‘Kajsa fijn dat je op zo korte termijn hier naartoe kon komen.[1] Met dat gedoe in Oekraïne krijg ik steeds meer vragen over de status van ons eigen leger. En daar moet ik toch zo af en toe iets op terug kunnen zeggen. Maar voor we daar aan toe komen: ik zie net de minister van Buitenlandse Zaken van Rusland op de tv en die vertelt dat de Russen helemaal niet zijn binnengevallen in Oekraïne! Kan dat kloppen? Bij Defensie hebben jullie daar per slot van rekening meer verstand van dan ik. Is dit niet allemaal een groot misverstand? Die Lavrov geldt toch als een bekwaam diplomaat. Die kan er toch niet zo naast zitten? Kunnen we de boel op het politieke niveau niet gewoon zo benaderen dat deze hele aanval niet heeft plaatsgevonden? Dat zou me goed uitkomen.’

‘Mark, ik heb de MIVD opdracht gegeven dat onmiddellijk uit te zoeken. Het antwoord gaat een paar dagen duren zeggen ze. Er schijnt veel fake nieuws te zijn. We moeten dat natuurlijk checken bij onze EU-partners en de Amerikanen. Zodra het helemaal duidelijk is laat ik het je weten. Maar ik heb in die paar weken dat ik minister van Defensie ben een paar dingen geleerd: je kunt beter uitgaan van een worst-case scenario.’

‘Oké, je denkt dus dat het echt oorlog is? Ik bedoel: hebben die Russen überhaupt een oorlogsverklaring gestuurd? Zo gaat dat toch bij Defensie? Het ene land stuurt een oorlogsverklaring aan het andere land als ze met het leger aan willen vallen? Hebben die Oekraïners wel goed in hun mailbox gekeken? Staat Poetin niet toevallig in het spamfilter? We moeten toch weten waar we aan toe zijn!’

‘Mark, ik denk dat we ervan uit moeten gaan dat het menens is. Als ik er bij mij op het ministerie over praat zeggen alle militaire adviseurs dat alle daden van Poetin hier al jaren op wijzen en dat ze hier al twintig jaar voor waarschuwen. Maar niemand luistert.’

‘En die burgerambtenaren op je ministerie, Kajsa. Wat zeggen die? Ik zeg al elf jaar tegen nieuwe ministers en staatsecretarissen dat ze naar die burgers moeten luisteren[2] en niet naar de militairen, met hun negatieve kijk op de zaken.’

'Die burgers kijken vooral naar het plafond Mark. En zeggen dat ze loyaal uitgevoerd hebben wat de bewindslieden van hen vroegen. Maar het schijnt echt zo te zijn dat heel veel militairen de afgelopen twintig jaar hebben gewaarschuwd dat dit zou kunnen gebeuren. Jij was de laatste elf jaar premier, heb je dat dan nooit gehoord of gelezen?’

‘Ik heb daar geen actieve herinnering aan. Ik moet bekennen dat ik me sowieso nooit echt voor Defensie heb geïnteresseerd. Natuurlijk kwam er wel eens een nota voorbij en schreef iemand een briefje, maar al die pessimistische praat, dat neem je toch niet serieus. Ik bedoel… die beloftes die we als politici doen, die neemt iedereen toch ook met een korreltje zout. Ik heb vorige week Jan Peter nog eens gebeld. Die heeft vóór mij ook tien jaar in het Torentje gezeten. En die zegt hetzelfde. Die generaals zijn notoire zwartkijkers en proberen altijd met allerlei onwaarschijnlijke bedreigingen geld los te peuteren voor nieuwe spullen. Ja, ik kon toch niet weten dat ze de waarheid spreken en dat er echt zoiets als een militaire dreiging in Europa is? Daar was volgens alle experts na 1990 toch een einde aan gekomen? Ik heb die Poetin en Lavrov wel eens gesproken op een conferentie en het leken me hele normale en beschaafde kerels. Natuurlijk konden ze soms raar uit de hoek komen, maar dat geloof je toch niet? Ik dacht dat we zo’n lekker gaaf continent hadden. Wie denkt nu serieus dat die Poetin oorlog gaat voeren als hij dat zegt? Ik bedoel… zeg nou zelf: welke politicus doet nou wat hij zegt? Maar goed, nu ter zake: wat kunnen we doen Kajsa? We hebben wat extra centjes uitgetrokken. Hoe lang duurt het nog voor die winkel van jou weer een beetje op orde is?’

‘Mark, om te beginnen heb ik 9000 militaire vacatures. Pardon, ik bedoel 3000 vacatures en 6000 ‘openingen’, zoals mijn voorganger dat omgedoopt heeft. Maar goed, die vacatures kunnen geen geweer vasthouden en die openingen ook niet. Dus dat maakt niet veel uit. En met die armzalige arbeidsvoorwaarden komt die vulling de komende jaren ook niet goed. Bovendien moeten we die mensen dan nog opleiden. Dat kost ook jaren. Verder heb ik de meest recente materieelverwervingsprojecten eens bekeken. Alle dossiers lopen gemiddeld vijf tot tien jaar uit. Vrijwel al ons materieel draait al langer mee dan de periode waarvoor we het gekocht hebben en is dus verouderd. En de hoeveelheden: tanks, fregatten, onderzeeërs, vliegtuigen, van alles hebben we nog maar een handje vol. En een derde daarvan zit in onderhoud, voor een derde hebben we geen personeel en voor het laatste derde hebben we geen onderdelen. Kortom ik ben in de afgelopen weken tot de conclusie gekomen dat deze ministerspost een beetje chef lege dozen is geworden. Ik vrees zelfs dat we, als de Russen met hun aanval doorgaan naar NAVO-landen zoals Litouwen of Estland, die ook niet echt kunnen bijstaan. Die moeten dan hun eigen boontjes doppen. Artikel 5 is wat de Nederlandse bijdrage betreft goed genomen al jaren een loze belofte.’

‘Oei! Als ik dat zo hoor Kajsa, dan moeten we dat de komende maanden echt flink aanpakken. Dat kunnen we in ons gave landje toch zo goed. We maken een mooi project. Het probleem centraal stellen en dan goede mensen erop die flink doorpakken.’

‘Sorry Mark: je bedoelt net zo krachtig doorpakken als bij de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen of het oplossen van de toeslagenaffaire?’

‘Nou, dat zijn misschien geen heel goede voorbeelden geef ik toe. Maar dank voor je komst en je heldere uitleg. Ik weet nu waar ik aan toe ben. Gelukkig heb ik nog een plan B. Ik ga straks even bij het CDA en de CU langs. Die hebben een plan om met schietgebedjes en psalmen wat te proberen. Klinkt heel verfrissend en outside the box. En lekker goedkoop. Dat lijkt me gegeven de door jou geschetste situatie nog de beste kans om uit deze ellende te komen. Bidden en het beste ervan hopen!’

‘Ja, net als met de CO2.  Je gelooft er niet in, maar baat het niet… Nou, succes Mark!’

 

[1] Dit gesprek is terug te vinden op de onafhankelijke website Правда.com.

[2] Zie onder meer de column ‘Audiëntie’, Militaire Spectator 191 (2022) (1) 54-55.

Over de auteur(s)