Nederland kent momenteel ruim 100.000 veteranen. Dat zijn (oud-)militairen die het koninkrijk gediend hebben in missies of oorlogen. Lange tijd was de veteranenzorg geregeld via een (veteranen)nota. Uiteindelijk is de veteranenzorg in 2010 zelfs geformaliseerd in een wet. In deze wet is vastgelegd hoe de Nederlandse overheid, in letter en geest, invulling moet geven aan de zorgplicht voor haar (gewezen) militairen die, in opdracht van regering en parlement, hun leven in de waagschaal hebben gesteld. Bij het tot stand komen van de veteranenwet heeft men in Nederland, neem ik aan, gekeken naar landen zoals de VS, Engeland en Canada, waar de status van en de zorg voor de veteraan al veel langer door de overheid waren geregeld. Het tot stand komen van de Nederlandse Veteranenwet is een goede zaak. Toch bevat de wet naar mijn mening één belangrijke weeffout.

 

Zelf heb ik een paar jaar voor de U.S. Army mogen werken als exchange officier. Deze ervaring heeft mij onder andere bewust gemaakt van de verschillen in waardering tussen het Amerikaanse en Nederlandse veteranenbeleid. De Nederlandse veteranenwet is, bij nadere betrachting, voor mij toch vooral de bekende Nederlandse polderoplossing. Ik weet dat het doel van de Nederlandse veteranenwet zeker niet is om slechts een klein deel van de gewezen militairen erkenning te geven. De wet beoogt primair de zorgplicht te regelen voor militairen die tijdens uitzendingen fysiek en/of mentaal gewond raakten. En dat is prima. De veteranenwet komt boven op het sociaal stelsel dat wij in Nederland hebben. De VS bijvoorbeeld heeft dit sociale stelsel niet. Vandaar dat in dat land alle gewezen militairen afhankelijk zijn van de daar geldende veteranenwet. Maar een neveneffect is dat in Nederland gewezen militairen die volgens de wet geen veteraan zijn, er in waardering bekaaid vanaf komen. Ik licht dat verderop toe.

 

Hoe zit het trouwens elders met waardering? Veterans Day (11 november) is een jaarlijkse gedenkdag in de Verenigde Staten waarop men eer betoont aan ‘iedereen’ die gediend heeft in de strijdkrachten, met name de levende veteranen. Het is een nationale feestdag. In het Verenigd Koninkrijk betuigt men eind juni op Armed Forces Day steun aan ‘alle’ mannen en vrouwen die hebben gediend in de Britse strijdkrachten. Daarnaast herdenkt men daar in november op Remembrance Day de militaire oorlogs- en missieslachtoffers onder andere door het dragen van de klaproos. Ook in Canada wordt op Remembrance Day ‘iedereen’ geëerd die heeft gediend tijdens militaire missies, in oorlogstijd maar ook in vredestijd. In deze drie landen mag elke (gewezen) militair zich veteraan noemen.

 

Wat is hier nu zo anders aan de waardering voor veteranen in Nederland? Wij hebben toch ook onze veteranendag (de laatste zaterdag van juni)? Het verschil zit vooral in de woordjes ‘iedereen’ en ‘alle’. Voor Nederland is een veteraan geen gewezen militair of oudgediende. In Nederland is een veteraan niet ‘iedereen’ of ‘alle’. In Nederland is een veteraan een militair die op missie is geweest en nog in actieve dienst zit, de dienst heeft verlaten, of met pensioen is. Best vreemd overigens dat je in je actieve dienstperiode al een oudgediende kunt zijn, want dat is wat veteraan letterlijk betekent. Maar dat is geen onrecht, hoogstens bijzonder. Nederland kent dus negentienjarige veteranen (!) maar ook personen die in uniform veertig jaar lang de krijgsmacht gediend hebben, zonder dat ze zich veteraan mogen noemen. Deze laatste groep is dus niet welkom op veteranendag, in het veteranencafé, en kan geen aanspraak maken op veteranenvoorzieningen. Hoezo waardering?

 

Ik vind dat we daarmee de plank mis slaan. Als we het over defensie hebben moet het gaan over alle militairen van onze strijdkrachten. Deze militairen zorgen samen voor de drie hoofdtaken: het beschermen van ons eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, het ondersteunen van de internationale rechtsorde en hulp bij rampen. En ja, soms komen daar oorlogen of missies aan te pas.

 

Nederland heeft denk ik met de beste bedoelingen een wet gecreëerd die gewezen militairen erkenning, zorg en ondersteuning biedt zowel tijdens hun actieve dienst als in de periode daarna. Waar we scheef gaan lopen is dat in de wet veel van de waardering en erkenning wordt gekoppeld aan de status van veteraan, niet aan de status van (gewezen) militair. Dat zou deze wet in mijn ogen wel moeten doen. Daar zit volgens mij dan ook de kern van het probleem. Waarom dit verschil in waardering tussen militairen die wel en die niet zijn uitgezonden? We zijn of waren allemaal militair en hebben ons steentje bijgedragen aan vrede en veiligheid. Dit verschil is in mijn ogen principieel onjuist. Zeker, er zijn uitgezonden militairen die aan extreem geweld zijn blootgesteld, maar evenzoveel hebben een saaie, gevaarloze periode gehad tijdens hun inzet. Je komt dan bij het heilloze onderwerp welke veteranen het ‘zwaarder’ hebben gehad of ‘echte’ veteranen zijn. Ik geloof daar niet in. Alle gewezen militairen die hun plicht hebben vervuld verdienen hetzelfde respect en waardering voor hun werk als militair. Uitgezonden of niet.

 

Voor mij zijn militairen die met pensioen gaan allemaal veteranen, het zijn allemaal oudgedienden. Geen onderscheid. Eenieder heeft op eigen wijze bijgedragen aan vrede en veiligheid. Dat er militairen zijn die in allerlei gradaties verschrikkelijke momenten hebben meegemaakt, is evident. Dat er voor deze militairen een vangnet bestaat, nee moet bestaan, is niet meer dan normaal. Maar maak geen onderscheid wie zich veteraan mag noemen.

Door expliciet onderscheid te maken tussen uitgezonden en niet uitgezonden militairen creëer je tweespalt. Op social media en andere platforms gaat het inmiddels niet meer over de (gewezen) militair, maar praktisch alleen nog maar over de veteraan. Veel (oud-)militairen horen daar niet bij, en voelen zich daarmee niet gewaardeerd. En dat voelt zuur. 

De gemaakte keuzes zijn onrechtvaardig, misschien zelfs onrechtmatig. Een grote groep (gewezen) militairen wordt feitelijk gediscrimineerd. Zeker niet bedoeld, maar zo wordt het door velen wel gevoeld. Stof tot nadenken dus! Een wet of definitie kun je aanpassen. Wat is er mis mee om iedere oudgediende veteraan te noemen? Wat is er verkeerd aan het opheffen van het onderscheid?

 

De defensieleiding heeft het vaak over de onderlinge verbondenheid en kameraadschap als belangrijk onderdeel van ons militaire DNA. Onze mensen zijn de kracht van de krijgsmacht. Wij stellen het team boven ons zelf. Mooie woorden, maar die waardering vind ik niet terug in het wettelijke veteranenbeleid. Werk aan de winkel dus.

Over de auteur(s)