‘Nederland gaat slaapwandelend een nieuwe wereldoorlog in’, stond er op de opiniepagina van NRC Handelsblad van 6 maart.[1] Het artikel was van de hand van hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen en techniekfilosoof Martijntje Smits. In hun opiniestuk pleiten de auteurs voor een herbezinning op de huidige strategie van het Westen in de steun aan Oekraïne: ‘Het antwoord op de uitzichtloze situatie aan het Oekraïense front kan niet zijn om domweg hetzelfde te blijven doen’. Zij ergeren zich aan boodschappen van bijvoorbeeld de Commandant der Strijdkrachten, generaal Onno Eichelsheim, die blijft hameren op het (militair) steunen van Oekraïne. Zij plaatsen hem in de categorie aanjagers van ‘een angstcultuur die wordt aangewakkerd door vertegenwoordigers van het militair-industriële complex’: ‘Vertegenwoordigers van de Nederlandse krijgsmacht kunnen in de media kritiekloos vertellen over de militaire bedreigingen, maar burgers krijgen daar zelden een ander, meer pacifistisch perspectief te horen’.

Ik dacht nog even: misschien doet een verfrissende blik op het conflict niemand kwaad. Het is duidelijk dat de strijd in Oekraïne op z’n zachtst gezegd in een impasse zit en iedereen die een werkbare oplossing heeft mag van mij kolommen van de kranten volpennen, ook als dat uit pacifistische hoek komt. Maar dat is niet wat het artikel van Engelen en Smits oplevert. Er staat zelfs nog geen begin in van een oplossing en is daarom het toonbeeld van intellectuele gemakzucht: met de vredesduif op de schouder langs de zijlijn roepen dat het anders moet, maar zelf geen idee hebben hoe dan.

Gelukkig was ik niet de enige die zich groen en geel ergerde aan dit artikel. De veelbeluisterde BNR-podcast van Arend Jan Boekestijn en Rob de Wijk nodigde de auteurs uit. Ik kan iedereen deze podcast aanraden.[2] Het resultaat is 44 minuten lang intellectueel vuurwerk, waarin de opinieschrijvers zich met de minuut langer vastdraaien in een steeds minder geloofwaardig verhaal: namelijk het bizarre idee dat geweldloosheid een oplossing is tegen een inherent gewelddadige dictator uit Moskou. ‘Er moet een krachtige internationale diplomatieke druk worden uitgeoefend op Rusland om het vuren te staken en om de tafel te gaan zitten.’ Alsof niemand in Brussel eerder op dat idee is gekomen. Praten met de Russische leider Poetin en sancties voor de Russen: het heeft allemaal tot niets geleid.

Vooral techniekfilosoof Martijntje Smits gelooft niet dat wapens de oplossing zijn. Gevraagd naar welke oplossing dan wel zou kunnen werken, wijst ze op een begrip uit de internationale betrekkingen: we moeten meer strategische empathie koesteren voor Poetin. Het Westen zou zich volgens haar meer moeten inleven in Poetin, die zich bedreigd zou voelen door de oprukkende westerse invloedssfeer, met name door de uitbreiding van de NAVO naar de Baltische staten.

Het is duidelijk dat beide auteurs zich niet verdiept hebben in de geschiedenis van de Baltische staten. Een constante daarin is namelijk de kwalijke neiging van hun oosterbuur Rusland om vanaf 1795 gemiddeld elke dertig jaar de soevereiniteit van de Baltische staten te schenden. Is het zo raar dat die landen hun heil zochten bij de NAVO? Niet gehinderd door enige kennis van feiten en dát negeren, ten faveure van strategische empathie voor Poetin, is zwaarbevochten vrede en veiligheid negeren van miljoenen inwoners in het voormalig Oostblok.

Het is bovenal nogal wat om strategische empathie te vragen voor iemand met een jarenlang track record van het schenden van democratische grondbeginselen. We hebben hier te maken met een regime waaronder inmiddels niemand in Rusland meer in vrijheid leeft, wat bereikt is met snoeiharde repressie. Vragen om empathie voor Poetin is hetzelfde als naar Ridouan Taghi kijken en jezelf afvragen of die misschien toch wel ergens een punt had toen hij begon met het tarten van de Nederlandse rechtsstaat en samenleving.

Los van meer strategische empathie pleit met name Martijntje Smits er in de podcast voor om van verder geweld af te zien. Maar dat betekent dat Poetin kan doorstoten tot waar hij wil, werpt Boekestijn Smits terecht tegen in de podcast. Echt een antwoord lijkt Smits daar niet op te hebben. Dat is dan maar zo, lijkt haar – in mijn ogen verbijsterende – antwoord. Zij lijkt geweldloosheid te prevaleren boven individuele vrijheid, zelfbeschikking en democratie. Waar ze wel in gelooft is in ‘intern verzet’, van binnenuit (dus na eenmaal te zijn veroverd, neem ik aan), waarbij ze verwijst naar het verzet in de Tweede Wereldoorlog.

Alweer toont Smits zich hier een matige kenner van de militaire geschiedenis. Hoezeer ik de groep rond Claus von Stauffenberg en hun aanslag op de Führer van 1944 ook bewonder, Hitler hebben zij er niet mee gestopt. Hoe dat wel lukte? Tachtig jaar geleden, vanaf juni 1944, toen infanterie en tanks zich vechtend een weg begonnen te banen op de stranden van Normandië, op weg naar Berlijn. De opening van dat westelijke front stelde de Russen in staat hun opmars naar Duitsland vanuit het oosten voort te zetten en uiteindelijk grote delen van Oost-Europa in te nemen en decennia lang te bezet te houden.

Met miljoenen mensenlevens en heel veel militair geweld is Hitler uiteindelijk verslagen. Simpel omdat er in die situatie geen andere optie was. Wie anno 2024 denkt dat ‘intern verzet’ iemand als Poetin kan verslaan, moet maar eens gaan praten met de moeder van de in februari in een strafkolonie overleden Russische oppositieleider Aleksej Navalny.

Vrede, democratie en veiligheid worden al 75 jaar gewaarborgd door de NAVO. Het zijn begrippen die Ewald Engelen en Martijntje Smits wel erg makkelijk offeren op het hakblok van het pacifisme.

 

[1] Ewald Engelen en Martijntje Smits, ‘Nederland gaat slaapwandelend een nieuwe wereldoorlog in’, NRC, 6 maart 2024. 

[2] Arend Jan Boekestijn en Rob de Wijk, ‘Stop de oorlog’, podcast BNR.nl, 23 maart 2024. 

Over de auteur(s)

Jaus Müller MA

Jaus Müller MA is militair historicus en werkt bij het cluster Onderwijs van de afdeling Operationele Dienstverlening van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.