Over Oekraïne is de afgelopen anderhalf jaar veel geschreven. Ook door mij. Het is een afschuwelijke en onmenselijke oorlog, maar conceptueel ook een relatief eenvoudig conflict als je kijkt naar de vraag agressor-slachtoffer. Het conflict rond de Gazastrook is net zo bloedig en onmenselijk, maar met betrekking tot de vraag wie goed of fout is van een complexere orde.

Op een willekeurige Nederlandse kazerne is een willekeurige kapitein met een groep willekeurige soldaten kort voor de jaarwisseling de week aan het afsluiten. Dat zou ongeveer als volgt kunnen gaan: 

‘Dames en heren, het is alweer vrijdag het laatste uur van de ochtend. Vanmiddag nog een beetje onderhoud en dan kunnen jullie voor het kerstverlof naar huis. Het is dus weer tijd voor onze wekelijkse evaluatie. Zijn er nog op- of aanmerkingen over het programma van deze week, of vragen over wat er in januari op het lesrooster staat? Er is ook ruimte voor andere vragen, behalve mijn pincode. Ja, Jansen, zeg het maar.’

‘Kapitein, moeten we het niet eens over het Palestijns-Israëlische conflict hebben? Daar staan de kranten tenslotte al maanden vol mee. Je ziet de verschrikkelijkste beelden op tv. Ik bedoel, hoe zit dat nu precies, wie heeft er gelijk en kunnen wij er hier in Nederland ook mee te maken krijgen?’

‘Ik vind dat een lastige vraag korporaal. Ik denk niet dat wij – de Nederlandse krijgsmacht – daar direct iets mee te maken zullen krijgen. Maar zoals jullie niet ontgaan zal zijn, heeft de Nederlandse maatschappij er natuurlijk al wel volop mee te maken. Ik vind het lastig om daar iets verstandigs over te zeggen zonder dat iemand zich beledigd voelt of gediscrimineerd. De Nederlandse bevolking lijkt momenteel verdeeld in twee kampen. Het ene kamp vertaalt elke kritiek op Israël in antisemitisme. Het andere kamp doet elke kritiek op de Palestijnen af als steun aan een fascistische dictatuur. Dus wat ik ook zeg en hoe genuanceerd ik het ook probeer te brengen, dat geeft altijd gedoe. Beide partijen voeren daarnaast een niet te controleren propagandaoorlog. Dat inspireert voor- en tegenstanders tot demonstraties en die demonstraties eindigen steevast in het verketteren van de ander. Dus ik doe er het liefst het zwijgen toe. Jij wilde nog wat zeggen, De Vries?’

‘Ja, kapitein, ik begrijp u wel. Om daar iets van te vinden is bloedlink. Beide partijen horen alleen wat ze horen willen en zijn alleen maar bezig om goedbedoelde nuances expres verkeerd uit te leggen en daarna bakken vol gal en haatmails uit te storten over iedereen die zich, zelfs met de beste bedoelingen, in de discussie mengt. Als je pech hebt komen sympathisanten van beide partijen je ramen ook nog ingooien, of je bedreigen met een mes of erger.’

‘Ja, kapitein, ik hoorde laatst een historicus op de radio uitleggen hoe het zo was gekomen. Maar daar kon ik al snel geen touw meer aan vastknopen. Beide partijen kunnen kennelijk met ongeveer evenveel recht aanspraak maken op het wonen in hetzelfde stukje land.’

‘Ja, ik zag laatst een jurist op televisie en die kwam er ook niet uit. Wat Hamas en andere bewegingen doen is natuurlijk schandalig en in strijd met elke conventie, maar wat de Israëlische regeringen doen met de Palestijnse bevolking is ook al jarenlang strijdig met het volkenrecht. Iemand zij toen: ‘in beide gevallen leidt actie tot reactie’ en toen waren de poppen helemaal aan het dansen en was iedereen boos op elkaar.’

‘Dames en heren, niet allemaal door elkaar. Mij is vooral een antropoloog bijgebleven die op de radio vertelde dat de Palestijnse kinderen met de moedermelk de haat voor Joden binnen krijgen gegoten en dat veel gelovige Israëliërs hun kinderen opvoeden in de overtuiging dat elke steen in het beloofde land hen door God persoonlijk beloofd is en dat de Palestijnen en de Arabieren in het land een soort tweederangs burgers zijn, waar je geen rekening mee hoeft te houden. Dus ik weet niet hoe dat ooit goed moet komen.’

‘Maar kapitein, zijn er dan helemaal geen invalshoeken voor dit conflict waaraan ik me een beetje kan vasthouden?’

‘Mij schiet alleen een oneliner van Golda Meïr te binnen. Die schijnt ooit gezegd te hebben: ‘Als de Arabieren de wapens neerleggen is er morgen vrede in het Midden-Oosten, als de Israëliërs de wapens neerleggen is er morgen geen Israël meer’. Ik vrees dat daar wel een kern van waarheid inzit.’

‘Sorry, kapitein, maar wie is Golda Meïr?’

‘Golda Meïr, Jansen, is al lang dood, maar was lang geleden de premier van Israël. In de jaren 70 of zo. Er is nog niet zo lang geleden zelfs een film over haar gemaakt. Ze was een beetje de mentor van Yitzhak Rabin, die haar als premier opvolgde en later, in de jaren 90, probeerde tot een vreedzame oplossing van het Palestijns-Israëlische conflict te komen.’

‘Hebben die Rabin en de Palestijnse leider Yasser Arafat daar niet de Nobelprijs voor de Vrede voor gekregen, kapitein?’

‘Dat klopt, De Vries.’

‘Maar dat heeft blijkbaar niet erg lang gewerkt?’ 

‘Nee, kort daarna is Rabin vermoord.’

‘Ah, door de Palestijnen zeker?’

‘Dat zou je denken, maar nee. Door een fundamentalistische Israëliër. Die vond een oplossing waarbij de Palestijnen ook een stukje van het land zouden krijgen niet acceptabel.’

‘Oei, en toen was het vredesproces zeker naar de gallemiezen?’

‘Inderdaad.’

‘Maar die huidige premier, die Netanyahu, dat lijkt me bepaald geen type van onderhandelen en praten met de Palestijnen?’

‘Nee, De Vries, net zo min als de leiders van Hamas en de meeste andere Palestijnse en Arabische leiders met Israël willen overleggen.’

‘Kapitein, sorry dat ik het zeg, maar als ik dat allemaal zo hoor dan vrees ik dat het in geen honderd jaar goedkomt en wij hier vóór de lunch ook geen oplossing voor verzinnen.’

‘Korporaal Jansen, daar heb je vrees ik gelijk in. Maar ik heb er al veel meer over gezegd dan ik kwijt wilde. Laten we erover ophouden en naar het lesrooster van de volgende week kijken, daar valt hopelijk wel iets over te zeggen zonder dat er doden vallen. Niets? Oké dames en heren, dan is het nu tijd om te gaan lunchen. Wat je van het Gazaconflict vindt moet je zelf weten, maar als je een fijne kerstvakantie wilt: post je mening niet op sociale media! Smakelijk eten...’

Over de auteur(s)