‘It has probably become more dangerous to be a woman than a soldier in an armed conflict.’ Generaal-majoor der mariniers b.d. Patrick Cammaert maakte dit statement in 2008, toen hij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties toesprak over zijn ervaringen als divisiecommandant voor de VN-missie in de Democratische Republiek Congo. In het Centraal-Afrikaanse land werd Cammaert dagelijks geconfronteerd met de verstrekkende gevolgen van seksueel geweld. In Congo zijn verkrachtingen op grote schaal gebruikt als ‘oorlogswapen’ om het moreel van de tegenstander te breken. Het laat een onuitwisbare indruk achter op Cammaert. De inmiddels 70-jarige oud-marinier is sindsdien een van de grootste pleitbezorgers van het inzetten van meer vrouwen bij VN-vredesmissies. Volgens hem brengen zij unieke kwaliteiten mee in oorlogssituaties. Zo kunnen ze beter communiceren met de bevolking in conflictgebieden, zeker als zij slachtoffer zijn van maatschappij-ontwrichtende oorlogshandelingen als massaverkrachtingen en het gebruik van kindsoldaten. ‘Een VN-missie kan dus op die manier ook veel meer inlichtingen inwinnen, bijvoorbeeld over activiteiten van rebellen. Bovendien zijn vrouwen […] beter in het wegnemen van spanningen dan mannen’ (blz. 241).
In haar boek Kijk niet weg. De missie van generaal Patrick Cammaert schetst journaliste Esther Bootsma de ontwikkeling van Cammaert van macho-marinier tot feminist. Tijdens zijn eerste grote missie als commandant van een mariniersbataljon, begin jaren negentig in Cambodja, probeerde de eigenzinnige officier nog te voorkomen dat er vrouwen meegingen. De leefomstandigheden en de sanitaire voorzieningen waren daarvoor niet geschikt, vond hij. De marineleiding tikte hem na protesten van de humanistische raadsvrouw Klazien van Brandwijk op de vingers. Eenmaal in missiegebied zag de bataljonscommandant al snel dat de meegestuurde vrouwen, onder wie Van Brandwijk, van grote waarde waren voor zijn mariniers.
The General
Bootsma slaagt erin om een levendig beeld te schetsen van de rijke carrière van The General, zoals Cammaert door collega’s vaak wordt genoemd. Zo gaf Cammaert in 1998 leiding aan een geheime operatie waarbij speciale eenheden van het Korps Mariniers en het Korps Commandotroepen oorlogsmisdadigers oppakten in Bosnië. Van 2000 tot 2002 was hij de hoogste militair van de VN-waarnemersmissie in Eritrea en Ethiopië. Vervolgens werd hij benoemd tot militair adviseur van secretaris-generaal Kofi Annan (2002-2004), waarna hij in 2005 voor drie jaar naar Congo vertrok. Ook daarna bleef Cammaert nog actief voor de VN. Eind 2018 werd hij nog ingevlogen in Jemen om de Houthi-rebellen en de regering aan de onderhandelingstafel te krijgen. Ondanks de zeer vijandige situatie – zijn konvooi werd onder vuur genomen met een AK-47 – slaagde hij erin de leiders van de strijdende partijen bij elkaar te brengen.
Wat uit de beeldende beschrijving van deze missies en plaatsingen vooral naar voren komt is Cammaerts eigenzinnige aanpak. Wat voor hem telt is het resultaat, ook als daar de regels voor moeten worden ‘opgerekt’. Hij staat voor een VN-vredesmacht die proactief optreedt en van zich afbijt als het moet. Deze insteek is hem door zijn militaire en politieke meerderen niet altijd in dank afgenomen, maar het verschuilen achter regeltjes of de andere kant opkijken als er een humanitaire crisis dreigt, is voor Cammaert een doodzonde. ‘Kijk niet weg’ is dan ook de kerngedachte die de generaal wil uitdragen in het boek.
Die boodschap geldt ten eerste voor de commandanten van VN-contingenten. ‘Het grootste probleem van VN-operaties is dat bataljonscommandanten vaak te weinig moed tonen. […] Ze krijgen vanuit hun hoofdsteden te horen dat er geen lijkenzakken naar huis mogen komen. We want no casualties, zeggen ze eerlijk. Het gevolg is dat de commandanten vaak terugdeinzen voor risicovolle operaties.’ (blz. 224). Maar ook politieke leiders hebben volgens Cammaert de neiging om weg te kijken als er ellende dreigt. Zo krijgt oud-minister van Defensie Frank de Grave er behoorlijk van langs naar aanleiding van zijn ‘enorm risicomijdende’ gedrag omtrent de uitzending van mariniers voor de VN-missie in Eritrea en Ethiopië.
Lessons learned
Het belang van moedige en daadkrachtige VN-commandanten en politieke leiders en de noodzaak van het deelnemen van vrouwen aan vredesmissies zijn dus de twee opvallendste lessons learned die aan het einde van een indrukwekkende carrière komen bovendrijven. Het zijn lessen die voorlopig nog door veel gezaghebbers ter harte moeten worden genomen. Aan Cammaert en zijn biograaf zal het in ieder geval niet liggen. Bootsma heeft de ervaringen van de generaal op een toegankelijke en boeiende wijze vastgelegd. Geheel naar het karakter van de hoofdpersoon is het een openhartig en eerlijk verhaal, waarin ook de weerslag van de succesvolle militaire loopbaan op het gezinsleven naar voren komt. Wel is het jammer dat het boek eigenlijk pas begint in 1992, met de uitzending naar Cambodja. Hierdoor gaat het voorbij aan ruim twintig jaar militaire vorming bij het Korps Mariniers. Het was interessant geweest om te zien in hoeverre de opleidingen, trainingen en ervaringen als jonge officier Cammaert hebben voorbereid op het werk voor en bij de VN.
Kijk niet weg is een aanrader voor elke militair, politicus en diplomaat die betrokken is bij (besluitvorming over) vredesmissies. Cammaert deed ooit zelf een aanzet voor een Engelstalig boek, getiteld Don’t look the other way. Een toekomstige vertaling in het Engels is met het oog op het internationale karakter van het boek zeker waardevol. Voor een breder publiek biedt Bootsma een interessante inkijk in het functioneren van de VN. Ondanks alle gebreken van deze organisatie wordt onder VN-vleugels wereldwijd veel werk verzet in allerlei brandhaarden, door gepassioneerde en ogenschijnlijk onvermoeibare mannen én vrouwen. De carrière van Patrick Cammaert is daarvan een sprekend voorbeeld.
Martin Hoekstra MA, Nederlands Instituut voor Militaire Historie