Logistiek? Kwaliteitszorg? Leidinggeven? Allemaal thema’s die hun oorsprong kennen bij Defensie, maar toch bieden ook externe adviesbureaus de cursus ‘leidinggeven’ aan, waar wij – militairen, defensiemedewerkers – dan op kunnen inschrijven. Best merkwaardig eigenlijk. Ook IGO, informatiegestuurd optreden, is van hetzelfde laken een pak. IGO is helemaal hot bij Defensie. Op alle lagen en binnen alle krijgsmachtdelen zijn de staven bezig om hier richtlijnen over te vervaardigen, met vaak als centrale struikelblok: wat is IGO eigenlijk?
Maar laten we de vraag eens omdraaien: hoe opereerde Defensie voordat de recente IGO-hype uitbrak? Inderdaad… op basis van data, inlichtingen en kennis. Iedereen die ooit een operationeel planningsproces heeft doorlopen weet dat zonder inlichtingen het proces niet eens start. Laten we elkaar niet gek maken: wij, Defensie, doen al eeuwenlang aan IGO. Vandaar ook dat velen zo stoeien met de vraag wat IGO is. Immers, hoe leer je Garry Kasparov schaken?
Komt de hype dan uit het niets? Nee, er zijn wel degelijk zaken veranderd, maar dat heeft niet zozeer met IGO te maken. Ten eerste is de informatieomgeving gedigitaliseerd, zaken zijn virtueel geworden, gedematerialiseerd en de aanduiding ‘cyber’ is niet meer weg te denken. De digitalisering zorgt voor meer toegang tot meer data, meer mogelijkheden om data op te slaan en daar met algoritmes betere trends en analyses uit te halen. Steeds krachtigere computers en geavanceerde software zorgen ook voor het sneller doorlopen van de besluitvormingscyclus, alsook voor een grotere interoperabiliteit tussen de verschillende wapensystem. Ofwel: IGO 2.0 op basis van een gedigitaliseerde informatieomgeving.
Digitalisering van de informatieomgeving zorgt echter ook nog voor een tweede noviteit, namelijk de inzet van informatie als wapen. IGO 2.0 heeft gevolgen voor alle aspecten van de militaire operatie: van inlichtingen verzamelen en de commandovoering tot het uitvoeren van een actie. De gedigitaliseerde informatieomgeving maakt het daarnaast mogelijk om niet alleen de traditionele kinetische operaties uit te voeren, maar ook operaties waarbij wij de opponent beïnvloeden met woorden, foto’s en beeldmateriaal. Was dat in het verleden niet zo dan? Zeker, maar de mogelijkheden om groepen te beïnvloeden via sociale media zijn exponentieel gestegen. Waar de psychologische oorlogvoering van de Amerikanen of Russen vroeger de politieke elite kon bereiken zijn dat nu mondiale doelgroepen en daarnaast heeft de verspreidingssnelheid virale eigenschappen. De beïnvloeding in de gedigitaliseerde informatieomgeving ofwel cyberspace overstijgt daarmee ruim de klassieke spionage of contra-inlichtingen, maar blijft toch onder het niveau van geweld.
Maar is dat dan wel een taak voor Defensie? Touché! Laten we ook die vraag eens omdraaien. De voordelen en mogelijkheden van de gedigitaliseerde informatieomgeving gelden niet alleen voor ons, maar ook voor onze opponenten. En dit zijn niet langer enkel statelijke actoren en hun inlichtingendiensten; ook niet-statelijke actoren hebben gemakkelijk en vrijwel zonder kosten toegang tot de digitale snelweg, vanuit het buitenland, of van binnenuit. Het is wellicht waar dat het gebruik van informatie als wapen niet het prerogatief van Defensie is. De vraag die dan rest is wie ons gaat beschermen als de opponent dit wapen wél inzet.