrekende miljarden? In dat geval zou je de inzet in Hormuz kunnen betitelen als pound wise and penny foolish.
[1] ‘Missie Iran: kan het kabinet nee zeggen tegen Trump?’, in: Algemeen Dagblad, 12 augustus 2019.
[2] Letterlijk zei luitenant-admiraal Rob Bauer in februari 2019 in Buitenhof dat de VS en Groot-Brittannië samen verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de NAVO-bijdrage.
[3] NAVO-cijfers over 2019, zie: Defence Expenditure of NATO Countries (2012-2019) (Brussel, NAVO, 25 juni 2019).