In Somalië lopen zowel Amerikaanse als Europese strategische belangen, maar niet in de pas met elkaar. De Amerikaanse War on Terror en de Europese oorlog tegen migratie hollen door elkaar en botsen als kippen zonder koppen.
Neem het jaar 2009 bijvoorbeeld. Iedereen wist dat er een nieuwe hongersnood in Somalië zat aan te komen. Het Amerikaanse Famine Early Warning Systems Network (Fewsnet) en de Europese Food Security Nutrition and Analysis Unit (FSNAU) waarschuwden niet minder dan zeventig keer, in steeds urgentere bewoordingen, voor wat er stond te gebeuren. Niemand reageerde. Eind 2009 bezocht de Amerikaanse ontwikkelingseconoom Jeffrey Sachs, mede-ontwerper van de UN Millenium Development Goals, het Witte Huis. Sachs schetste Obama wat de Somaliërs boven het hoofd hing, maar de president zei niets te kunnen doen. De VS was in oorlog met al-Shabaab, het Somalische filiaal van al-Qaida. Het Congres had al-Shabaab zojuist toegevoegd aan de Amerikaanse lijst van terroristische organisaties: het was strafbaar geworden om al-Shabaab te helpen. Meteen hadden Amerikaanse NGO’s zich uit al-Shabaabgebied teruggetrokken en was de VN-voedselhulp aan Somaliërs meer dan gehalveerd: de VS is de allergrootste donor aan het World Food Programme (WFP) en had voedselhulpleveranties aan hongerigen in al-Shabaabgebied verboden. In Mogadishu werd de VS alleen nog vertegenwoordigd door een paar handenvol Amerikaanse militairen met vierkante kinnen en een vloot drones. Jeffrey Sachs vertelde: ‘Ik zei Obama dat het land dringend een ontwikkelingsstrategie nodig had, niet een militaire benadering. Obama antwoordde dat zolang al-Shabaab de scepter zwaaide, het Amerikaanse Congres daar geen toestemming voor zou geven. ‘Find me another one hundred votes in Congress,’ zei hij.’
De hongersnood begon in 2011. Ruim een kwart miljoen Somaliërs bezweken en een miljoen raakten op drift, op zoek naar iets om te eten. Het vluchtelingenkamp Dadaab in Noord-Kenia, dat nog vol zat na eerdere hongersnoden, barstte nu uit zijn voegen.
Vele honderdduizenden Somaliërs hebben hun leven in vluchtelingenkampen in de regio gesleten, maar vele honderdduizenden wisten in de loop der jaren ook Europa te bereiken. Soms krijgen ze hier asiel, vaker sturen we ze terug. Maar tijdens de hongersnood van 2011 verbood het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de EU-lidstaten om Somaliërs nog langer te deporteren. Het was in Somalië te gevaarlijk vanwege de Amerikaanse drones en de honger. EU-landen leidden hun deportaties daarna om naar het kamp Dadaab in Noord-Kenia, tot het Hof ook dat verbood. Dadaab zat meer dan propvol en er was tekort aan alles. Latrines stroomden over en ratten renden door de tenten. De toestand in Dadaab was ‘onmenselijk’, oordeelde het Hof.
De Amerikaanse oorlog in Somalië duurt voort. Gemiddeld eens per anderhalve week gooit de VS bommen. Het aantal al-Shabaabstrijders groeit alleen maar en het aantal vluchtelingen ook. De gewapende aanhang van al-Shabaab in het kleine Basra bijvoorbeeld, niet ver van Mogadishu, steeg van 50 man in 2016, naar 600 begin 2018. In diezelfde periode trokken meer dan duizend inwoners van Basra naar vluchtelingenkampen. Zo houden de VS en al-Shabaab de vluchtelingenstroom in beweging. Intussen sturen de EU-lidstaten vrachten hulpgeld naar Somalië om het land voldoende op orde te krijgen om vluchtelingen vanuit Europa terug te kunnen sturen, want ook díe stroom moet in beweging blijven.
Al dertig jaar staat Somalië elk jaar opnieuw in de top vijf van landen die de meeste vluchtelingen genereren. Het perpetuum mobile bestaat en het draait zijn rondjes in Somalië.