‘Het Westen speelt schaak, China speelt mahjong’. Dat zei KTZ b.d. ir. Jeroen Franken, voormalig defensieattaché in China, op het seminar van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO) op 29 november in Rotterdam. Wat bedoelt hij daarmee? Schaken heeft duidelijke regels, en resulteert in een winnaar, verliezer, of remise. Aziatische spellen als mahjong en go draaien om het vastzetten van de tegenstander, om daarmee de eigen positie te versterken. Wil het Westen werkelijk de concurrentie aangaan met China, dan moet het leren hetzelfde spel te spelen. Franken vindt namelijk dat het Westen, inclusief Nederland, veel te naïef denkt over China. Daarbij wordt China beoordeeld op de westerse normen en waarden, maar die maatlat voldoet niet. Er is te weinig begrip van de Chinese kant van het verhaal en hun manier van denken. Dat begrip is hard nodig om na te kunnen denken over de centrale vraag van het seminar: ‘overleeft mare liberum de 21e eeuw?’
Maarten Katsman
KTZ mr. Niels Woudstra gaf een inleiding over de geschiedenis van het begrip mare liberum (de vrije zee), en over moderne maritieme strategie en de plek daarin van de Koninklijke Marine. Woudstra benadrukte dat mare liberum geen vaststaand gegeven is, en ook niet per se een ontwikkeling doormaakt naar meer vrijheid. De slinger tussen vrijheid (mare liberum) en beperkingen (mare clausum) is al een aantal keer heen en weer geweest. Momenteel maakt mare clausum weer vorderingen: op slechts vijftig procent van de zee rust geen claim.
KTZ b.d. ir. Jeroen Franken: ‘Het Westen speelt schaak, China speelt mahjong’. Foto Wendy van Bree Fotografie
Wat betekent dat voor Nederland en de Koninklijke Marine? Woudstra stelt dat de komende ‘maritieme eeuw’ van China wordt. Om daar op in te spelen zijn oude strategische denkers weer relevant, want na tijden van crisismanagement en terrorismebestrijding komt interstatelijk conflict weer terug. Helaas lijdt Nederland echter aan ‘strategische armoede’: het is vaak niet helder wat het land nu eigenlijk wil met zijn krijgsmacht. Volgens Woudstra is het vrij eenvoudig. De krijgsmacht heeft tot doel de Nederlandse en bondgenootschappelijke belangen te beschermen. Die belangen zijn duidelijk, en vooral economisch van aard. De Nederlandse economie is zeer open, en daardoor ook zeer kwetsbaar. Nederland bedient een achterland van honderden miljoenen mensen door de unieke ligging aan een rivierdelta. Een kleine verstoring in de aanvoer van producten is direct merkbaar. Daarom heeft Nederland een vitaal belang bij vrijheid van navigatie, ook in het oosten en noorden, regio’s waar die vrijheid juist onder druk staat door respectievelijk China en Rusland. Door de recente geopolitieke ontwikkelingen is ook de Atlantische Oceaan weer van belang, waarover de VS eventuele versterkingen naar Europa moeten verschepen. Woudstra distilleert hieruit een aantal concrete observaties. Ten eerste heeft Nederland een regionale taak in nabijgelegen wateren. Omdat de Amerikaanse marine niet meer overal aanwezig kan zijn (pivot to Asia), moet Nederland dienen als backstop: gaten dichten wanneer de Amerikanen die laten vallen door inzet elders. Ten tweede moet het Westen zijn eenheid, cohesie versterken. Daarin ligt de kracht van afschrikking. De verschuiving terug naar het accent op collectieve verdediging, die deels al heeft plaatsgevonden, is daarvoor noodzakelijk. De EU kan hierin best taken overnemen van de NAVO. Ten derde moet de marine operationeel in staat zijn sea control te bereiken, en sea denial. Eventueel moet de marine aangrenzend land kunnen beheersen. Hierdoor moet de vloot op tactisch niveau nog steeds in staat zijn alle vormen van oorlogvoering af te dekken: luchtverdediging, amfibisch opereren, onderzeeboten, et cetera.
Tot slot had Woudstra een boodschap voor politici: zij moeten zich realiseren dat als je niet meespeelt, je ook krediet verliest. Het is belangrijk dat Nederland aan tafel zit bij grotere landen, om zo invloed uit te kunnen oefenen op het internationale toneel. Die stoel krijg je echter alleen als je ook iets te bieden hebt.
‘100 year marathon’
Jeroen Franken gaf een inkijkje in China’s geschiedenis, ontwikkeling, en beweegredenen. Zo grijpen de Chinezen terug op hun oude denkers, en brengen de lessen van bijvoorbeeld Sun Tzu in praktijk. Die stelde dat je je kaarten gedekt moet houden, en dat je wel je zwakke punten kunt tonen, maar niet je sterke. Daarmee houd je de tegenstander in het ongewisse, en je bent in staat tot verrassingen. Wat is nu uiteindelijk het Chinese doel? Franken wees vooral op het behoud van de macht van de Chinese Communistische Partij. Daarnaast wil China weer het ‘rijk van het midden’ worden, dat het ooit was. De ‘eeuw van vernedering’ moet worden weggepoetst en de Partij heeft daar een planning voor: in 2021 (100 jaar na de oprichting van de Communistische Partij) moet China een ‘moderately well-off society’ zijn, met een per capita-inkomen van 10.000 dollar. Dit streven staat ook bekend als de ‘100 year marathon’. In 2049, 100 jaar na de oprichting van de Volksrepubliek China, moet het land een ‘strong, modernist socialist country’ zijn. Franken noemt dit het begin van de Pax Sinica. Iedereen zal respect moeten hebben voor China, en dat ook moeten tonen. Tegen die tijd moet China ook herenigd zijn, dat wil zeggen dat Taiwan weer tot het land behoort. Sommige theorieën beweren dat dit laatste nog tijdens het leven van Xi Jinping moet gaan gebeuren, dus wellicht al komend decennium.
Met name in de Zuid-Chinese Zee is de opkomst van China merkbaar en laat het land zijn macht gelden. Het belang van deze zee is meer dan regionaal. Acht van de tien grootste wereldhavens liggen rond de Zuid-Chinese Zee, en daarvan zijn er zes Chinees. Twaalf procent van de mondiale visvangst komt uit dit gebied, terwijl vijftig procent van de visserijvloot daar actief is. Ook ligt er waarschijnlijk een grote gasvoorraad onder de zeebodem. In dit gebied toont China zijn ware gezicht, aldus Franken. Het voert machtspolitiek, regels zijn ondergeschikt aan de Partij en het heeft lak aan het milieu (schade door de aanleg van kunstmatige eilanden). Gezien al deze belangen mag de Zuid-Chinese Zee geen ver-van-mijn-bed-show worden voor Nederland.
KVMO-seminar ‘Overleeft mare liberum de 21e eeuw?’. Foto Wendy van Bree Fotografie
‘Propaganda gunboats’
Dr. Rogier Creemers (Universiteit Leiden) haakte in op het punt van Franken dat het Westen China niet goed begrijpt. De Amerikanen projecteren bijvoorbeeld hun eigen perspectief op China: dat land zou de VS willen vervangen als hegemoon. Maar is dat wel zo? Volgens Creemers probeert China vooral lessen te leren van andere grote mogendheden: hoe voorkomt het een lot zoals dat van de Sovjet-Unie (ineenstorting), of van de VS (overstrekking)? China wil vooral overleven. Het observeert nauwlettend Amerika, dat het als primaire bedreiging beschouwt. Regime change wordt zeer serieus genomen door China, want het denkt dat het vroeg of laat zijn beurt kan zijn. Daarbij let China vooral op wat er daadwerkelijk gebeurt in de wereld, en niet naar wat er door bijvoorbeeld de VS wordt gezegd. Het Westen denkt wellicht positiever over zichzelf dan het verdient, aldus Creemers. Hij stelt dat China in feite vreedzamer is dan je zou verwachten van een opkomende mogendheid: sinds de jaren 70 heeft het land geen gevechtsoperaties meer uitgevoerd, en de Chinese strijdkrachten zijn dus al lange tijd niet echt meer getest. Chinese strategie en doctrines zijn daarom ook vooral hypothetisch.
Wat betekent dit nu voor de digitale mare liberum, cyberspace? Niemand weet hoe cyberescalatie eruitziet, en daarom is China er voorzichtig mee. Cyber is ook niet geschikt voor afschrikking, want je moet juist niet laten zien wat je hebt en kunt om effectief te zijn in cyberoperaties. China beschouwt vrije informatie als bedreiging, omdat die lijkt op de westerse aanwezigheid en agressie van weleer. Ditmaal gaat het niet om grijze schepen in Chinese wateren, maar om propaganda gunboats. Die probeert China te weren, en uiteindelijk, stelt Creemers, wil het land vooral zo machtig zijn dat het met rust gelaten wordt.