Net als statelijke actoren maken niet-statelijke actoren strategische keuzes op basis van rationele overwegingen. Het conflict tussen Islamitische Staat en de Koerdische Autonome Regio in Irak illustreert dat deze actoren oorlog voeren als onderdeel van hun extern gerichte beleid. Academici suggereren dat nieuwe paradigma’s nodig zijn, omdat de bestaande, veelal op staten toegepaste analytische modellen in dergelijke gevallen niet meer zouden voldoen. Toch kan juist het Rational Actor Paradigm, een traditioneel model uit de Internationale Betrekkingen, de strategische beslissingen van zowel IS als de KAR verklaren. Daarbij staat centraal waarom deze actoren met elkaar in conflict raakten, terwijl zij in het Iraakse regime juist een gemeenschappelijke rivaal hadden.

Drs. W. van den Berge*

Media berichtten maart 2019 over het definitieve einde van het kalifaat dat Islamitische Staat (IS)[1] nastreefde in Irak en Syrië.[2] Hoe anders was dit in 2014, toen twee niet-statelijke actoren daar het politieke vacuüm benutten dat door de Arabische opstanden was ontstaan: IS en de Koerden.[3] In Irak leek IS na de verovering van de stad Mosul op de Iraqi Security Forces (ISF) in juni 2014 door te stoten naar de hoofdstad Bagdad. Op 1 augustus 2014 viel IS onverwachts de Koerdische Autonome Regio (KAR) aan.[4] Met hulp van een internationale coalitie was de KAR in staat IS eind 2014 terug te dringen.[5]

Uitgaande van een zelfstandig extern beleid van niet-statelijke actoren[6] verklaart dit artikel door middel van het Rational Actor Paradigm, beschreven door Graham Allison en Philip Zelikow, de strategische beslissingen van IS en de KAR met betrekking tot hun onderlinge conflict in Noord-Irak. Het Rational Actor Paradigm is een veelgebruikt model binnen de Internationale Betrekkingen om besluitvorming van statelijke actoren te verklaren, maar het kan ook worden toegepast op niet-statelijke actoren.[7]  

Het artikel beschrijft eerst beide actoren en daarna het Rational Actor Paradigm als analytisch kader. Vervolgens vindt met behulp van het model de analyse plaats op basis van twee cruciale momenten in het conflict tussen IS en de KAR: de terugtrekking van de ISF uit Noord-Irak in juni 2014 en de aanval van IS op de KAR in augustus 2014.

Foto US Army, Jason Hull

Eenheden van de Iraakse federale politie tijdens een operatie tegen IS in West-Mosul (maart 2017). Foto US Army, Jason Hull

Maatschappelijke en academische relevantie

Dit artikel betoogt dat niet-statelijke actoren rationele, strategische beslissingen maken, vergelijkbaar met statelijke actoren. Hoewel sommige academici anders beweren,[8] veronderstelt dit dat IS en de KAR jegens externe actoren onafhankelijk opereren en daarbij hun eigen doelen nastreven. Daarbij treden zij soms op in coalitieverband – zoals met name de KAR doet – en fungeren zij niet als proxy’s:[9] beide actoren maken eigen kosten-batenanalyses ten behoeve van hun strategische beslissingen. Uiteindelijk raakten IS en de KAR verwikkeld in een gewapend conflict, wat onderschrijft dat niet-statelijke actoren eigen beleid nastreven ten opzichte van externe actoren[10] en zelfs oorlog als strategische beleidsoptie beschouwen.[11] Auteurs observeren een mondiale tendens dat niet-statelijke actoren in belang toenemen ten opzichte van statelijke actoren.[12] Daarom is er een noodzaak voor inzicht in besluitvormingsprocessen van niet-statelijke actoren, waarbij de externe validiteit van deze analyse echter beperkt blijft tot de twee in dit artikel beschreven actoren.

Met betrekking tot het conflict tussen IS en de KAR richt de academische literatuur zich voornamelijk op de strijd tegen IS. Veel boeken tonen vooringenomenheid ten opzichte van IS, wat titels als Army of Terror of State of Terror illustreren.[13] Auteurs stellen, op basis van het meedogenloze optreden, dat IS ‘has established itself as a new paradigm.’[14] Dit artikel neemt een neutrale houding aan ten opzichte van zowel IS als de KAR door gebruik te maken van het Rational Actor Paradigm. Door dit model toe te passen op IS en de KAR, kan aangetoond worden in hoeverre deze actoren strategische doelen nastreven in plaats van ad-hocbeslissingen te nemen.

De opkomst van twee niet-statelijke actoren kan de regionale machtsbalans verstoren,[15] bijvoorbeeld doordat statelijke actoren zich bedreigd voelen door de niet-statelijke actoren of de mogelijke effecten die zij teweegbrengen. Auteurs constateren een noodzaak voor ‘a new paradigm to classify and understand the changing geopolitical reality of the Middle East’.[16] Allison en Zelikow geven echter aan dat het Rational Actor Paradigm toepasbaar is op andere besluitvormingsniveaus dan het statelijke. Dat impliceert dat het model tevens toepasbaar is op de KAR en IS.

Achtergrond actoren

KAR, een ‘de facto’ staat

De Iraakse Koerden kennen een geschiedenis van onderdrukking door en rebellie tegen Iraakse regimes. Na de Golfoorlog van 1991 creëerde VN-veiligheidsraadresolutie 688 een veilige zone voor Koerdische vluchtelingen en trok de Iraakse overheid zich terug uit de Koerdische gebieden. Sindsdien is het Iraaks-Koerdische gebied – de KAR – feitelijk onafhankelijk.

Foto US Army Andrew Kosterman

Militairen van de Amerikaanse 82nd Airborne Division in Irak tijdens de Golfoorlog van 2003, waarin de KAR een belangrijke bondgenoot was. Foto US Army, Andrew Kosterman

Tijdens de Golfoorlog van 2003 bleek de KAR een belangrijke bondgenoot voor de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de strijd tegen het Iraakse regime van Saddam Hoessein. Dit versterkte de positie van de KAR in post-Saddam Irak, met eigen diplomatieke vertegenwoordigingen buiten Irak en eigen veiligheidstroepen, de Peshmerga. De KAR verwoordde de eigen officiële politiek-strategische doelen in 2013 als ‘[i]n the Kurdistan Region–Iraq [sic], all people will enjoy the benefits of freedom, health, welfare, economic security and opportunity.’[17] Hetzelfde document bevatte impliciete verwijzingen naar plannen uit het Interbellum 1918-1939 voor een onafhankelijk Koerdistan.[18] De formele lijn dat de KAR niet naar onafhankelijkheid streefde, ging in tegen impliciete hints die het tegenovergestelde leken te beweren. De impliciete hints kregen een formeler karakter in juli 2014, toen de KAR voorbereidingen startte voor een onafhankelijkheidsreferendum als respons op het falende beleid van het Iraakse regime tegen IS. Uiteindelijk zou het referendum in oktober 2017 gehouden worden, waarbij de KAR vóór onafhankelijkheid stemde. Als reactie op het referendum hernam het Iraakse regime de controle over de olierijke stad Kirkuk en legde het de KAR economische en monetaire sancties op.

IS: handhaven en uitbreiden

IS herleidt de eigen geschiedenis tot rond 1999.[19] Het motto ‘handhaven en uitbreiden’[20] reflecteerde de politiek-strategische doelen van IS door middel van een jihadistisch-salafistische interpretatie van de islam. IS wilde de regimes in Irak en Syrië vervangen door een kalifaat op basis van islamitisch recht.[21]

De jihadistisch-salafistische interpretatie van de islam gaat uit van de noodzaak van jihad (strijd) om een doel te bereiken.[22] Jihad is op verschillende manieren te interpreteren. IS hanteerde een gewelddadige interpretatie dat de jihad alleen mogelijk is door gebruik te maken van de talwar (zwaard). Daarbij is geweld geoorloofd tegen mensen met andere opvattingen.[23]

Nadering en strijd KAR en IS

De eerste maanden van 2014 wist IS – toen nog ISIS – grote delen van Noord-Irak op de ISF te veroveren. IS veroverde Mosul, de tweede stad van Irak, op 6 juni 2014. De KAR vulde echter ook gedeeltelijk het machtsvacuüm dat de ISF achterliet door het innemen van de olierijke stad Kirkuk en gebieden ten noorden, oosten en westen van Mosul. Uiteindelijk groeiden IS en de KAR naar elkaar toe, waardoor een gemeenschappelijke grens – of frontlinie – van meer dan duizend kilometer lang ontstond. Media meldden sporadische schermutselingen langs de frontlijn.[24] Deze zouden dienen als voorbode van de gebeurtenissen in augustus 2014.

Op 1 augustus 2014 viel IS vanuit Mosul de KAR aan in twee richtingen: westelijk richting Sinjar en oostelijk richting Erbil. De aanval kwam voor velen onverwachts, hoewel er vanaf juni 2014 meldingen waren van voorbereidingen voor een offensief. Op 4 augustus 2014 berichtten media over Syrisch-Koerdische milities die de KAR ondersteunden in Sinjar. De KAR voerde op 5 augustus 2014 een tegenaanval uit op IS nabij Mosul, in nauwe samenwerking met de ISF. De volgende dag rapporteerden media dat IS de Koerdische hoofdstad Erbil naderde.[25] Op 7 augustus 2014 richtte de KAR zich op het verdedigen van Erbil, het veiligstellen van de Mosuldam en het beschermen van Sinjar. IS leek progressie te boeken en kreeg steeds meer gebieden onder controle, zoals de Mosuldam. Naast de Syrisch-Koerdische milities nam ook de Partiya Karkerên Kurdistanê (Koerdische Arbeiderspartij of PKK) in Sinjar deel aan de strijd tegen IS. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen bombardeerden op 7 augustus 2014 voor het eerst IS-doelwitten. De dagen erna vonden hevige gevechten plaats. Luchtsteun voor de KAR vanuit de ISF en de internationale coalitie tegen IS stelde de KAR in staat IS terug te dringen. De KAR stond in augustus 2014 onder zeer grote druk door IS overrompeld te worden. In november 2014 bestond die existentiële dreiging van IS ten opzichte van de KAR niet meer.

Foto White House Pete Sousa

Amerikaanse luchtsteun voor de KAR en de inspanningen van een internationale coalitie voorkwamen de overrompeling van het Koerdische gebied in Irak. Foto White House, Pete Souza

Hoe valt de aanval van IS op de KAR te verklaren, en de keuze van de KAR om terug te vechten? Het Rational Actor Paradigm levert een mogelijke verklaring.

Rational Actor Paradigm

Het Rational Actor Paradigm is een eenvoudig model dat actoren als enkelvoudige entiteiten beschouwt. ‘De’ Iraakse Koerden gelden hier, ondanks interne verdeeldheid, dan ook als één politieke actor, de KAR. Ook IS geldt als één actor. Het Rational Actor Paradigm veronderstelt dat actoren strategische besluiten nemen op basis van kosten-batenanalyses van verschillende opties die zij hebben. In de kosten-batenanalyses wegen actoren de politiek-strategische doelstellingen, de veronderstelde kansen en veronderstelde bedreigingen. Vanwege de nadruk op kansen en bedreigingen passen analisten het model veelal toe op veiligheidsvraagstukken.

Het Rational Actor Paradigm beschouwt de beleidsbepalers binnen de actor als hun personificatie en ziet hen als a-politiek: de beste optie voor de actor is bepalend en persoonlijke of politieke overwegingen spelen geen rol. Het schept de voorwaarde voor rationeel gedrag: ‘consistent, value-maximizing choice within specified constraints.’[26]

Input voor het Rational Actor Paradigm volgt uit ‘intentions, statements, and actions […],’ van de betrokken actoren, ‘directed toward the external world.’[27] Een complicerende factor is dat niet-statelijke actoren veelal geen data beschikbaar stellen; in tegenstelling tot veel statelijke actoren hoeven zij geen (politieke) verantwoording af te leggen.[28] Wegens dit gebrek aan gegevens zijn veel mogelijke verklaringen noodzakelijkerwijs veronderstellingen. Hoewel de KAR geen staat is, maar is opgenomen binnen een statelijke structuur met de bijbehorende verantwoording, is daarover meer informatie beschikbaar dan over IS. Daarbij komt dat vanuit zijn jihadistisch-salafistische ideologie IS zeer vijandig staat ten opzichte van kritische buitenstaanders.[29] Desalniettemin zijn ook voor IS bronnen beschikbaar op basis waarvan strategische besluitvorming te herleiden is.[30]

Kritiek op het Rational Actor Paradigm

Academici beweren dat het Rational Actor Paradigm goed standhoudt bij toepassing in verschillende casussen.[31] Critici betogen echter dat het model te simpel is omdat het aspecten zoals onzekerheid en strategische interacties buiten beschouwing laat,[32] paradoxaal genoeg alsof strategische besluitvorming plaatsvindt in een vacuüm. Ook bekritiseren zij het personifiëren van de actor, omdat het model uitgaat van het rationele handelen van mensen, wat echter niet vanzelfsprekend is.[33]

Foto MCD Eva Klijn

De spanningen tussen de twee grootste Koerdische politieke partijen, elk met eigen Peshmerga-eenheden, lopen geregeld hoog op. Foto MDC, Eva Klijn

Het Rational Actor Paradigm ziet actoren als enkelvoudige entiteiten, waarbinnen geen interne verdeeldheid bestaat. Maar die verdeeldheid is er wel degelijk: spanningen tussen de twee grootste Koerdische politieke partijen (elk met eigen Peshmerga-eenheden) lopen geregeld hoog op.[34] Daarnaast hadden zich zo’n vijfhonderd Koerden aangesloten bij IS, waardoor IS zinspeelde op verdeeldheid onder de Koerden. Dit veroorzaakt een analytische tegenstrijdigheid: de dreiging van IS kan in de KAR tot sociaal-maatschappelijke fragmentatie leiden, maar de historisch sterk verdeelde Koerden ook verenigen tegen een gezamenlijke vijand.

Operationalisering: kosten-batenanalyse

Hoewel betwist, is het operationaliseren van het model strikt genomen niet mogelijk, omdat het een paradigma betreft: een model dat een globale denkwijze beschrijft en niet een theorie met afhankelijke en onafhankelijke variabelen.[35] Een rationeel besluitvormingsproces bestaat uit vier opeenvolgende stappen: het bepalen van doelstellingen; het bepalen welke alternatieve opties tot het behalen van doelstellingen kunnen leiden; het evalueren van verschillende alternatieve opties, en het kiezen van de meest efficiënte optie.[36] Allison en Zelikow suggereren echter wel vragen die de stappen van het rationele besluitvormingsproces concretiseren:

  1. ‘What are the objective (or perceived) circumstances that the [actor] conceives as threats and opportunities […]?
  2. What are the [actor’s] goals […]?
  3. What are the objective (or perceived) options for addressing this issue?
  4. What are the objective (or perceived) strategic costs and benefits for each option?
  5. What is the [actor’s] best choice given these conditions […]?’[37]

Opvallend genoeg – aangezien het een rationeel actor model betreft – stellen Allison en Zelikow dat de bovenstaande vragen ‘yield two intuitively evident but powerful propositions.’[38] Het gaat dan om een afname of toename van de verwachte kosten van een bepaalde optie. Als de kosten dalen, zal dat alternatief aantrekkelijker zijn ten opzichte van een optie waarbij de kosten stijgen. Hoe om te gaan met een derde mogelijke uitkomst – geen verandering in de kosten – of hoe analisten de opties met elkaar moeten vergelijken, laten Allison en Zelikow achterwege. Op basis van een literatuurstudie concluderen Allison en Zelikow wel dat actoren besluiten te vechten als zij inschatten dat de uitkomst van het conflict gunstig is. Die inschatting baseren actoren op: ‘information (on the basis of which he [the adversary] acts), and interdependence (my best choice depending on his choice).’[39] Kennis achteraf of culturele vooroordelen kunnen binnen het model tot foutieve aannames leiden. De analist moet zich daarom zo accuraat mogelijk in de (toenmalige) positie van de actor inleven. Voor de leesbaarheid zijn (toenmalige) afwegingen of veronderstellingen van een actor in de tegenwoordige tijd gesteld.

Opties: stagnatie, vechten, uitbesteden

De analyse van de strategische besluitvorming van IS en de KAR gaat telkens uit van drie mogelijke opties, beoordeeld vanuit de positie van de desbetreffende actor. De drie opties behelzen globaal de mogelijkheden met betrekking tot een gewapend conflict: stagnatie, vechten of uitbesteden, waarbij in de praktijk combinaties van de opties mogelijk zijn.[40]

Voor IS betekent stagnatie het handhaven van posities die de beweging op dat moment controleert. Vechten betekent oprukken richting gebieden die onder controle staan van een andere actor. Bij uitbesteden laat IS een bondgenoot of proxy strijden, bijvoorbeeld aan IS gelieerde jihadistisch-salafistische milities of lokale stammen.[41] Feitelijk komen de opties voor de KAR op hetzelfde neer, maar met andere bondgenoten of proxy’s in het geval van uitbesteden. Historisch gezien prefereerde de KAR volgens Stansfield altijd een combinatie van opties: ‘retreating back into the mountains in very small groups, absorbing the punishment inflicted upon them (…), and then undermining their opponents over a long period of low-intensity warfare.’[42]

Analyse

In de onderstaande analyse fungeert het Rational Actor Paradigm als analytisch kader met als componenten de vijf vragen die Allison en Zelikow als leidraad aandragen; de analyse bevat veronderstelde bedreigingen, veronderstelde kansen en kosten-batenanalyses voor de drie opties vanuit de eerder beschreven expliciete en impliciete strategische doelen van elke actor om tot een optimale keuze te komen. Het strategische doel van de KAR is een onafhankelijke Koerdische staat, bij IS is dat een kalifaat. De analyse zal de overige componenten bespreken per actor.

De KAR

Bedreigingen

Vóór augustus 2014 claimde IS – toen nog ISIS – al aanslagen in de KAR, onder andere een zelfmoordaanslag op de Koerdische veiligheidsdienst in Erbil op 29 september 2013 en bomaanslagen op partijkantoren op 8 en 9 juni 2014.[43] Met de opmars van ISIS in Noord-Irak leidde dit binnen de KAR weliswaar tot enige onrust vanwege de non-compromisloze houding van ISIS jegens andere levensovertuigingen, maar tot het moment dat IS de KAR aanviel was de KAR primair gericht op de Iraakse autoriteiten in verband met onmin over territoria en olieopbrengsten. Wel verplaatste de KAR de Peshmerga naar de gebieden rondom Kirkuk in reactie op de opmars van ISIS in juni 2014. Rondom Mosul betrok de Peshmerga defensieve stellingen, waardoor de KAR zich feitelijk richting Mosul bewoog. De KAR was vol vertrouwen, aangezien de Peshmerga in kleinschalige schermutselingen met ISIS goed had gepresteerd. Dat de Peshmerga, in tegenstelling tot de ISF, in staat leek om ISIS tegen te houden, werd gezien als bewijs dat de KAR klaar was voor zelfstandigheid, terwijl Irak als land te zwak was.

De aanval van IS op de KAR op 1 augustus 2014 maakte echter duidelijk dat IS een existentiële bedreiging vormde voor de KAR. Executies van Koerden in door IS bezette gebieden bevestigden dit, in combinatie met de IS-propaganda.[44] Het IS-magazine Dabiq refereerde aan de KAR als de Koerdische seculieren,[45] die volgens het jihadistisch-salafistisme gedood moesten worden. Aanvankelijk beschouwde de IS-propaganda de zich in de KAR ophoudende PKK samen met de Peshmerga als één ongelovige vijand.[46] Later maakte IS wel een onderscheid.[47] IS legde uit waarom het de KAR bevocht: ‘Our war with Kurds is a religious war. […] We do not fight Kurds because they are Kurds. Rather we fight the disbelievers amongst them […]. As for the Muslim Kurds, then they are our people and brothers wherever they may be.’[48]

Dit citaat duidt op een grote bedreiging voor de KAR in de vorm van sociaal-maatschappelijke fragmentatie op basis van religieuze gronden. Daarbij speelt dat ongeveer vijfhonderd Koerden zich bij IS hadden aangesloten.[49] Ook de aanwezigheid van ongeveer twee miljoen vluchtelingen in de KAR uit andere delen van Irak kon leiden tot sociale fragmentatie door verstoring van de etnische balans.[50]

Kansen

De KAR streeft naar volledige autonomie van Koerdistan, dat alle gebieden van het historische Groot-Koerdistan omvat[51] en die overlappen met gebieden waar IS aanspraak op maakt. Als de KAR zich staande houdt tegen IS illustreert dit dat de KAR klaar is voor volledige zelfstandigheid. Dit kan de historisch sterk verdeelde Koerden verenigen.

Door te vechten tegen IS groeit de internationale steun voor de KAR. Westerse sponsoren beschouwen de KAR dan als coalitiepartner, die, met internationale luchtsteun, IS op de grond bevecht. De internationale steun geldt als een verkapte vorm van erkenning van de KAR als de facto onafhankelijk gebied binnen Irak. Het betekent ook een einde van door het Iraakse regime aan de KAR opgelegde sancties om de capaciteit van de Peshmerga te beperken.

Kosten-batenanalyse voor stagnatie

De totstandkoming van Koerdische zelfstandigheid vertraagt door stagnatie; IS controleert dan de als Koerdisch beschouwde gebieden, met alle olie- en gasrijkdommen, waardoor IS relatief sterker wordt. De Koerden in die gebieden lopen gevaar, wat de reputatie van de KAR schaadt.[52] De KAR laat het tactische initiatief bij IS en moet noodgedwongen op manoeuvres van IS reageren. Dit betekent dat de Peshmerga verdedigende posities inneemt over het gehele grensgebied tussen de KAR en het kalifaat, wat veel inspanning kost. Op strategisch niveau creëert dit een indruk dat de KAR zwak is en nog niet gereed voor zelfstandigheid.

Door stagnatie komt de KAR zwak over, maar zal sympathie krijgen van regionale en internationale actoren: de KAR toont zich immers geen agressor, althans niet sinds het opvullen van het ISF-vacuüm halverwege 2014. De KAR spaart schaarse bronnen, waardoor er geen extra druk op de toch al fragiele Koerdische economie komt.

Kosten-batenanalyse voor vechten

Vechten betekent dat de KAR juist wel de schaarse middelen inzet: militaire middelen voor de strijd en eventuele controle van veroverd gebied, waarmee de zwakke economie verder onder druk komt. Het laat de KAR agressief overkomen bij regionale en internationale actoren.

Vechten heeft meerdere voordelen, waaronder het benutten van de historische reputatie van de Peshmerga, die als vervaarlijke strijders bekend staan. Vechten bevestigt ook dat de KAR klaar is voor zelfstandigheid, aangezien de KAR bereidheid en capaciteit toont het eigen grondgebied actief te verdedigen. Daarbij kan de KAR de betwiste gebieden innemen, inclusief de olie- en gasvoorraden.

Kosten-batenanalyse voor uitbesteden

Door het conflict uit te besteden, laat de KAR eventueel veroverde gas- en olievelden aan een andere actor. Tevens wekt de KAR de indruk niet in staat te zijn zelfstandig strijd te kunnen voeren en daarmee niet klaar te zijn voor zelfstandigheid.

De KAR spaart door uitbesteden veel middelen. Daarnaast beschouwen regionale en internationale actoren de KAR mogelijk niet als agressor, afhankelijk van hoe de relatie met de uitvoerende actor beschreven is.

Optimale keuze voor de KAR: vechten

Vanuit het Rational Actor Paradigm is vechten tegen IS de optimale keuze voor de KAR. Met betrekkelijk weinig kosten kan de KAR strategisch belangrijke gebieden – tot dan toe onder controle van de voornaamste rivaal van de KAR, het Iraakse regime – veroveren en onder Koerdische controle brengen. De olie- en gasrijke gebieden versterken de Koerdische economie, waarmee onafhankelijkheid dichterbij komt. In die zin is het vechten tegen de existentiële dreiging van IS voor de KAR een blessing in diguise.

Foto US Army Alex Manne

De aanwezigheid van vluchtelingen in de KAR uit andere delen van Irak kon leiden tot sociale fragmentatie door verstoring van de etnische balans. Foto US Army, Alex Manne

IS

Bedreigingen

De gebiedsuitbreiding van de KAR in juni 2014 bevestigt de zorgen van IS rond de militaire capaciteit van de KAR. De KAR had het eigen grondgebied uitgebreid met ongeveer veertig procent, Mosul aan drie kanten omgeven en onderhield contacten met lokale Arabische stammenleiders.[53] Voor IS duidt dit op voorbereidingen voor het innemen van heel Mosul.

IS vreest Koerdische aspiraties voor een onafhankelijk Koerdistan. Op internet circuleren kaarten van Koerdistan dat het oostelijk deel van de stad Mosul omvat, waar ook IS aanspraak op maakt.[54] De KAR kan het vacuüm van de ISF gedeeltelijk opvullen en verder oprukken richting Mosul. De gebieden bevatten grote reserves minerale grondstoffen, wat de actor die de gebieden controleert relatief sterker maakt; als een rivaal de gebieden beheerst, maakt dat IS relatief zwakker.

Kansen

Het machtsvacuüm na het terugtrekken van de ISF, geeft IS de mogelijkheid om grote delen van Noord-Irak onder controle te brengen zonder veel tegenstand. IS is hiertoe volgens Stansfield in staat door een ‘combination of extreme unhappiness in Sunni Arab lands and outright hostility in the diplomatic relations between Erbil and Baghdad [that] gave ISIS—which had been building up its strength over the previous year—an opportunity in the form of a security vacuum […] and a political vacuum caused by governmental stagnation across Iraq as a whole.’[55]

Daarbij kon IS bogen op de verworven brute reputatie, die het momentum creëerde voor het innemen van Noord-Irak. Het verlies van dergelijke gebieden – rijk aan minerale grondstoffen – draagt bij aan het versterken van potentiële rivalen; het controleren versterkt IS. Het bezit van olierijk gebied kan een economische basis vormen voor een kalifaat en maakt dat aantrekkelijk voor sympathisanten van IS.

De bergen in de KAR vormen een potentiële machtsbasis voor IS, zoals ze dat historisch gezien voor de Koerden zelf waren. De reputatie die de Koerden hebben als strijders in de bergen en de ervaringen van veel IS-leden – voorheen in het Iraakse leger optredend tegen Koerdische opstandelingen – zouden IS juist terughoudend moeten maken de Koerden in de bergen te bevechten.[56] IS kan het na de verovering van Mosul verkregen momentum benutten, gebruikmakend van strategische verrassing. Analisten verwachten immers dat IS zal oprukken richting Bagdad. IS schat in dat de KAR het Iraakse regime als grotere bedreiging ervaart.

Kosten-batenanalyse voor stagnatie

De kosten van stagnatie betekenen voor IS vertraging in het verslaan van ongelovigen en daarmee vertraging in het uitbreiden van het kalifaat; IS handhaaft zich weliswaar, maar breidt zich niet uit. Stagnatie biedt de KAR als potentiële rivaal een herstelmogelijkheid, waardoor de KAR een grotere toekomstige bedreiging ten opzichte van IS vormt. Wellicht belangrijker is het verliezen van momentum op het slagveld, waarbij IS de olie- en gasrijke gebieden rondom Kirkuk niet meer kan veroveren.

Door stagnatie kan IS recupereren en voorkomt daarmee overstretch, het voeren van te veel gevechten op te veel fronten met beperkte middelen. Daarbij kan IS zich defensief versterken.[57] Op politiek-strategisch niveau kan IS een gevechtspauze benutten om zich als een politiek legitieme actor te presenteren, die mogelijk zelfs bondgenoten kan vinden.

Kosten-batenanalyse voor vechten

Vechten betekent voor IS het controleren en besturen van grotere territoria, waarbij rivalen zich binnen die gebieden kunnen ophouden. Daarmee riskeert IS overstretch. Tevens loopt IS het risico dat rivalen zich heviger gaan verzetten zodra hun moederland bedreigd wordt, waarmee een ogenschijnlijk relatief gemakkelijke verovering een attritieoorlog blijkt.

Het vacuüm dat de ISF achterliet, geeft IS de mogelijkheid op te rukken en met relatief weinig manschappen en middelen olie- en gasrijke gebieden te veroveren. Die gebieden dienen niet slechts als buffer tegen potentiële vijanden, maar ook als financieel-economische steunpilaar van het kalifaat. Naast deze pragmatische reden past vechten binnen de jihadistisch-salafistische ideologie van IS. Tot 2014 bleek vechten gunstig voor IS, met de verovering van Mosul als voorlopig hoogtepunt.

Foto US Army Cody Quinn

De ISF liet een vacuüm achter, waardoor IS met relatief weinig manschappen en middelen olie- en gasrijke gebieden kon veroveren. Foto US Army, Cody Quinn

IS kan een potentiële rivaal overweldigen in een verrassingsaanval, gebruikmakend van het in 2014 verkregen momentum, in combinatie met de preoccupatie van de Iraakse autoriteiten en de Iraaks-Koerdische autoriteiten met elkaar. In de Koerdische gebieden kan IS middelen zoals olie of schuilplaatsen in de bergen bemachtigen. Uitlatingen in het eigen Dabiq-magazine geven aan dat IS zoekt naar mogelijkheden om het jihadistisch-salafistische doel van het bevechten – en verslaan – van ongelovigen te verwezenlijken, en tegelijkertijd steun te verkrijgen. IS rekent op meer steun onder de bevolking van de KAR, gebaseerd op het relatief grote aantal Koerdische IS-leden en het gegeven dat de meeste Koerden een interpretatie van de islam aanhangen die lijkt op die van IS, maar zonder de jihadistisch-salafistische elementen.

Kosten-batenanalyse voor uitbesteden

Uitbesteden van de strijd leidt tot reputatieschade voor IS; het ondanks het momentum op het slagveld overlaten van de strijd aan een bondgenoot of proxy druist in tegen het idee van handhaven en uitbreiden. De bondgenoot of proxy moet sterk en betrouwbaar genoeg zijn. De ervaringen van IS met Jabhat al-Nusra – in 2012 gestart als de Syrische tak van ISIS, maar later een concurrent – toonden echter dat een te sterke proxy juist een bedreiging kan vormen. Als de bondgenoot of proxy wint, beschikt IS nog steeds slechts indirect over het gebied en alle middelen daarbinnen.

Uitbesteden geeft IS de mogelijkheid te recupereren en overstretch te voorkomen. Ook biedt een dergelijke strategie – afhankelijk van hoe IS de relatie met de bondgenoot of proxy presenteert – IS de mogelijkheid zichzelf als een potentieel legitieme actor neer te zetten.

Optimale keuze voor IS: vechten

Vanwege de ambities van IS is vechten de optimale keuze: met relatief beperkte middelen zijn grote baten te verkrijgen, passend binnen het credo van IS en waarbij potentiële rivalen verzwakken. Voor jihadistisch-salafisten, overtuigd dat doelen slechts door strijd te verkrijgen zijn, is vechten de enige optie om politieke of religieuze doelen te bereiken.

Analyses tonen echter aan dat IS onder druk eigen middelen spaarde.[58] Dit impliceert dat IS middelen niet verkwistte, maar handelde vanuit rationele afwegingen. De uiteindelijke keuze om de KAR aan te vallen liep uit op een tactisch offensief binnen een defensieve strategie, bedoeld om IS te beschermen tegen veronderstelde Koerdische agressie, waarbij de economische baten bijdroegen aan de levensvatbaarheid van het kalifaat. De agressieve tactieken van IS dienden als afschrikking tegen potentiële bedreigingen, maar konden tevens bijdragen aan het uitbuiten van kansen die IS herkende,[59] wat het rationeel besluitvormingsproces bevestigt.

Conclusie: conflict onvermijdelijk

Dit artikel analyseert de strategische besluitvorming van IS en de KAR binnen het conflict tussen deze actoren vanaf het moment dat de ISF zich terugtrok uit Noord-Irak. IS had de ISF teruggedrongen en grote gebieden overgenomen. IS zag ook de KAR gebieden binnentrekken na het vertrek van de ISF. Hoewel zich sporadisch schermutselingen voordeden tussen IS en de KAR voorafgaand aan augustus 2014, was de aanval van IS op de KAR pre-emptief: een tactisch offensief ten behoeve van een defensieve strategie, bedoeld om een verdere opmars van de KAR te stuiten. Analisten omschrijven IS soms als slechts een agressieve actor, maar dat is een te simpele stelling. Ondanks de soms gruwelijke tactieken handelt IS conform een rationeel besluitvormingsproces.

De opmars van de KAR binnen olierijke gebieden – die de KAR als historisch Koerdisch beschouwt – geldt als manier om het impliciete doel, onafhankelijkheid, te bereiken.

Vanuit het Rational Actor Paradigm blijkt het gewapend conflict tussen IS en de KAR vrijwel onvermijdelijk vanwege het belang dat beide partijen hechten aan controle over een gebied binnen een zero-sum situatie: als de andere partij zou profiteren, zou de andere actor zich als relatief verzwakt beschouwen vanuit een rationele kosten-batenanalyse.

Alternatieve modellen ter aanvulling op het Rational Actor Paradigm

Het Rational Actor Paradigm is op sommige punten te simplistisch: interne verdeeldheid onder de Koerden en invloed van de publieke opinie zijn, net als het negeren van onzekerheden en strategische interacties, voorbeelden van cruciale aspecten die binnen het model geen plaats hebben. Evenals bij de analyse van de strategische besluitvorming bij statelijke actoren dient een analist zich bewust te zijn van dergelijke tekortkomingen en op basis daarvan te bepalen of dit model inderdaad het meest geschikt is om de analyse uit te voeren.

Allison en Zelikow presenteren twee alternatieve modellen om de strategische besluitvorming te verklaren: een gericht op organisaties binnen de actor en het andere op de politieke machtsstrijd tussen sleutelfunctionarissen in de actor.[60] Samen met inzichten uit het Rational Actor Paradigm en andere, nieuwere modellen, kan zo meer inzicht verkregen worden in strategische besluitvorming van niet-statelijke actoren.

KAR versus IS: KAR rukt op, IS teruggedreven

Sinds augustus 2014 heeft de KAR met internationale luchtsteun en steeds intensievere coördinatie met de ISF IS teruggedreven. IS bleek weerbarstig en voert nog steeds complexe aanvallen uit, met name in en nabij Kirkuk, waar de groep op dit moment nog steeds actief is.[61] De ISF heroverde Mosul op IS in de zomer van 2017, daarbij ondersteund door de internationale coalitie en de Peshmerga. De bevolking van Mosul gaat een onzekere toekomst tegemoet, want krachtdadige politieke leiders ontbreken in een tijd waarin leiderschap juist van belang is om het gebied dat IS drie jaar lang bezet hield te herbouwen.

Hernieuwde spanningen KAR en Iraaks regime

In de KAR ontstond eind 2015 een politieke crisis toen president Barzani, nadat zijn termijn was afgelopen, zijn functie niet wilde opgeven, naar verluidt vanwege de aanhoudende strijd met IS. De vrees ontstond voor inter-Koerdisch geweld.[62] Gedurende 2017 ebde de aandacht voor de crisis weg door een aangekondigd referendum in de KAR om op 25 september 2017 te stemmen over onafhankelijkheid. Vrijwel alle kiezers waren vóór onafhankelijkheid. Als reactie op het referendum namen de Iraakse autoriteiten Kirkuk met omliggende gebieden in oktober 2017 in. Sindsdien is de spanning tussen de KAR en het Iraakse regime terug, verder gecompliceerd door politieke onrust naar aanleiding van verkiezingen: nationaal (12 mei 2018) en regionaal (30 september 2018 in de KAR, uitgesteld in andere regio’s in Irak). Mogelijk profiteert IS in de nabije toekomst weer van deze spanningen.

 

* Wietse van den Berge is als promovendus verbonden aan het Institute for Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden. Hij was research fellow aan de Nederlandse Defensie Academie.

[1] Dit artikel gebruikt de namen IS en Islamitische Staat in Irak en Syrië/Shams (ISIS) als synoniemen: andere namen zijn Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL) en Ad-Dawlah al-Islāmiyah fī 'l-ʿIrāq wa-sh-Shām (Daesh of Daash).

[2] Lennart Bloemhof, ‘IS is kalifaat kwijt, ‘maar ze zijn altijd bezig met de volgende stap’’, NOS,  23 maart 2019. Zie: https://nos.nl/artikel/2277337-is-is-kalifaat-kwijt-maar-ze-zijn-altijd-bezig-met-volgende-stap.html.

[3] Michael M. Gunter, ‘Iraq, Syria, ISIS and the Kurds: Geostrategic Concerns for the U.S. and Turkey’, in: Middle East Policy 22, No. 1 (2015): 102; Michael M. Gunter, ‘The Kurds in the Changing Political Map of the Middle East’, in: Kurdish Studies 3, No. 1 (2015): 65, 78.

[4] Gareth Stansfield, ‘The Islamic State, the Kurdistan Region and the Future of Iraq: Assessing UK Policy Options’, in: International Affairs 90, No. 6 (2014) 1337.

[5] Charles Lister, ‘A Long Way from Success: Assessing the War on the Islamic State’, Perspectives on Terrorism 9, No. 4 (2015): 3–13, zie: http://www.terrorismanalysts.com/pt/index.php /pot/ article/ view/439/870; Kenneth M. Pollack, ‘Iraq: Understanding the ISIS Offensive Against the Kurds’, in: Brookings - Markaz Middle East Politics & Policy, (2014) zie: http://www.brookings.edu/blogs/markaz/posts/2014/08/11-pollack-isis-offensive-against-iraq-kurds.

[6] Cf. Michael M. Gunter, ‘The Foreign Policy of the Iraqi Kurds’, in: Journal of South Asia and Middle Eastern Studies XX, No. 3 (1997): 1.

[7] Graham T. Allison en Philip D. Zelikow, Essence of Decision. Explaining the Cuban Missile Crisis, 2nd edition (New York, Longman, 1999) 13-26.

[8] Charles Lister, Profiling the Islamic  State (Brookings Doha Center Analysis Paper No. 13, november 2014). Zie: https://www.brookings.edu/wp-content/uploads/2014/12/en_web_lister.pdf.

[9] Cf. Idean Salehyan, ‘The Delegation of War to Rebel Organizations’, in: Journal of Conflict Resolution 54, No. 493 (2010) 494. DOI: 10.1177/0022002709357890.

[10] Gunter, The Foreign Policy of the Iraqi Kurds, 1.

[11] Gunter, Iraq, Syria, ISIS and the Kurds, 108.

[12] Ibid., 103; cf. Moisés Naím, The End of Power (New York, Basic Books, 2013) 235.

[13] Michael Weiss en Hassan Hassan, ISIS: Inside the Army of Terror (New York, Regan Arts, 2015); Jessica Stern en J.M. Berger, ISIS: The State of Terror (New York, HarperCollins, 2015).

[14] Stern en Berger, ISIS, 235.

[15] Cf.  Gunter, Iraq, Syria, ISIS and the Kurds, 102.

[16] Gunter, The Kurds in the Changing Political Map, 78.

[17] Kurdistan Regional Government - Ministry of Planning, ‘Kurdistan Region of Iraq 2020. A Vision for the Future’, 2013, 1. Zie: http://www.ekrg.org/files/pdf/KRG_2020_last_english.pdf.

[18] Ibid., 2.

[19] ‘The Return of Khilafah’, Dabiq 1 (2014): 34-40. Zie: https://clarionproject.org/islamic-state-isis-isil-propaganda-magazine-dabiq-50/. De meeste analisten plaatsen de oorsprong verder terug in de geschiedenis, gebaseerd op jihadistisch-salafistische interpretaties van de islam, zie bijvoorbeeld: Stern en Berger, ISIS, 233.

[20] ‘Remaining and Expanding’, Dabiq 5 (2014): 3. Zie: https://clarionproject.org/islamic-state-isis-isil-propaganda-magazine-dabiq-50/.

[21] Fawaz A. Gerges, ISIS. A History (Princeton, Princeton University Press, 2016) 5-6.

[22] Stern en Berger, ISIS, 271-272.

[23] Ahmad Moussalli, ‘Wahhabism, Salafism and Islamism. Who Is the Enemy?’, Conflicts Forum Monograph (Beirut, 2009) 17-18. Zie: http://www.conflictsforum.org/2009/wahhabism-salafism-and-islamism/.

[24] Ahmed Ali, Heather L. Pickerell en ISW, ‘Iraq Situation Report: June 17, 2014’. Zie: http://iswresearch.blogspot.nl/2014/06/iraq-situation-report; Ahmed Ali, Jennifer Cafarella en ISW, ‘Iraq Situation Report: July 22, 2014’./ Zie: http://iswresearch.blogspot.nl/2014/07/iraq-situation-report.

[25] ISW, Jessica D. Lewis, Lauren Squires en Nichole Dicharry, ‘Iraq Situation Report: August 6, 2014’. Zie: http://www.understandingwar.org/sites/default/files/2014-08-06%20Situation%20Report_0.pdf.

[26] Allison en Zelikow, Essence of Decision, 18.

[27] D.J. Gerner, ‘The Evolution of the Study of Foreign Policy’, in: L. Neack, J.A.K. Hey en P.K. Haney, Foreign Policy Analysis. Continuity and Change in Its Second Generation (Englewood Cliffs, Prentice-Hall, 1995) 18.

[28] Rainer Baumann en Frank A. Stengel, ‘Foreign policy analysis, globalisation and non-state actors: state-centric after all?’, in: Journal of International Relations and Development 17, No. 4 (2013) 492, 502-503.

[29] Cf. Michael Knights, ‘Conducting Field Research on Terrorism in Iraq’, in: A. Dolnik (red.), Conducting Terrorism Field Research. A Guide (Abingdon, Routledge, 2013) 119.

[30] Gerges, ISIS, 23-49; Graeme Wood, ‘What ISIS Really Wants’, in: The Atlantic, March 2015. Zie: https://www.theatlantic.com/magazine/archive/2015/03/what-isis-really-wants/384980/. 

[31] D.A. Welch, ‘The Organizational Process and Bureaucratic Politics Paradigms: Retrospect and Prospect’, in: International Security 17, No. 2 (1992) 138.

[32] Jonathan Bendor en Thomas H. Hammond, ‘Rethinking Allison’s Models’, in: The American Political Science Review 86, no. 2 (1992) 302, 305. In hun kritiek wijzen Bendor en Hammond op het concept bounded rationality, dat veronderstelt dat actoren niet alle relevante factoren kunnen weten of inschatten en daarom per definitie niet volledig rationeel kunnen handelen, waardoor altijd enige onzekerheid zal bestaan. De strategische interacties onderscheiden het Rational Actor Paradigm van Game Theory, waarbij juist de interactie (actie-reactie) tussen actoren centraal staat, zie bijvoorbeeld: Till Grüne-Yanoff, ‘Game Theory’, Internet Encyclopedia of Philosophy: https://www.iep.utm.edu/game-th/.

[33] Dan Ariely, Predictably Irrational. The Hidden Forces That Shape Our Decisions (New York, HarperCollins, 2008) 243-244.

[34] Winston Harris, ‘Chaos in Iraq: Are the Kurds Truly Set to Win?’, in: Small Wars Journal (2014). Zie: http://smallwarsjournal.com/jrnl/art/chaos-in-iraq-are-the-kurds-truly-set-to- win.

[35] Welch, The Organizational Process and Bureaucratic Politics Paradigms, 138.

[36] Allison en Zelikow, Essence of Decision, 24; Bendor en Hammond, ‘Rethinking Allison’s Models’, 305.

[37] Allison en Zelikow, Essence of Decision, 389-390; cf. Bendor en Hammond, ‘Rethinking Allison’s Models’, 305.

[38] Allison en Zelikow, Essence of Decision, 25. Cursief toegevoegd.

[39] Ibid., 41. ‘Interdependence’ suggereert enige interactie tussen actoren, die echter niet daadwerkelijk plaatsvindt, zie ook voetnoot 32.

[40] Salehyan, The Delegation of War, 503.

[41] Lister, Profiling the Islamic State, 20.

[42] Stansfield, ‘The Islamic State’, 1346.

[43] Isabel Coles, ‘Rare Bomb Attack in Iraqi Kurdish Capital Kills Six’, Reuters, 29 september 2019. Zie: https://www.reuters.com/article/iraq-kurds-explosion/update-4-rare-bomb-attack-in-iraqi-kurdish-capital-kills-six-idUSL6N0HP0HC20130929; ‘Multiple Bombings Target Kurds in Iraq’ Al-Jazeera, 8 juni 2014. Zie:

https://www.aljazeera.com/news/middleeast/2014/06/multiple-bombings-target-kurds-iraq-2014689857332677.html; ‘Iraqi Kurds Targeted by Twin Car Bomb Blasts’, Al-Jazeera, 9 juni 2014. Zie: https://www.aljazeera.com/news/middleeast/2014/06/iraqi-kurds-targeted-twin-carb-bomb-blasts-201469141237775108.html.

[44] Wood, ‘What ISIS Really Wants’.

[45] ‘The Return of Khilafah’, 37.

[46] ‘The Flood’, Dabiq 2 (2014) 12-13. Zie: https://clarionproject.org/islamic-state-isis-isil-propaganda-magazine-dabiq-50/.

[47] ‘The Failed Crusade’, Dabiq 4 (2014) 41-42. Zie: https://clarionproject.org/islamic-state-isis-isil-propaganda-magazine-dabiq-50/.

[48] Ibid., 9.

[49] Alice Speri, ‘Not All Kurds Are Fighting Against the Islamic State — Some Are Joining It’, VICE News, 7 november 2014. Zie: https://www.vice.com/en_us/article/9kv795/not-all-kurds-are-fighting-against-the-islamic-state-some-are-joining-it. ‘Remaining and Expanding’, 12.

[50] ‘Iraqi Kurdistan: IDPs Now Number 2 Million’, UNPO, 1 juni 2015. Zie:  https://unpo.org/article/18260; Nawzad Mahmoud, ‘Iraqi Kurds Worry about Ethnic Balance from Waves of Refugees’, Rûdaw, 11 augustus 2015. Zie: https://rudaw.net/english/kurdistan/11082015 .

[51] Lyuba Lulko, ‘The Great Kurdistan about to Be Created’, Ekurd Daily, 13 november 2012. Zie: https://ekurd.net/mismas/articles/misc2012/11/state6620.htm; Hakan Özoglu, ‘Lessons From the Idea, and Rejection, of Kurdistan; in: The New York Times, 5 juli 2014. Zie: https://www.nytimes.com/roomfordebate/2014/07/03/where-do-borders-need-to-be-redrawn/lessons-from-the-idea-and-rejection-of-kurdistan; ‘The Wars of the Kurdish Unification’, Energeopolitics.com (2013). Zie: https://energeopolitics.com/2013/09/06/the-wars-of-the-kurdish-unification/.

[52] Cf. ‘The Return of Khilafah’, 37.

[53] Mahmoud Nawzad, ‘Peshmerga Control All Kurdish Territories in Iraq’, Rûdaw, 17 juni 2014. Zie: https://www.rudaw.net/english/kurdistan/170620141 ; Stansfield, ‘The Islamic State’, 1340-1341n23.

[54] Lyuba Lulko, ‘The Great Kurdistan about to Be Created’, Ekurd Daily, http://ekurd.net/mismas/articles/misc2012/11/state6620.htm; Hakan Özoglu, ‘Lessons From the Idea, and Rejection, of Kurdistan’, The New York Times. Zie: http://www.nytimes.com/roomfordebate/2014/07/03/where-do-borders-need-to-be-redrawn/lessons-from-the-idea-and-rejection-of-kurdistan; ‘The Wars of the Kurdish Unification’.

[55] Stansfield, ‘The Islamic State’, 1334.

[56] Ibid., 1340-1341n23.

[57] ‘The Looming Assault on Mosul’, The Soufan Group (2016). Zie: https://thesoufancenter.org/tsg-intelbrief-the-looming-assault-on-mosul/.

[58] ‘The Looming Assault on Mosul’.

[59]  Hevidar Ahmed, ‘Senior Kurdistan Official: IS Was at Erbil’s Gates; Turkey Did Not Help’, Rûdaw (16 september 2014; Stansfield, ‘The Islamic State’, 1340–1341n23.

[60] Cf. Allison en Zelikow, Essence of Decision, 389-390.

[61] ISW, ‘ISIS Re-Establishes Iraqi Sanctuary: March 7, 2019’. Zie: http://www.understandingwar.org/sites/default/files/ISIS%20Resurgence%20Joe%20Map%20MAR%202019%20-%20Final%20Approved_0.pdf.

[62] Patrick Martin, ‘Political Crisis in Iraqi Kurdistan Escalates into Violence’, Institute for the Study of War, 12 oktober 2015. Zie: http://iswresearch.blogspot.com/2015/10/political-crisis-in-iraqi-kurdistan.html. 

Over de auteur(s)

Drs. W. van den Berge

Wietse van den Berge is als promovendus verbonden aan het Institute for Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden. Hij was research fellow aan de Nederlandse Defensie Academie.