De NAVO is dood, stelt Rob de Wijk in zijn wekelijkse podcast met Arend Jan Boekestijn. Hij herhaalt dit een paar dagen later in een artikel in Trouw: ‘Als Amerika geen militaire macht meer wil gebruiken, is ook de NAVO dood’.[1] De Franse president Macron is nog stelliger: ‘De NAVO wordt hersendood’.[2] De afbouw van ons Europese veiligheidsstelsel lijkt inderdaad ongekend snel te verlopen, aan beide zijden van de Atlantische Oceaan.
De Amerikaanse president Trump streeft andere doelen na dan die van het NAVO-bondgenootschap en daarmee lijkt hij vooral de belangen van de Russische president Poetin in de kaart te spelen. De wijze waarop Trump, zonder bondgenoten te informeren, per tweet de inzet van Amerikaanse troepen in coalities verandert, maakt Amerika niet alleen een onbetrouwbare partner, maar betekent ook een direct veiligheidsrisico voor de betrokken coalitietroepen. Daarnaast heeft de VS belangrijke multilaterale afspraken voor de veiligheid van Europa, zoals het INF-Verdrag, de Iran-deal en het klimaatverdrag, eenzijdig opgezegd.
De verhoudingen bij de Europese NAVO-bondgenoten bieden ook geen rooskleurig beeld. Door Brexit-perikelen is het Verenigd Koninkrijk de komende jaren waarschijnlijk vooral met zichzelf bezig. De relatie tussen Turkije en Griekenland is binnen de NAVO altijd een bottleneck geweest voor gezamenlijke afspraken, denk aan de aankoop van het Russische S-400 raketafweersysteem door Turkije, wat substantiële politieke, operationele en technische consequenties heeft. Over de acties van Turkije in Syrië kan eigenlijk alleen als positief worden vermeld dat het geweld lijkt af te nemen, maar een nieuwe vluchtelingencrisis dreigt.
Naast de NAVO boet ook de Europese Unie in aan gezamenlijke kracht. Door de Brexit verliest de EU haar op één na grootste economie, terwijl de onderhandelingen over de wijze waarop de Brexit uitgevoerd moet worden de EU nu al drie jaar gijzelen. Grootschalige beïnvloeding van de bevolking in het informatiedomein vanuit diverse bronnen is een voedingsbodem voor gele hesjes en boerenprotesten met een dreiging die we in geen jaren gezien hebben. Populistische partijen verzwakken in bijna alle Europese landen de politieke stabiliteit en enkele EU-landen voeren inmiddels een nationalistisch beleid. Door de Brexit en het blokkeren van Albanië als lid van de EU wordt het verschil in footprint tussen de NAVO en de EU nog groter. En dat alles maakt een goed afgestemd veiligheidsbeleid ingewikkeld. De migratiecrisis en de financiële crisis kunnen morgen weer opspelen en dan is een sterk Europees leiderschap nodig. Maar welke landen zijn politiek stabiel genoeg om Europees staatsmanschap te tonen, nu ook Macron en de Duitse bondskanselier Merkel aan relatieve macht lijken te verliezen?
Alles bij elkaar: ‘Europe is at threat’. Toch wordt hierover nauwelijks gesproken bij de koffieautomaat. Toen Rusland in 2014 de Krim binnenviel zijn er tijdens de NAVO-top in Wales afspraken gemaakt: de oprichting van de Very High Readiness Joint Taskforce, NATO Force Integration Units en Confidence Building Measures. Later is daar de Enhanced Forward Presence bijgekomen. We hebben onze oude vijand Rusland weer dankbaar omarmd. Ook een structurele toename van Amerikaanse troepen in Europa en een verhoging van de defensiebegroting in vrijwel alle lidstaten, gecombineerd met de terugkeer van een Reforger-oefening, Defender2020, zorgen ervoor dat het conventionele gevecht dominant is in het contemporaine conflict. Onze inzet zal zijn zoals we die in vroeger jaren beoefend hebben: oplopende spanning met een duidelijke start van een oorlog onder leiding van de NAVO in een voor ons bekend terrein, en dan gaan we vechten, nooit in het echt, altijd groenland tegen blauwland.
Hoofdtaak 1 van de krijgsmacht is weer het belangrijkst: de verdediging van het Nederlands grondgebied en dat van onze bondgenoten tegen aanvallen van buitenaf. Maar onze idée-fixe is dat dit een grootschalig conventioneel optreden zal zijn, nadat Artikel 5 van het NAVO-Verdrag is afgeroepen. Precies zoals in de Koude Oorlog.
Waarom is dat? Steken wij onze kop in het zand en zijn wij vooral met onszelf bezig? Ons beeld over hoe we optreden wijzigt nauwelijks. Sterker nog: de inzet binnen de NAVO is juist een belangrijk argument waarom we extra capabilities willen aanschaffen die passen in een conventioneel NAVO-optreden, hoog-technologisch, maar wel dezelfde middelen, voor eenzelfde soort optreden als in de vorige oorlog. En een bericht dat een inzet onder de NAVO niet heel waarschijnlijk is omdat de NAVO ‘dood is’ of omdat andere vormen van conflict zoals de informatieoorlog dominant aan het worden zijn, past daar niet bij. We lijken er juist van overtuigd dat de kans op inzet onder de NAVO-vlag aanzienlijk is gestegen, en wie zwaar conventioneel kan vechten, kan alles.
Een moment van reflectie is een belangrijk onderdeel van het strategische denken. Of zoals dat in militaire termen heet: laten we even op een zachte steen gaan zitten. Het beeld van de huidige conflicten komt immers niet overeen met de idée-fixe van een oorlog met een frontlijn en zwaar materieel. Hedendaagse dreigingen komen niet alleen van staten, maar ook van groeperingen, criminele netwerken en individuen. Allemaal in staat om Nederland te ontwrichten. Het is een whole of society fight, een ‘gevecht’ tussen de mensen, waar naast de traditionele domeinen het informatiedomein nu al zo dominant is dat ons beeld van vechten drastisch bijgesteld moet worden.
Daarnaast is het momenteel lastig om tot politieke eensgezindheid te komen. Een NAVO-consensusbesluit met consequenties voor Rusland, zoals vorig jaar na de aanval op Sergej Skripal, is niet waarschijnlijk. De bewezen bemoeienis van Rusland met de Amerikaanse verkiezingen van 2016 is nagenoeg onbeantwoord gebleven en de acties van Turkije in Syrië leiden vooralsnog niet tot gemeenschappelijke actie. Turkije en de VS zijn niet de enige NAVO-landen die een meer nationalistisch of zelfs Rusland-gezind beleid voeren.
Deze veranderingen van de dreiging en het politieke mandaat waaronder we kunnen optreden hebben duidelijke consequenties voor de inzet van onze krijgsmacht. De directe afschrikking gebaseerd op deze consensus neemt af en een optreden onder de NAVO- vlag, ook bij pre-Artikel 5 operaties, wordt zeer onwaarschijnlijk. Daarnaast hebben we een steeds grotere rol in het voorkomen van oorlog; er is een continu optreden in vredestijd, onze democratie lijkt bedreigd zonder dat er een schot valt.
Ons beeld hoe een optreden binnen hoofdtaak 1 er uitziet en hoe we ons hierop het beste voorbereiden, moet bijgesteld worden. Het is bijvoorbeeld waarschijnlijk dat we altijd zullen optreden onder leiding van nationale civiele autoriteiten ter plaatse. Als het afschrikkingseffect van Artikel 5 vervalt moeten we kijken naar andere manieren om hetzelfde effect te bereiken. Multilateraal is de EU al snel onze enige optie. En er valt wat voor te zeggen dat de macht van Europese economische sancties een sterk middel kan zijn. Bovendien heeft de EU regelgevende macht die onze welvaart kan beschermen.
Moeten we dan ook naar een Europees leger? Welke moderne afschrikkingsmiddelen hebben we? En wat betekent inzet onder civiele leiding in een whole of society fight nu voor onze krijgsmacht? In ieder geval niet een optreden met de mensen, middelen en oplossingen van gisteren.
[1] Rob de Wijk, ' Het Westen pleegt zelfmoord in slowmotion – en ook Nederland doet mee', in: Trouw, 25 oktober 2019.
[2] ‘Emmanuel Macron warns Europe: NATO is becoming brain-dead’, in: The Economist, 7 november 2019.