Onduidelijkheid en mispercepties over de intenties en plannen van de vijand tijdens de Koude Oorlog staan in dit themanummer centraal. Uit een artikel van een Russische generaal in het rijke archief van de Militaire Spectator blijkt dat de Sovjet-Unie operationele plannen op de plank had liggen om in verschillende aanvalsgolven (‘echelons’) de NAVO in Europa te verslaan. Binnen twintig dagen zou de eerste golf Sovjetroepen West-Duitsland uitschakelen en vervolgens de grenzen met Frankrijk en Spanje bereiken. Als het nog nodig was zou de volgende golf het succes op het slagveld verder uitbuiten en doorstoten naar het Kanaal en de Atlantische Oceaan.
Dit scenario is kort na het einde van de Koude Oorlog opgetekend door generaal-majoor Aleksander Ivanovitsj Vladimirov.[1] Hij vervulde commandofuncties in het Verre Oosten, de DDR en in Vietnam. Nadat hij met groot verlof ging was Vladimirov militair adviseur van de Opperste Sovjet van de Russische Federatie. In 1993 schreef hij zijn artikel over de nieuwe orde na de Koude Oorlog en de veiligheidsvraagstukken van de toekomst. Daarbij waarschuwde hij al voor de gevolgen van klimaatverandering.
In een terugblik op de militaire plannen van de Sovjet-Unie was Vladimirov vrij uitgesproken: in geval van oorlog zouden de Sovjets snel oprukken tot aan de Atlantische kust. Hij gaf details over de verdeling binnen het Warschaupact: ‘…before 1989 the Soviet military doctrine provided for the following scenario in case a war breaks out in Europe: by a strike of the troops of the fronts of the first strategic echelon (units of Soviet troops in Poland, the GDR, Czechoslovakia, Hungary and the national armies of these countries).’
Als gezegd, indien nodig zou de tweede fase aanvangen: ‘The second strategic echelon would consist of the units of forces in the Baltic area, in the Ukraine, Byelorussia, Moldavia, etc. The internal military areas of Russia itself such as the Moscow, Volga area, the Ural, and Siberia military areas would play the role of preparing strategic mobilization reserves.’
Na de Koude Oorlog, schrijft Vladimirov, leverde deze scenarioplanning een risico op voor Rusland. Toen het Warschaupact en de Sovjet-Unie desintegreerden ‘and Russia won its sovereignty there arose a situation when the most efficient, well-manned troops fitted out with the latest in combat equipment found themselves outside Russia itself.’ Ook de belangrijkste militaire bases, communicatiecentra, commandoposten, vliegvelden en havens bevonden zich buiten Russisch grondgebied. In de tijd van Vladimirovs artikel werden de praktische implicaties, zoals het terughalen van Russische troepen en materieel, opgelost, maar een fundamenteel nieuw probleem diende zich aan: wat moest de Russische militaire doctrine worden voor de nieuwe geopolitieke situatie? ‘Which army is needed by Russia and for the achievement of what tasks?’, aldus Vladimirov.
[1] A.I. Wladimirow, ‘The 21st Century, the World, and my son Sasha’, Militaire Spectator 162 (1993) (2).