‘Hé, Jan, m’n oude KMS-maatje, leuk jou hier te zien. Man, dat is lang geleden!’

‘Ja, Henk dat was voor het laatst in Afghanistan toch, ben jij toen na je tweede tour niet naar Münster geplaatst?’

‘Ja dat klopt, heb ik vier jaar gezeten, nu zit ik hier op de kazerne, bij de Sectie 3 als adjudant operatiën. Maar jij hebt het ook niet slecht gedaan zie ik. In Kandahar waren we alletwee nog sergeant-majoor en nu ben jij luitenant. Gefeliciteerd man! Hoe heb je dat in de huidige tijd van bevorderingsstops voor elkaar gekregen?’

‘Ja, Henk dat is eigenlijk wel grappig. Toen ik terugkwam uit Afghanistan heb ik natuurlijk een beetje naar een adjudantstoel gekeken. Ik had alle verplichte nummers als sergeant-majoor gedaan en thuis moet de kachel ook branden. Maar wat je zegt is waar. Allemaal bevorderingsstops, dus dat schoot niet op.’

‘Hoezo, jullie hebben bij de geneeskundige dienst toch genoeg adjudantfuncties?’

‘Niet meer dus. Hier en daar nog wel voor specifieke medische functies, maar voor een troeper zoals ik, is het merendeel van de adjudantfuncties geschrapt in de vorige reorganisatie. Numerus fixus en zo. Er moesten defensiebreed allemaal adjudantfuncties en overstefuncties geschrapt worden. Weet je nog? En daar moesten dan sergeants en luitenants voor terugkomen. Verjonging van het bestand en zo.’

‘Oh, ja, numerus fixus. De waan van de dag hè. Ik was het alweer bijna vergeten. We moesten naar een natuurlijke rangpiramide en de gemiddelde leeftijd en de gemiddelde loonsom moesten alle twee ook omlaag.’

‘Precies! Dus alle functies voor adjudanten inwendige dienst in ons dienstvak werden geschrapt, ook op alle gezondheidscentra zoals hier. En daar zijn toen allemaal luitenants voor teruggekomen. Op papier zijn die immers jong en starters in de officierspiramide. Meer luitenants en minder overstes, dit was zoals dat heet een beleidsbeslissing.’

‘Ja, toen zijn er meen ik nog heel wat overstes met vervroegd pensioen gegaan. Die kwamen ze dan een jaar later weer tekort; heb ik wel eens gehoord.’

‘Ja. Zo gaat dat na alle reorganisaties. De groepen die eerst overtollig zijn en er met een mooie regeling uit gaan, komen we een paar jaar later tekort. En hetzelfde gebeurde met die adjudantfuncties. Want dit soort functies als hoofd inwendige dienst – ach, het heet nu anders, maar ik zal je er niet mee vermoeien – dat zagen ze toch niet als hele geschikte startfuncties voor jonge KMA-officieren.’

‘Laat me raden, en toen werden dat functies voor uitlopers?’

‘Ja, dat heet tegenwoordig ook anders, maar daar komt het wel op neer. Er is de mogelijkheid om van onderofficier naar officier te wisselen als je een HAVO-diploma hebt. En dat had ik dertig jaar geleden nog eens gehaald, voor ik naar de KMS ging. Dus ik heb gereageerd op zo’n INFOOP[1] en na een gesprek met de Aannemings Adviescommissie mocht ik een paar maanden naar de KMA om omgeschoold te worden tot officier. En daarna ben ik hier op deze functie geplaatst. Maar nu als luitenant! Door de reorganisatie in het geneeskundige veld die zich al acht jaar voortsleept, is het aantal functies en taken op het gezondheidscentrum trouwens omlaag gegaan. Dus de baan is niet echt uitdagender geworden, maar wel beter betaald hè.’

‘Maar Jan, dat is toch een beetje krom! Ik bedoel. Heel fijn voor jou natuurlijk. Maar als de bedoeling was dat al die adjudanten vervangen werden door luitenants om de middensommen omlaag te brengen en meer jongere mensen in de organisatie te hebben, dan werkt dit toch precies de verkeerde kant uit. Nu doe je als veertigplusser hetzelfde werk als vroeger die adjudant, je bent net zou oud, hebt dezelfde ervaringsopbouw, alleen krijg je twee salarisschalen beter betaald.’

‘Tja. Ik denk dat je gelijk hebt. Zo had ik het zelf nog niet bekeken.’

‘En als ik daar nog eens dieper over nadenk, jij bent toch al lang fase 3. Je hebt een vast contract dus ze kunnen jou niet meer even laten uitstromen.’

‘Gelukkig niet zeg! Ik ben 49. Ik zou niet graag weer op de arbeidsmarkt gaan zoeken. Dat schijnt nog behoorlijk lastig te zijn als je een beetje tegen de 50 gaat lopen.’

‘Maar als er straks een paar kapiteinsfuncties vrijkomen dan hebben ze bij de DP&O weinig keus en moeten ze jou daar wel op plaatsen, want jij hebt immers een vast contract. Die jonge luitenants, die zijn de sjaak. Hoe goed ze ook presteren. Als de organisatie geen plaats heeft voor alle luitenants om kapitein te worden – door die numerus fixus-piramide – hebben ze geen andere keus dan meer van die jonge luitenants te ontslaan. Die hebben immers allemaal een tijdelijke aanstelling. En daarmee stijgt trouwens ook de gemiddelde leeftijd voor de kapiteins en dan voor de majoors...’

‘Ja, Henk, je helemaal hebt gelijk. Bizar eigenlijk. Zo diep heb ik daar eigenlijk nog nooit over nagedacht. Maar het goede nieuws is dat ik met mijn leeftijd geen overste meer wordt. Tenzij we natuurlijk straks tot 70 moeten gaan werken.’

‘Ik weet helemaal niet of dat nu zulk goed nieuws is. Want als ik zo een beetje doordenk dan zijn er straks veel minder jonge majoors om overste te worden. Die zijn immers de afgelopen jaren door dit soort ‘beleid’ al voor een groot deel door hun tijdelijke contracten uit de organisatie gewerkt om plaats te maken voor mensen die net als jij op latere leeftijd zijn overgestapt.’

‘Henk, waarschijnlijk heb je gelijk. Maar moet ik me daar dan schuldig over voelen? Ik bedoel. De organisatie biedt mij kansen en die grijp ik met beide handen aan. Dat zeggen ze toch tegenwoordig bij P&O, dat je zelf verantwoordelijk bent voor je loopbaan. Dat kan toch niemand mij kwalijk nemen?’

‘Natuurlijk moet jij je niet schuldig voelen, Jan. Maar ik heb altijd gedacht dat daar in Den Haag en Utrecht door hele slimme mensen over dit soort dingen werd nagedacht. En dat wij als Defensie door al die reorganisaties en reducties en bezuinigingen alleen maar doelmatiger werden.’

‘Dat valt dan wel weer mee, toch?’

‘Hoe lang zei je dat die reorganisatie in het medische veld heeft geduurd? Acht jaar? Dat kan toch niet? Wat was daar allemaal aan de hand?’

‘Ach weet je, dat volg ik allemaal niet zo. ‘Al die reorganisaties en beleidswijzigingen, dat is toch meer officiersgedoe.’

‘Maar Jan, dat ben jij nou toch!’

‘Shit!’

 

[1] Informatie op Personeelgebied.

Over de auteur(s)