Op het moment dat Mark Galeotti’s nieuwste boek zou verschijnen, valt Rusland met militair geweld Oekraïne binnen. Galeotti – onderzoeker, wetenschapper, journalist, maar vooral Ruslandkenner – is de man die de ‘Gerasimov-Doctrine’ heeft gemunt en later ruiterlijk toegaf dat deze framing onfortuinlijk was. Het was immers Gerasimovs reflectie op het westerse optreden in Noord-Afrika en niet een doctrine van het Russische hybride optreden, zoals het Westen dacht waar te nemen op de Krim in 2014. Gelet op de inval van 24 februari 2022 paste Galeotti het manuscript aan en het boek verscheen met het extra hoofdstuk ‘Ukraine 2022: Putin’s last war?’ in juni 2022.

Must-read

In het kort: dit is een must-read voor iedere militair en zeker de moeite waard voor iedereen geïnteresseerd in krijgskunde. De meerwaarde van het boek is dat het, in tegenstelling tot menig andere publicatie, niet vanuit het Westen redeneert, maar inzicht geeft in hoe Rusland – en dan met name president Vladimir Poetin – de wereld ziet en waarom hij Oekraïne is binnengevallen; overigens zonder een rechtvaardiging te zijn. Galeotti beschrijft hoe Poetin, die na Boris Jeltsin de sterke man in het Kremlin wordt, zich langzaam ontwikkelt tot een heerser die het oude Russische empire wil herstellen.[1] Het herstellen van het empire heeft meerdere aspecten: het verkrijgen of herstellen van de invloedssferen, de reconstructie van het leger dat essentieel is voor een sterk Rusland, en het bouwen van een netwerk van power brokers rondom Poetin, zoals defensieminister Sergej Sjojgoe of Jevgeni Prigozjin, Poetins ‘chef-kok’.

Dit is geen vanzelfsprekend pad, maar de nieuwe constellatie ontwikkelt zich in de loop van de tijd en de houding van het Westen tegenover Rusland is daarbij richtinggevend. Waar Rusland na het vallen van de Berlijnse Muur eerst het Westen volgt, keert het zich – nadat het Westen Rusland niet als gelijke ziet – tegen het Westen en promoot steeds vaker een stabiele autoritaire staatsvorm als alternatief voor ‘zwakke, hypocriete democratieën’. Galeotti beschrijft deze ontwikkeling aan de hand van de oorlogen die Rusland heeft gevoerd. De Eerste Tsjetsjeense Oorlog (1994-1996) vindt plaats onder Jeltsin. Het plan was om in enkele dagen de satellietstaat Tsjetsjenië binnen te vallen en onder controle te krijgen; een wijze van militair denken die ook in latere operaties terug blijft keren. Het werd een regelrechte ramp voor Rusland en zijn leger. De Tweede Tsjetsjeense Oorlog verliep anders, vooral nadat Poetin in 2000 president was geworden. In plaats van zelf te vechten zocht Poetin lokale bondgenoten en stelde een geestverwant aan het hoofd van de Tsjetsjeense regering. Het gebruik van militaire, maar vooral diplomatieke, financiële, economische en informatiemiddelen is een rode draad die ook in de latere oorlogen is terug te zien.

Hervormingen

Het herstellen van de invloedssfeer door landen grenzend aan Rusland onder controle te houden kan alleen met een sterk leger. In oktober 2010 introduceert Rusland, onder de hoogste militair Nikolaj Marakov, een hervormingspakket: de ‘New Look’-krijgsmacht (zie hoofdstuk 12 van Galeotti’s boek). Een belangrijke verandering, naast enkele investeringen, is het herstructureren van de krijgsmacht. Rusland had per krijgsmachtdeel verschillende regionale indelingen. Onder Marakov komt er een ‘joint’ Westelijk (Zapadny), Zuidelijk, Centraal en Oostelijk Militair District met daarin eenheden van land-, lucht- en zeestrijdkrachten. Later kwam daar als vijfde regio nog het Arctisch Commando bij. De New Look-krijgsmacht komt echter niet geheel uit de verf, deels doordat de defensie-industrie niet volledig meewerkt, waarop de legerleiding (duur) materieel in het buitenland verwerft. Daardoor stokken niet alleen de hervormingen, maar ook de economie. Deels mislukken de hervormingen ook vanwege maatregelen die het moreel raken, zoals het schrappen van rangen of het herschikken van divisies met tradities uit de Tweede Wereldoorlog (de Grote Patriottische Oorlog) tot brigades. Sommige divisies worden zelfs opgeheven.

In 2012 wordt Sjojgoe minister van Defensie. Hij is een van de zeer capabele functionarissen waar het Poetin-regime op steunt. Sjojgoe, bijgenaamd ‘Satan’, weet de hervormingen uit het slop te trekken door de Russische defensie-industrie weer aan boord te krijgen. Sjojgoe is een man van daden die de corruptie binnen het leger hard heeft aangepakt, maar echt onsterfelijk maakte hij zich bij de soldaten door de tot 2013 gebruikte portjanki (‘voetdoeken’) te vervangen door echte sokken. De minister draaide ook een aantal maatregelen van Marakov terug, herstelde rangen voor oudgedienden en ook vele divisies en tradities. Dit ging gepaard met een verhoogde instroom aan rekruten door de contractsoldaten substantieel meer te betalen.

Wurgcontracten

De inval in de Krim zou het succes van de hervormingen moeten aantonen. Maar niet alleen dat. Ook de geleerde lessen uit de Georgië-Oorlog in 2008 zijn gebruikt; vooral de heimelijke informatieoorlog die de wil van de opponent om te vechten ondermijnt. En met het slimme strategische optreden in de uiterst complexe situatie in Syrië (waarbij de Koerden, de Turken, de Amerikanen, al-Qaida en IS soms vriend en soms vijand zijn) vanaf 2015 heeft Poetin zich een geduchte actor op politiek niveau getoond, die Prigozjins Wagner-huurlingengroep zonder wroeging inzet, maar ook net zo eenvoudig slachtoffert.

Interessant zijn Galeotti’s observaties over de uiterst kwetsbare (materiële) ondersteuning van de Russische krijgsmacht. Sjojgoe had de Russische defensie-industrie weliswaar weer aan boord, maar hij werkt wel met wurgcontracten. Er zit vrijwel geen winstmarge op de productie en daarnaast is de overheid een wanbetaler. Het gevolg is dat Russische bedrijven op de kapitaalmarkt (duur) geld moeten lenen om overeind te blijven. Daarnaast zorgt het gebrek aan winst ervoor dat er geen budget is voor research and development. Die kennis moet dus ‘elders’ verkregen worden. Ook de ontplooiing en de logistieke ondersteuning van de Russische BTG’s (bataljon-tactische groepen) toont een fundamentele zwakte aan. Logistiek is niet decentraal (in een divisie of brigade), maar centraal geregeld via het grote Russische spoornet. Ontplooiing over de grens is daarmee uitgesloten, niet in de laatste plaats doordat de Russische spoorbreedte verschilt van de rest van Europa.

En dan de toekomst. Galeotti geeft aan dat heavy metal-oorlogvoering niet verdwenen is en dat (NAVO)landen rekening moeten houden met een scala aan geweldscenario’s, inclusief het grootschalige conflict. Het Nederlandse besluit tot uitfasering van de tank was dus een saillante misser (Galeotti, blz. 362). En over Poetin is Galeotti niet bepaald mals: die zit tussen het aambeeld van Oekraïens verzet en de hamer van zijn eigen hoogmoed. Oekraïne lijkt daadwerkelijk Poetins laatste oorlog te worden, de vraag is alleen of hij of zijn opvolger de strijd gaat beëindigen.

Kol dr. B.J.M. Pijpers, NLDA

Putin's Wars

From Chechnya to Ukraine

Door Mark Galeotti

Oxford (Osprey) 2022

384 blz. – ISBN 9781472847546

[1] Roeslan Zaporozjtsjenko, ‘The End of ‘Putin’s Empire?’. Ontological Problems of Russian Imperialism in the Context of the War against Ukraine, 2022’, Problems of Post-Communism (5 januari 2023).

Putin's War

Over de auteur(s)

Kolonel mr. dr. B.M.J. Pijpers

Peter Pijpers is universitair hoofddocent Cyber Operaties aan de Nederlandse Defensie Academie.