Moderne oorlogvoering, roofkapitalisme, extreem geweld, motivatie van strijders: de Nederlandse fotograaf/schrijver/antropoloog Teun Voeten vergelijkt scenario’s van Mexicaanse drugskartels met die van Afrikaanse kindsoldaten en IS-terroristen en hoopt daar deze zomer op te promoveren in Leiden.[1]
Voeten stond in zijn al dertig jaar durende journalistieke carrière in iedere (drugs)oorlog vooraan. Voor Vanity Fair, Newsweek en National Geographic werkte hij onder meer in Afghanistan, Soedan, Irak en Gaza. Tussendoor trok hij naar Colombia om de hoogtijdagen van het Medellínkartel van Pablo Escobar te documenteren, woonde maandenlang met daklozen en verslaafden in een verlaten metrobuis in New York (en schreef daar het boek Tunnelmensen over) en reisde naar Ciudad Juárez in Noord-Mexico, waar de drugsoorlog werd uitgevochten met geweld van een intensiteit en wreedheid die hij nooit eerder in welke oorlog dan ooit was tegengekomen.
Bij het woord ‘oorlog’ denken mensen aan WO I en WO II, klassiek, tussen gelijkwaardige natiestaten, door geüniformeerde strijdkrachten, op een welomschreven slagveld en volgens bepaalde regels, zegt Voeten. Hij beschrijft vervolgens het model van de war by proxy, typisch voor de Koude Oorlog, uitgevochten in derdewereldlanden tussen door de superpowers bewapende communistische guerrilla versus een kapitalistisch regime, of andersom.
Na de ineenstorting van het communisme ontstonden de low intensity conflicts, niet als middel, maar als doel van ongeregelde warlords in falende staten. De burgeroorlogen in Sierra Leone en Liberia waren daar voorbeelden van.
Thans, zegt Voeten, beleven we het tijdperk van de ‘hybride oorlogen’, tussen ongrijpbare netwerken met meerduidige doelen, methodes en frontlinies. Het zijn democratische oorlogen, waarin niet alleen beroepsmilitairen kunnen participeren, maar iederéén. Het conflict tussen radicale islam en het Westen is er een voorbeeld van, maar ook de drugsoorlog in Mexico hoort in het rijtje van deze hypermoderne hybriden thuis. De oorlog in Mexico is momenteel zelfs het bloedigste conflict in een democratische, moderne, westerse staat. Naar schatting tweehonderdduizend mensen sneuvelden al en 2017 was met 28.000 doden een recordjaar.
Voeten beschrijft de Mexicaanse drugsorganisaties als multinationale ondernemingen in een wereld van groeiende economische ongelijkheid. Ze recruteren hun voetvolk uit de klasse van ‘economisch overbodigen’. De kartels opereren precies zoals ‘gewone’ multinationale ondernemingen, met sociale verantwoordelijkheid (El Chapo trakteert het volk op voetbalvelden), franchising & branding (de Zetas verkopen andere groepen het recht om hun merknaam te gebruiken), diversifiëring (naast drugs ook mensensmokkel, ontvoering, oliediefstal et cetera) en selectief HR-beleid (behalve brute moordenaars hebben ze een stabiel middenkader van managers, advocaten en IT-specialisten nodig). Al naar gelang de bedrijfsactiviteiten variëren hun relaties met overheden van intimidatie tot constructieve samenwerking.
In een extra hoofdstuk dat Voeten speciaal voor de handelseditie van zijn thesis schrijft, werkt hij de stelling uit dat Nederland, gezapig als het lijkt, net zo goed een narcostaat is, zij het een light-versie. Zonder het extreme geweld en de obscene corruptie van Mexico, kent Nederland wel degelijk een omvangrijke narco-economie en infiltratie van lokaal bestuur door de drugswereld.
De Antwerpse burgemeester Bart de Wever bevestigde recent nog Voetens onderzoek. Op 4 april wees hij beschuldigend naar ‘georganiseerde misdaad die door gedoogbeleid heel diep in Nederland ingenesteld is geraakt’. Antwerpen, met een haven die ook heel belangrijk is voor Zuid-Amerika, ‘deelt mee in de klappen’, zei De Wever. De Antwerpse burgemeester zegt een war on drugs te zijn begonnen, maar dat de maffia aan de winnende hand is.
Ook in deze oorlog zit Voeten weer op de eerste rij. Hij woont in Antwerpen. In maart brachten drugshandelaars twee handgranaten tot ontploffing, pal onder Voetens keukenraam. Hij overleefde, maar veel auto’s en voorgevels van buren niet.
[1] Het onderzoek heeft de titel: ‘The Mexican Drug War. A new type of conflict, senseless violence or business as usual?’.