‘Hé, Fatima. Leuk je te zien! Voor m’n gevoel hebben we elkaar al eeuwen niet gesproken.’[*]
‘Dat klopt wel Glennis, ik heb het hartstikke druk. Weer een project erbij gekregen van de Hoofddirecteur Personeel en dat moet vóór het eind van het jaar af. Maar laten we even samen gaan zitten en ons broodje opeten. Kunnen we even bijkletsen.’
‘Ja, leuk! Vertel eens: hoe komt het dat jij geen tijd hebt om tussen de middag op het ministerie je brood rustig op te eten. Waar ben je mee bezig?’
‘De AAC.’
‘Je bedoelt de Aanname en Advies Commissies?’
‘Ja, die.’
‘Dat was toch zo’n stelletje reactionaire buitendienst militairen, die vroeger de officiersselectie voor hun rekening namen? Ik dacht dat dat al twintig jaar terug was afgeschaft.’
‘Dat dacht ik ook. Maar nee dus. Blijkt dat ze bij alle krijgsmachtdelen nog zo’n bloedraad hebben.’
‘Oh, die zorgt dat ze de old boys daar nog op de oude manier binnenhalen. Maar dat is dan toch een fantastische klus Fatima. Lekker die oude b.d.’ers eruit werken en dan zorgen dat er meer mensen met een diverse achtergrond en meer meisjes worden aangenomen. Eindelijk een beetje inclusie organiseren! Dat is een geweldige kans, zoals een beleidsmedewerkster met onze achtergrond zelden krijgt. Kun je alle hindernissen wegnemen en zorgen dat de officiersopleiding eindelijk weer eens voor 100 procent gevuld wordt.’
‘Ja, dat dacht de minister kennelijk ook. Ze heeft namelijk hoogstpersoonlijk opdracht gegeven de AAC op te heffen.’
‘Zo, wat een cool besluit zeg. En wat vonden de commandanten van de operationele commando’s daar nu van? Die zien toch zeker ook wel in dat het de hoogste tijd wordt om dit soort anachronisme te vervangen?’
‘Nou, ik heb er niet bijgezeten toen het besproken is, maar het gerucht gaat dat ze allemaal tegen de opheffing van de AAC waren, inclusief de CDS.’
‘Ach, ik had het kunnen weten. Allemaal grijze blanke mannen opgevoed in de vorige eeuw. Zeg, je gaat natuurlijk eerst al die b.d.’ers ontslaan? Dat zo’n orgaan, dat mensen voor onze toekomst moet selecteren, uit mensen van de vorige generatie bestaat is toch onbegrijpelijk.’
‘Ja, dat was ook mijn eerste idee. Maar dat blijkt toch anders te liggen. Het merendeel van de AAC leden is geen b.d.’er. Er zitten ook jonge officieren in vanuit de KMA of het KIM of actief dienende met een operationele achtergrond. Er zitten zelfs vrouwen en reservisten bij! En bij de marechaussee zit er zelfs geen één b.d.’er in.’
‘Nou dat valt me dan weer mee. Maar wedden dat ze vrouwen geen eerlijke kans geven en alleen maar van die breedgeschouderde mannelijke blonde, blauwogige, VVD-stemmende sportspieren aannemen?’
‘Ik ben nu die cijfers aan het analyseren. Maar dat valt ook wel mee. Ik ben begonnen met de landmacht. Dat is de grootste club. Maar bij een aanbod van 24 procent vrouwen zijn er de afgelopen jaren 26 procent vrouwen aangenomen. Dus het lijkt eerder dat de vrouwen het juist beter doen voor de AAC.’
‘Maar ik durf te wedden dat er door die AAC zo veel afvallen dat we daardoor iedere keer met ondervulling zitten. We misten toch 8000 militairen. Komt volgens mij allemaal door de AAC’s.’
‘Ook dat heb ik bekeken. Maar de vulling van de opkomsten van de korte en lange opleiding van landmacht en de marechaussee over de afgelopen 5 jaar was 100 procent, dus daar deden die AAC’s eigenlijk best goed werk. De rest moet ik nog uitzoeken.’
‘En allochtonen. Die werden toch zeker wel massaal afgewezen?’
‘Dat is lastig te zeggen. We mogen dat wettelijk niet registreren, dus je moet dan op namen afgaan en zo. Kijk, om te beginnen komen allochtonen nauwelijks solliciteren...’
‘Mmm, dan kan de AAC ze ook niet aannemen bedoel je. En als je naar die namen kijkt? Wat geeft dat voor beeld?’
‘Eigenlijk dat ze het niet slechter doen dan de rest.’
‘Wil je nou zeggen dat die AAC de afgelopen jaren eigenlijk 100 procent vulling realiseert en binnen de mogelijkheden best goed voor diversiteit zorgt?’
Fatima knikt. ‘Daar lijkt het wel een beetje op.’
‘Nou, dat valt me niet tegen… Maar welk probleem wordt er dan opgelost door ze af te schaffen?’
‘Ja, dat weet ik ook nog niet precies.’
‘Is dat project dan niet een beetje zonde van de schaarse stafcapaciteit op het ministerie? Wat heeft de minister er dan in godsnaam toe gebracht om tegen het advies van haar militaire adviseurs in toch zo’n besluit te nemen?’
‘Ja, dat schijnt de schuld te zijn van die columnist van de Militaire Spectator. Frank Matsen of zo. Die heeft een paar maanden terug een column geschreven over de koffieautomaat,[2] waaruit zou blijken dat dáár de waarheid verteld wordt over de zaken die fout gaan in onze organisatie en die via de hiërarchieke weg nooit boven komen. En de minister leest die columns altijd en die gelooft heilig in die onzin. En sindsdien spreekt de minister bij elke beleidsbeslissing iedereen in de gang bij de koffieautomaat aan en vraagt wat ze ergens van vinden. De generaals worden er horendol van.’
‘En toen kwam ze toevallig iemand tegen die net als jij en ik niets afwist van de AAC, maar daar wel een uitgesproken mening over heeft.’
‘Volgens de geruchten is dat zo.’
‘En toen zag ze eindelijk de kans om eens een besluit te nemen tegen het advies van al die grijze blanke mannen hier op het ministerie in: iets wat simpel is, iedereen begrijpt, progressief lijkt en vooral krachtig overkomt… ook al lost het helemaal niets op.’
‘Ja, zoiets. Maar natuurlijk wel een uitgelezen kans om te laten zien dat vrouwen zich niet de les laten lezen door al die betweterige grijze geüniformeerde kerels die hier op het ministerie al tweehonderd jaar de dienst uitmaken.’
‘Zo had ik het nog niet bekeken. Ik begrijp nu ook waarom we naast een vrouwelijke minister en staatssecretaris ook een vrouwelijke secretaris-generaal hebben gekregen.’
‘Ja, dan hoeven we alleen nog de CDS te vervangen en dan zijn alle problemen opgelost.’
‘Ik sprak laatst iemand bij de koffieautomaat die vertelde dat ze daarvoor al een goede vrouw op het oog hebben.’
‘Mooi, het zal tijd worden. En nu alleen nog een vrouwelijke columnist in plaats van die vermaledijde Frank Matsen voor de Militaire Spectator en dan hebben we eindelijk rolmodellen op alle sleutelposities bij Defensie.’
[*] Elke overeenkomst met ware gebeurtenissen berust – zoals bij alle beleid – op toeval.
[2] Frans Matser, ‘Koffieautomaat’, in: Militaire Spectator 187 (2018) (12) 654-655.