In 2019-2020 is het 75 jaar geleden dat de geallieerden de Tweede Wereldoorlog beslisten en nazi-Duitsland versloegen. Vanuit West-Europees en ook Nederlands perspectief begon het einde van de Duitse bezettingsjaren op 6 juni 1944, D-Day, met de landingen op de stranden van Normandië.[1] Na een verbeten strijd werd vanaf augustus de nationale soevereiniteit en vrijheid in Frankrijk en België hersteld. In september en oktober volgden de zuidelijke provincies van Nederland, tijdens de geallieerde opmars naar de Rijnbruggen bij Arnhem, en in november bij de verovering van het Scheldegebied. De rest van Nederland werd in het voorjaar van 1945 bevrijd. De komende maanden, van juni 2019 tot en met mei 2020, schenkt de Militaire Spectator in deze rubriek aandacht aan de historische gebeurtenissen van 1944-1945, die het herstel inluidden van de democratie en vrije rechtsorde van Nederland. Voor meer verhalen, achtergronden foto’s en video, zie ook de gespecialiseerde website van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH): www.75jaarvrij.nl.
Commando Kokhuis en operatie Market Garden
Welmoed Bons
Op 17 september 1944 ging operatie Market Garden van start.[1] Tijdens deze grote geallieerde operatie moesten belangrijke bruggen over de Rijn, de Maas en de Waal worden ingenomen, om daarna te kunnen doorstoten naar Duitsland. Nederlandse commando’s van No. 2 Dutch Troop vochten tijdens de operatie met geallieerde eenheden mee. Een van hen was de 24-jarige sergeant Valentin Gerardus Kokhuis. Vijf jaar na Market Garden beschreef hij zijn oorlogservaringen voor de Commissie Militaire Onderscheidingen. De originele verklaring bevindt zich in collectie 057 Losse Stukken van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).
Op 18 september vertrok Kokhuis, ingedeeld bij 504th Parachute Infantry Regiment (PIR) van de Amerikaanse 82nd Airborne Division, met een zweefvliegtuig vanaf Leicester. De landing in een weiland in de buurt van Nijmegen verliep moeizaam: het toestel had een te hoge snelheid, waardoor het landingsgestel afbrak. De piloot raakte bekneld. Toen Kokhuis uit het vliegtuig sprong, werd hij direct beschoten. ‘Dit heb ik beantwoord met een tommygun’, verklaarde hij.
Na het uitladen van de jeep meldde Kokhuis zich bij zijn eenheid. Met zes anderen kreeg hij opdracht de burgemeester van Wijchen te arresteren. Ze vonden de man op het gemeentehuis en maanden hem zich over te geven. ‘Hoewel hij een pistool in de hand had, gaf hij hieraan gevolg.’ De eenheid van Kokhuis rukte hierna op naar Nijmegen. De brug over de Waal kon niet rechtstreeks worden genomen, daarvoor moesten de luchtlandingstroepen op 20 september eerst met bootjes de rivier oversteken. ‘Toen wij midden op de rivier waren, kregen wij van alle kanten vuur’, aldus Kokhuis. Tijdens de oversteek verloren 48 geallieerde militairen het leven.
B-24 Liberators werpen voorraden af voor Amerikaanse parachutisten op de grond rond Nijmegen en Son. Foto Beeldbank NIMH
Kokhuis’ verhaal als commando tijdens de Tweede Wereldoorlog is interessant, maar roept ook vragen op. Wat was er aan de hand met de burgemeester van Wijchen? Nader onderzoek in samenwerking met de Historische Vereniging Tweestromenland (juli 2019) leverde geen duidelijk antwoord op de vraag waarom deze persoon werd gearresteerd. Kokhuis legde zijn verklaring in 1949 mondeling af. Een voorzichtige en kritische benadering van bronnen als deze is in ieder geval geboden.
In het tweede deel van zijn verslag verhaalt Kokhuis zijn belevenissen rond de landing bij Westkapelle (Walcheren) op 1 november 1944. Daarover in november meer op www.75jaarvrij.nl.
De Binnenlandse Strijdkrachten in bevrijd Nederland
Koen Monnickendam en Hanneke Takken
Het is 18 september 1944, in de vroege morgen. De 28-jarige Johan Pekelharing rijdt op zijn fiets vanuit het Brabantse Zeelst richting Eindhoven. Oplettend kijkt hij om zich heen. Zijn er ergens Duitsers te zien? Een paar honderd meter achter hem volgt een Amerikaanse jeep met acht paratroepers van de 101st Airborne Division, wapens in de hand. Met een verrekijker houden ze de eenzame fietser goed in de gaten. Hand omhoog is stoppen. Hand achter de rug is dekking zoeken. Draait de fietser om, dan betekent dat: de vijand is in aantocht, wegwezen!
Johan Pekelharing was de tweede man van de Zeelster tak van de Brabantse verzetsgroep Partizanen Actie Nederland (PAN). Het zweefvliegtuig waarmee de Amerikanen de dag ervoor op de afgesproken landingszone hadden moeten landen, had elders een noodlanding gemaakt. Het was nu aan Johan om ze veilig bij hun eenheid af te leveren. Een gevaarlijke onderneming, maar gelukkig bleken de Duitse stellingen die ze moesten passeren verlaten. ‘De jeep volgde prachtig, ik kreeg er nu pas echt plezier in!’
Bewapende leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten brengen een verdachte Nederlander over naar een verzamelplaats voor arrestanten in Amsterdam. Foto Beeldbank NIMH
Johan was een van vele verzetsstrijders die de geallieerden hielpen met hun strijd tegen nazi-Duitsland. Om de verzetsgroepen goed te kunnen inzetten en aansturen, waren op 5 september de Binnenlandse Strijdkrachten opgericht.[2] Hieronder vielen de drie grootste verzetsorganisaties: de Landelijke Knokploegen (LKP), de Raad van Verzet (RVV) en de Ordedienst (OD). Soms werden ook leden van andere verzetsgroepen onder de BS geschaard. Zo ging een deel van Johans PAN, die al intensief samenwerkte met de LKP, op 22 september op in de gewapende tak van de BS, de Stoottroepen.
In het bevrijde deel van Nederland werd een onderscheid gemaakt tussen de strijdende en niet-strijdende onderdelen van de BS: de Stoottroepen en de Bewakingstroepen. De Stoottroepen zetten vanuit bevrijd gebied de strijd tegen de Duitsers voort, bijvoorbeeld als onderdeel van een geallieerde eenheid. De Bewakingstroepen werden ingezet voor de handhaving van de orde in bevrijd gebied, voor het arresteren van NSB’ers en voor bewakingstaken.
Lees het achtergrondverhaal ‘Nederlandse strijders in actie’ in de Bevrijdingskrant van september op www.75jaarvrij.nl.
[1] Zie ook: W.H. Tiemens, ‘Waarom ‘Arnhem’ mislukte’, in: Militaire Spectator 169 (2000) (9) 471-479. https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/2000/2000-0471-01-0120.PDF.
[2] Zie ook: Dr. H.J.C. Termeer, ‘De strijd om het nieuwe leger. Rivaliteit tussen veteranen van leger en verzet in de nationale crisis van de bevrijdingsjaren 1944-1945’, in: Militaire Spectator 164 (1995) (5) 236-245. https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1995/1995-0236-01-0059.PDF.