Twee jaar geleden schreef ik in een column dat het best zorgwekkend was dat – volgens een enquête – een grote meerderheid van de mensen in Nederland niet bereid is te vechten voor de vrijheid van het land.[1] Dat vechten is, zo betoogde ik toen, uitbesteed aan beroepsmilitairen die wel bereid zijn risico te lopen en (tegen betaling) hun leven in de waagschaal te stellen. Dat er ooit gevochten moet worden voor het behoud van onze democratische vrijheid is natuurlijk niet te hopen, maar in het huidige tijdsgewricht ook niet helemaal uit te sluiten. Het merendeel van de Nederlanders wil daar echter liefst zo weinig mogelijk mee te maken hebben. Ze vinden dat ‘anderen’ (lees: die beroepsmilitairen) de kastanjes maar uit het vuur moeten halen. Dat is niet verwonderlijk in een land waar de achtereenvolgende regeringen al 30 jaar van mening zijn dat de Amerikanen Nederland wel zullen beschermen, dus dat geld daarvoor uittrekken totaal overbodig is. Dat geven ze liever uit aan de alsmaar uitdijende welvaartsstaat, die sommigen juist zien als een van de voornaamste oorzaken van de lage bereidheid om ontberingen en gevaar te ondergaan. Op zich een interessante paradox.
Nu is het scenario dat de Russen over een paar maanden Nederland binnenstormen niet heel waarschijnlijk. Op hun weg richting grenspost Denekamp komen die eerst nog de Polen en daarna de Duitsers tegen, dus we mogen aannemen dat ze dan wel enigszins gesleten zullen zijn. Mochten de Russen desondanks wel tot onze grens doordringen dan zou de Nederlandse krijgsmacht hen overigens geen strobreed in de weg kunnen leggen. Met onze drie gevechtsbrigades kunnen we nog geen 20 procent van de Nederlandse grens verdedigen – laat staan het achterland – en de logistiek en gevechtsondersteuning zouden al na enkele dagen niet meer in staat zijn de boel adequaat te ondersteunen. Daarnaast is de Nederlandse infrastructuur zo kwetsbaar dat het hele land na enkele cyber- en luchtaanvallen in totale wanorde en paniek zou capituleren. Onze oosterburen zouden zeggen: ‘Nicht kriegstüchtig’!
Op zichzelf is het niet verwonderlijk dat de Nederlandse krijgsmacht zich niet kan meten met het leger van Rusland. Juist daarom is immers 75 jaar geleden de NAVO opgericht. Samen staan we sterk. Maar als je al 30 jaar je contributie niet betaalt is samen sterk staan vooral een met de mond beleden concept en met mooie woorden kun je geen raketten uit de lucht schieten. Inmiddels dringt in de meeste Europese landen het besef door hoe kwetsbaar onze puissant rijke welvaartsstaten zijn. Dat leidt hier en daar tot een nieuwe defensiekoers, maar het op sterkte brengen van de Europese legers zal nog vele jaren duren.
Tot dat moment moeten we hopen dat de Amerikanen zich in tegenstelling tot de meeste Europeanen wel aan hun NAVO-afspraken zullen houden. Maar juist die hoop neemt met de dag af naarmate de kans toeneemt dat Donald Trump in november de presidentsverkiezingen wint.[2] Het land met het grootste leger in Europa maakt dan gewoon de dienst uit en dat is Rusland. Het is niet waarschijnlijk dat de Russen binnenkort voor de poorten van Amersfoort zullen verschijnen, maar er zijn andere Europese landen die minder gerust kunnen zijn. Met name de Baltische staten kunnen, net als Nederland, een Russische aanval niet langer dan enkele dagen weerstaan. Het wrange is dat de inwoners van de Baltische staten al jaren wel bereid zijn te vechten en hun regeringen 2 procent of meer van het bnp aan defensie willen uitgeven. Stel dat een van die landen wordt aangevallen, sturen we dan duizenden Nederlandse soldaten die kant uit om te gaan vechten? Ik denk het niet en de vraag is of de Russische leider Vladimir Poetin dat inmiddels ook niet denkt. De Nederlandse regering zal bij zo’n aanval boze brieven sturen en de export van kaas en eieren naar Rusland tijdelijk opschorten, maar vechten...
Terug naar mijn paradox. Een volk dat veel militaire experts ons als voorbeeld van mentale weerbaarheid voorhouden zijn de Oekraïners. Daar is op zich niets tegenin te brengen. Honderdduizenden Oekraïense mannen en vrouwen vechten op dit moment aan het front. Tienduizenden hebben in de afgelopen twee jaar een heel hoge prijs betaald. Het is bovendien geenszins zeker dat dit goed afloopt. Op dit moment wordt er daarom in Oekraïne naarstig gezocht naar steeds meer weerbare mannen en vrouwen om de strijd voort te zetten, want er ‘ontbreken’ een paar miljoen Oekraïners op wie de regering graag een beroep wil doen. President Zelensky wil daarom de werving verbeteren en ik heb een verrassende tip voor hem: ik raad hem aan te gaan werven aan de Spaanse Costa’s!
Ik ben de laatste twee jaar zo’n zes maanden in Spanje geweest en heb tal van plaatsen langs de Spaanse Costa’s bezocht. Tussen al die plaatsen is één overeenkomst: waren het tot drie jaar terug vooral Nederlandse, Duitse en Engelse toeristen die het straatbeeld bepaalden, tegenwoordig barst het er van de Oekraïners, vooral mannen tussen de 30 en 45 jaar met grote luxe auto’s. Overigens zijn hier niet alleen gevluchte Oekraïners, maar ook gevluchte Russen te vinden. Op 13 februari werd voor mijn deur aan de Spaanse Blanca de Russische deserteur en helikopterpiloot Maxim Koezminov geliquideerd. Moskou ontkent elke betrokkenheid.
Tienduizenden Spaanse vakantieverblijven zijn langdurig verhuurd aan welvarende Oekraïners die geen trek hebben om de vrijheid van hun land met de wapens te verdedigen. De tientallen gespierde en afgetrainde Oekraïners, die lid zijn mijn sportschool hier aan de Costa Blanca, zien er namelijk niet uit alsof ze voor militaire dienst afgekeurd zijn vanwege fysieke beperkingen. Ze hebben gewoon geen zin om hun land te verdedigen en kunnen het zich veroorloven anderen de kastanjes uit het vuur te laten halen. Net als de meeste mensen in Nederland. Welvaart is natuurlijk geweldig, maar het doet kennelijk ook iets met de mentale weerbaarheid. Rijke Oekraïners lijken in dat opzicht kennelijk toch meer op Nederlanders dan je op het eerste gezicht zou denken.
Trouwens, het schijnt dat ook de welvarende Moskovieten aan de Russische kant van het front met een lampje moeten worden gezocht, maar daar in Rusland hebben ze nog altijd 100 miljoen arme sloebers tot hun beschikking om het vuile werk op te knappen. Het Oekraïneconflict lijkt de paradox van oorlog en welvaart te bevestigen. Daarom mijn stelling: naarmate de welvaart toeneemt, neemt de mentale weerbaarheid af. Hoe dat uiteindelijk afloopt kun je bij de oude Romeinen nalezen.
[1] Frans Matser, 'Gevechtskracht?', column Tegenwicht in Militaire Spectator 191 (2022) (6) 360-361.
[2] Trump zei op 10 februari 2024 tijdens een verkiezingsbijeenkomst dat NAVO-landen die niet aan de 2-procentnorm voldoen, door de VS niet langer militair geholpen zullen worden bij een conflict.