‘Mark, de afspraak van vier uur is er.’[1]

‘Oh ja, de nieuwe staatssecretaris van Defensie komt zijn opwachting maken. Staat er nog wat bij in de agenda, Carolien?’

‘Ik zie hier staan: even de spelregels uitleggen!’

‘Oh ja, nieuwe bewindspersoon. Altijd lastig. Ze stoeien een paar jaar in de regionale politiek en denken dan te weten hoe hier in Den Haag de hazen lopen. Ze geloven dat ze eerlijk moeten zijn tegen hun personeel en transparant naar de Kamer. Maar met die aanpak zit je als minister of staatssecretaris in no time diep in de shit. Stuur hem over vijf minuten maar naar binnen.’

‘Christophe, fijn dat je tijd kon vrijmaken. Ga zitten, kopje thee?’

‘Graag excellentie. Ik ben bijzonder vereerd dat ik ben uitgekozen voor dit prachtige ambt.’

‘Ach, laat dat formele maar achterwege. Als we hier met z’n tweeën zitten, kun je rustig Mark zeggen hoor. En vertel eens; heb jij een beetje verstand van Defensie?’

‘Eerlijk gezegd heb ik geen flauw benul. Dat schijnt bij Defensie een soort traditie te zijn. Maar vanaf morgen ga ik mij op alle dossiers storten.’

‘Doe dat vooral niet! Je moet als staatssecretaris te allen tijde voorkomen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Laat die details vooral over aan de ambtenaren op je ministerie. Die hebben daar veel ervaring mee en vertellen je wat je wél en vooral wat je niet moet weten. Uit ervaring zeg ik dat het vaak beter is om geen actieve herinnering te hebben aan bepaalde zaken. En nog een tip: bij het echte politieke handwerk heb je meer aan je burgerambtenaren dan aan die militairen. Die zien vaak het grotere geheel niet, zijn emotioneel verknocht aan de cavalerie of de onderzeedienst en dat soort clubjes. Daar moet je de teugel vanaf dag één vooral goed strak houden. Weet je wat ik bedoel?’

‘Jazeker, daar heb ik wel wat ervaring mee. Als gedeputeerde moest ik soms wel aan tien  mensen leiding geven.’

‘Prima, prima. Dan zal dat je makkelijk afgaan. Want als puntje bij paaltje komt, doen die militairen gewoon wat er gezegd wordt. Ze weten per slot van rekening drommels goed dat er altijd iemand klaar staat om hun mooie baantje over te nemen als ze de pet aan de wilgen hangen.’

‘Zeker, Mark.’

‘Er zijn nog wat andere zaken waarover ik je advies wil geven.’

‘Natuurlijk Mark. Ik ben zeer vereerd.’

‘Om te beginnen regel één: we hebben een regeerakkoord. Daar staat in wat we met de coalitiepartners afgesproken hebben. Als jij deze baan aanvaardt, wil ik dus niet dat jij of Kajsa over drie weken alweer bij mij of mijn collega van Financiën op de stoep staat met allerlei wilde verhalen waarom jouw ministerie tóch extra geld nodig heeft. Knoop dat goed in je oren. Want anders staan er binnen no time tien bewindslieden om extra geld te bedelen en is het eind zoek. Jullie hebben er dit keer geld bij gekregen; dus je doet het de komende jaren met wat er afgesproken is! Duidelijk?’

‘Natuurlijk. Volstrekt helder.’

‘Mooi. Dan regel twee: je vindt de komende maanden vast de nodige lijken in de kast. Ik doe deze baan al elf jaar en daar kun je bij jullie ministerie de klok op gelijk zetten. Jullie hebben vast weer ergens tanks gekocht die niet kunnen schieten als het regent, of schepen die in zout water niet achteruit kunnen varen. Wat er ook gebeurt, los het op binnen je eigen begroting. Desnoods koop je één bootje minder, of schrap je een bataljon, of hoe die clubjes ook heten mogen. Is dat duidelijk?’

‘Jazeker, Mark, helemaal duidelijk.’

‘Mooi. Dan de derde en laatste regel: personeel. Dat zit in jouw pakket. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Het zijn er weliswaar sinds ik elf jaar geleden begonnen ben al heel wat minder, maar om eerlijk te zijn heb ik ze nooit gemist. Met dat IC-personeel en die leraren moeten we als kabinet een beetje oppassen, dat loopt in de kijker. Maar die militairen? Unilever en Shell leveren de schatkist wat op, maar jullie kosten alleen maar geld. Zorg dat je het personeel een beetje te vriend houdt. Prijs ze bij elke toesprak de hemel in. Je ambtenaren weten wel hoe dat moet. Maar onder geen beding toegeven aan marktconforme salarissen en dat soort onzin.’

‘Maar Mark, ik zag in de krant dat ik meer dan 9000 vacatures heb. Als we die militairen niet wat extra geven, dan wordt het steeds erger!’

‘Maak je daar maar geen zorgen over. Denk liever na hoe je de boel zo kunt reorganiseren dat al die vacatures verdwijnen door duurzame arbeid-extensiverende aanpassingen van de organisatie.’

‘Pardon?’

‘Verkleinen! Je voorgangers waren al goed bezig: rookgordijntje over de echte aantallen, mensen vervangen door ICT en dat soort zaken. Kajsa kan je daar vast goed bij helpen. De problemen lekker buiten beeld houden. Dat is haar in haar vorige functie met de woningnood ook jarenlang goed gelukt. Een EU-leger bijvoorbeeld. Jij en ik weten dat het nooit gaat werken, maar het is een prachtige reden om allerlei eenheden op te heffen. Als er maar toekomstvisie in lijkt te zitten en er onder de streep minder mensen nodig zijn, dan kun je de Kamer over Defensie alles verkopen. Geen detailgeneuzel over te hoge vrachtwagens of onvervulde eenheden. Dat snap je toch wel?’

‘Ja, oké, ik begrijp het: ik moet me concentreren op de grote lijnen. Hoe zit het dan met die NAVO-norm van 2 procent? Gaan we daar nog wat aan doen?’

‘Amice, ik krijg de indruk dat je niet geluisterd hebt naar mijn verhaal. Laat Kajsa het je nog maar een keer uitleggen. Ik heb daar nu geen tijd meer voor. Veel succes. Je zult mij verder niet al te veel zien in jullie toko. Er zijn de komende jaren belangrijkere problemen die mijn aandacht vragen: woningnood, corona, stikstof, onderwijs, je weet wel.’

‘Dank je wel Mark voor dit openhartige gesprek. Ik moet bekennen dat ik geen flauw idee heb waar ik moet beginnen, maar ik ga samen met Kajsa mijn uiterste best doen om er ondanks deze uitdagingen wat moois van te maken.’

‘Precies kerel, dat zeiden jullie voorgangers ook iedere keer!’

En kijk eens wat een rotzooi ze ervan gemaakt hebben, dacht Mark toen de deur dichtviel.

[1] Ook dit gesprek is geheel aan de fantasie van de auteur ontsprongen en elke gelijkenis met bestaande gebeurtenissen of personen berust op toeval.

Over de auteur(s)