‘Het kan de aandacht niet ontgaan zijn, dat in ons Voorschrift op den Pionierarbeid geen aanwijzingen voorkomen, omtrent het gebruik der draagbare schop, tot hakken of zagen.’ Het gaat hier om de Linnemann-schop, ontworpen in 1869 en in gebruik genomen door verschillende krijgsmachten, waaronder de Nederlandse. Eerste luitenant der infanterie J.C. Morren pleitte in 1884 in de Militaire Spectator voor waardering voor het scala aan toepassingen van dit handige gereedschap.[1]

Hij had daarbij de beeldvorming tegen zich: ‘Velen zal het echter onbekend zijn, welk een waarde de Linnemann-schop heeft als hak- en zaagwerktuig. (…) De aanblik van de grove zaag en van de stompe zijde, die bestemd is om te hakken, geeft dan ook aanleiding tot weinig vertrouwen in haar bruikbaarheid.’ En ‘Wie het niet zelf gezien heeft, heeft volkomen recht er aan te twijfelen; hij late er echter de proef van nemen.’ Immers, zien is geloven. Morren nam zelf de schop ter hand, ‘en was spoedig overtuigd.’ Steenharde bomen van 8,5 cm doorsnee vallen zonder moeite binnen anderhalve minuut. In slechts vijf minuten delft een dikkere boom (15 cm) het onderspit.

Foto Wikimedia

Morren heeft het grondig aangepakt en ondersteunt zijn betoog met meer dan alleen zijn persoonlijke ervaring. ‘Wij hebben met de schop geheele bosschen geraseerd’, haalt hij een militair in Bosnië aan. Mits goed onderhouden (geslepen), dragen de hak- en zaagcapaciteiten van de Linnemann-schop bij aan de effectiviteit van militaire eenheden, ‘Aangezien nu in den oorlog de tijd zeer groote waarde heeft.’ Dus, besluit luitenant Morren, ‘Doordrongen van het grote gewicht van het hierboven aangehaalde, nemen wij de vrijheid met de meeste bescheidenheid, doch met kracht aan te bevelen om het Voorschrift op den Pionierarbeid aan te vullen met een aanwijzing omtrent het gebruik der schop, tot hakken en zagen.’ Als elke compagnie vier vijlen aanschaft kost dat het hele Nederlandse leger niet meer dan 200 gulden en is moeiteloos hakken en zagen gegarandeerd.

Behalve voor graven, hakken en zagen is de spade ook geschikt voor man-tegen-mangevechten. Onder de naam MPL-50 wordt de Linnemann-schop nog steeds gebruikt door het Russische leger. Naar verluidt vochten Russische troepen in 2023 door munitietekorten met deze schop in Bachmoet, Oekraïne.

 

[1] J.C. Morren, ‘De Linnemann-schop als hak- en zaagwerktuig’, Militaire Spectator 53 (1884) 785-787.

Over de auteur(s)