In haar toespraak van 11 maart jl. voor de KVBK stelde Minister Bijleveld-Schouten: “Militairen willen steun voelen van de maatschappij. Als er wordt getwijfeld aan hun intentie, dan raakt hen dat”. Een terechte uitspraak, die ook impliceert dat militairen mogen verwachten dat een onterecht of onvoldoende genuanceerd beeld over hen in de media proactief wordt gecorrigeerd of liever nog: wordt voorkomen. De praktijk is vaak anders.

Het Ministerie van Defensie is de laatste tijd weer regelmatig in het nieuws, en niet altijd even positief; twee berichten sprongen daarbij in het oog. Als eerste de documentaire Verraad van Chora over de operatie in de Afghaanse Chora Vallei waarin nabestaanden van burgerslachtoffers, Task Force Uruzgan van blind geweld beschuldigen. Ten tweede het rapport Uit het vizier van de Algemene Rekenkamer concludeert dat de opgelegde maatregelen van de bezuinigingsoperatie in de periode 2011-2018 niet zijn gehaald.

Tegenover de ruime aandacht in de media stond de oorverdovende stilte vanuit het Ministerie. Luitenant-Generaal buiten dienst Hans van Griensven gaf weliswaar een interview over de besluitvorming tijdens de slag bij Chora[1]. Het was echter vanuit zijn perspectief als de destijds verantwoordelijke commandant en niet als vertegenwoordiger van Defensie. Daarnaast nuanceerde Drs. Ellen Bien, Hoofddirecteur Financiën en Control de conclusies van het Rekenkamerrapport in de Defensiekrant[2], maar dat is een interne publicatie.

Het beeld dat blijft hangen, is echter wel dat genoemde operaties slecht zijn afgelopen, zo ook in de kritische column Twijfelachtige investeringen in Defensie[3] van Gerry van der List. En dat is jammer, want de publicaties van Van Griensven en Bien (juist of te gekleurd) geven in ieder geval aan dat in beide gevallen de situatie veel genuanceerder is.

Van enige nuancering vanuit Defensie zelf is in de landelijke media echter niets terug te vinden. En dat is wel nodig. Wat deze twee zeer verschillende operaties samenbrengt, is dat in complexe situaties en onder grote druk niet alles goed gaat: zeker niet achteraf bekeken. Echter, dat betekent niet dat de intentie van de militairen, op het moment dat een besluit te nemen is, niet oprecht is.

Nuanceren is niet de operaties verhullen achter een sluier van deskundigheid van het militaire metier. We pleiten juist voor transparantie en vooral voor een veel pro-actievere informatievoorziening. Zeker ook in het licht van het streven naar het bereiken van de NAVO-norm waar de recent aangetreden nieuwe Commandant der Strijdkrachten nog voor pleitte. Kijkend naar de verschillende verkiezingsprogramma’s zien we dat een aantal Partijen weliswaar in Defensie wil investeren maar vrijwel geen enkele partij heeft de 2% opgeschreven. Daarbij zal het herstel van de Covid-19 pandemie de komende jaren tot fikse aanslagen op de overheidskas leiden. In dat gevecht om geld zal Defensie het moeten opnemen tegen behoeftes uit Bedrijfsleven, Onderwijs en Zorg.

Kortom, Defensie moet niet stilzitten en hopen dat de donkere wolken vanzelf overdrijven maar actief aan de slag met laten zien waar het voor staat. Hoe anders kan de bevolking en de politiek erachter komen of de intenties oprecht zijn.

[1] AD 27 maart 2021

[2] Defensiekrant nr. 14 van 16 apr 2021

[3] EW 19 van 26 april 2021

Over de auteur(s)