In haar boek War. How Conflict Shaped Us geeft de Canadese historica Margaret MacMillan een exposé over de wijze waarop oorlog maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder staatsvorming, stimuleren en versterken.[1]

Oorlog heeft in het verleden staten gevormd. Indien een vorst wilde vechten was daar geld voor nodig. Die middelen en mensen diende de vorst – of later regeringen – op een efficiënte wijze in te zetten. De mensen accepteerden hun plicht en kregen daar rechten voor terug. Al snel was ‘de staat’ geboren.

Het zijn anderzijds staten die oorlog voeren. Professor MacMillan omschrijft oorlog als het treffen tussen twee politieke entiteiten, gebruik makend van georganiseerd geweld, om daarmee een doel te bereiken. Vaak zijn dat niet-rationale doelen zoals ideologische dominantie, wraak of angst. Elementen die we ook aantreffen in de oorlog van de Russische president Vladimir Poetin in Oekraïne.

Oorlog kan een katalysator voor verandering zijn. Met oorlog en conflict verschuiven prioriteiten en daarmee beschikbare budgetten; zo was penicilline al in 1928 ontdekt maar het was de Tweede Wereldoorlog die de noodzaak en het geld genereerde om dit als antibioticum in te kunnen zetten.

Ook de Russische invasie in Oekraïne brengt verandering teweeg en fungeert als breekijzer om de prioriteiten op de politieke agenda te herschikken. Finland en Zweden verlaten hun neutraliteit en treden toe tot de NAVO. Duitsland investeert 100 miljard in de krijgsmacht en ook Nederland investeert fors in Defensie – met de noodzaak komen immers budgetten vrij.  De ‘Russische invasie van Oekraïne laat zien dat onze vrijheid, veiligheid en welvaart niet vanzelfsprekendheid zijn’, aldus de Kamerbrief bij de Defensienota.[2] Wel jammer dat deze overtuiging, na decennia van bezuinigen, pas sinds 24 februari 2022 opgeld doet.

Oorlog smeedt ook saamhorigheid, zoals de Europese eensgezindheid in de EU en NAVO ten aanzien van Rusland naar aanleiding van de invasie in Oekraïne. Maar de eensgezindheid is broos. Oekraïne staat niet meer op de voorpagina, de oorlog wordt ‘gewoon’ en daalt op de politieke agenda – dat is jammer.

Naarmate de oorlog in Oekraïne voortduurt en er geen zicht op een snelle uitkomst is verslapt de aandacht en is de saamhorigheid weer onder druk komen te staan. Is solidariteit dan een constructie? Het resultaat van politiek onderhandelen op grond van gelegenheidsargumenten en niet op basis van overtuiging? Dat zou kwalijk zijn. Indien Europa nu al uit elkaar is gespeeld, hoe sterk staan we dan als er uiteindelijk echt met Poetin over vrede onderhandeld moet worden? Oprechte solidariteit is hard nodig, immers: ‘making peace is harder than waging war!’[3]

[1] Margaret MacMillan, War. How Conflict Shaped Us (New York, Random House, 2020). De titel verwijst naar een aforisme van Charles Tilly, zie vb: Charles Tilly, 'War Making and State Making as Organized Crime', in Peter Evans e.a. (red.), Bringing the State Back (Cambridge, Cambridge University Press, 1985) 169-91.

[2] Kamerbrief bij Defensienota 2022 – Sterker Nederland, Veiliger Europa (Den Haag, ministerie van Defensie, 2022).

[3] Vrij naar George Clemenceau, minister-president van Frankrijk, uitgesproken in 1919 tijdens de Vredesconferentie in Parijs.

Over de auteur(s)