In de Syrische vredesbesprekingen wordt vooral veel ruzie gemaakt. De onderhandelaars hebben zich nu zelfs gesplitst: één groep vergadert met Rusland, Irak en China in het Kazachse Astana en één groep in Genève in een zaaltje met Amerika en de EU. Doet het ertoe? Iedereen weet dat een akkoord er toch niet komt. Het conflict is er gewoon nog niet rijp voor.
Syrië is uit elkaar gevallen. Er zijn nu vier Syrië’s, vier gebieden in handen van vier spelers: Assad, IS, de Koerden en de rebellen. IS-gebied heeft ruzie met iedereen en andersom, in het rebellengebied bevechten tientallen groepen elkaar op leven en dood, de Koerdische PKK voert oorlog tegen Assad én Turkije en Assad bombardeert iedereen op zijn pad. Vrede in een oorlogsgebied dat wordt verscheurd door rivaliserende tirannen is een illusie.
Toch lopen parallel aan het vredesgekibbel in Genève en Astana ook al de eerste gesprekken over wederopbouw. Geschat wordt dat het 350 miljard dollar gaat kosten. Syrië heeft 5 miljard dollar per jaar te besteden. Het belangrijkste – en eigenlijk enige – punt op de vergadertafel is dus wie voor de rekening gaat opdraaien.
De Russische president Poetin heeft al laten weten dat hij een ‘Marshall Plan’ voor Syrië wil, waarmee hij bedoelt dat Amerika en Europa het samen moeten betalen. Wat de Amerikaanse president Trump wil, weet niemand. De EU zweert dat het Syrië alleen financieel zal steunen ‘als politieke verandering in gang is gezet’. Waarmee Europa bedoelt: als Assad is afgetreden. Maar dat gaat niet gebeuren. Assad blijft. 2016 was een goed jaar voor hem, vol militaire en politieke triomfen. Turkije streeft zijn val niet langer na, van Trump hoeft hij ook niet weg en zijn tegenstanders werden verjaagd uit Aleppo. De mogelijkheid dat de oppositie een grootse comeback maakt in Syrië is uitgesloten. Het verzet zal best blijven, maar is voor Assad hanteerbaar geworden. De hoofdstad, andere belangrijke steden, het grootste deel van de bevolking, de economie en Syrië’s zetel in de VN zijn van hém.
En Assad voorziet voor zijn Syrië een grootse toekomst. In een interview op de Japanse televisie zei hij dat Amerika en Europa niet alleen gaan betalen voor wat ze Syrië hebben aangedaan door de oppositie te steunen, maar dat ze bovendien pas met de wederopbouw zullen mogen beginnen als de leiders excuses hebben aangeboden en verantwoording voor hun oorlogsmisdaden hebben afgelegd door af te treden en verkiezingen uit te schrijven. Assad eist politieke transities in elk land dat politieke transitie eist in Syrië.
Op de vraag of hij denkt dat er straks Amerikaanse en Europese investeerders naar Syrië gaan komen, antwoordde hij dat hij die niet nodig heeft: de Syrische diaspora popelt om de kansen te benutten die de wederopbouw gaat bieden. Vluchtelingen en expats hebben geld om te investeren en ze willen allemaal thuiskomen, zei hij.
Zou het? De diaspora heeft haar geld allang elders geïnvesteerd en mensen zijn een nieuw leven begonnen – mede omdat Assad tegen alle vertrekkende zakenlieden in 2012 arrestatiebevelen uitvaardigde. Natuurlijk zijn er nog rijke zakenlieden over in Syrië, maar de meeste vergaarden hun rijkdom met het omzeilen van de internationale sancties tegen het land. Het zijn gewiekste parasieten, geen entrepreneurs.
Het Syrië van Assad blijft straks zonder investeerders, verscheurd en gebraindrained achter, met een bevolking aan een infuusje van humanitaire hulp. Er zal best iets van wederopbouw komen, maar die zal traag, chaotisch en in permanente strijd verlopen. Verschillende delen van Syrië staan onder verschillende internationale invloed: de Amerikaanse luchtmacht bewaakt Koerdisch gebied in Noord-Syrië, Turkije bestiert het grensgebied ten oosten van Aleppo en Rusland staat militair pal achter Assad. Deze gebieden gaan allemaal eigen wederopbouwplannetjes maken, met eigen agenda’s en prioriteiten. Donorlanden die gaan proberen om Assad over te slaan door niet zijn steden, maar het dunbevolkte platteland aan te pakken, zullen weinig of geen impact hebben op Syrië’s economische herstel. Als het doel van wederopbouw is om het leven van Syriërs dragelijk te maken met banen, gezondheidszorg en onderwijs, en om Syrische vluchtelingen te verleiden naar huis te gaan, dan kunnen de donoren niet om Assads centrale regering heen.
Alle opties zijn op hun eigen manier onverteerbaar, maar voor plezante keuzes moet je niet in Syrië zijn.