Ik wil in deze gastcolum een bijdrage leveren aan de discussie over de positie van vrouwen in onze organisatie. Ik doe dit vanuit verschillende rollen: vrouw, geestelijk verzorger, defensiemedewerker en onderzoeker in opleiding. Meer vrouwen in dienst maakt minder eenzaam en kan het functioneren van de krijgsmacht ten goede komen. Ik wil mijn respect uitspreken voor alle vrouwen die zich dagelijks blijven inzetten voor Defensie, ook wanneer het niet makkelijk is. Het is belangrijk, óók voor de plekken op de wereld waar de positie van vrouwen kwetsbaarder is dan in Nederland.
Vrouwen bij Defensie moeten zich dubbel bewijzen. Zij worden beoordeeld als vrouw én als militair; dat is een dubbele rol. Rollen die we hebben kunnen veranderen in de tijd en context. De militaire context is duidelijk en afgebakend met een slagboom. Daarbinnen is de rolverwachting helder in gedrag, taalgebruik en uniform. Wanneer we aan het einde van een werkdag naar huis gaan nemen we andere rollen aan, zoals ouder, klant in de supermarkt of voetbalsupporter.
De rolverwachting van de militair kan dwarszitten. We hebben een plaatje in ons hoofd van ‘de ideale militair’ en wie daar niet aan voldoet, moet zich extra bewijzen. Ik herken dit in mijn werk als aalmoezenier,wanneer ik verbazing ontmoet omdat iemand bij een aalmoezenier een grijze baard verwacht. Ik voldoe niet aan die verwachting en dat kan een teleurstelling zijn. Daarbij zijn de verwachtingen van blond haar over het algemeen ook al niet te hoog…
Van burger naar militair
De rolovergang van burger naar militair vindt plaats tijdens de initiële militaire opleiding door het aanleren van kennis en vaardigheden, maar ook door vorming en socialisering. Aspirant-militairen moeten hun telefoon, privacy en vrijheid inleveren, krijgen onhaalbare opdrachten en soms zijn er initiatieriten. Afijn, u weet er meer van dan ik.
Vaak wordt gezegd dat militair zijn geen baan is, maar een manier van leven. Langdurig met elkaar van huis zijn en de inzet voor vrede en veiligheid onderscheiden het militaire beroep van andere beroepen. In ons handelen drukken we uit waar we voor staan en wie we willen zijn. We bouwen identiteit op door te handelen; dit maakt de militaire rol tot een wezenlijk aspect van de identiteit.
Post-actieve veteranen zie ik worstelen met hun identiteit omdat zij de militaire rol kwijt zijn. Zij doen geen militaire dingen meer, maar de militaire identiteit is een onlosmakelijk deel van henzelf geworden. In de burgermaatschappij moeten zij zichzelf ‘opnieuw leren kennen’. Ditmaal alleen: zonder instructeurs, kameraden of IK-tjes. Soms blijft de militaire identiteit zichtbaar in desertschoenen, tatoeages en een als compound ingerichte woonkamer.
Rambo en Samson
Om de krijgsmacht divers te maken moet het rolmodel dat ook worden. Zolang het masculiene rolmodel de norm is, zal niet iedereen zich thuis voelen. De militaire rol is niet statisch, maar aan verandering onderhevig onder invloed van de samenleving en veranderend optreden van de krijgsmacht. Het prototype Rambo, dat aansluit bij de verwachting van jonge militairen, is zowel begeerlijk als beperkt. Het leidt er toe dat vrouwen twee keuzen hebben: Defensie verlaten of binnen de organisatie blijven en genoegen nemen met een minderwaardige positie. De tweede optie vraagt tevens om compensatie: voldoen aan de mannennorm bij de Defensie Conditie Proef en zeker niet deeltijd werken. Ik ben daarom kritisch op Rambo als eenzijdig rolmodel, zonder hem te knippen en te scheren, zoals Delila Samson zijn haren, zijn kracht en zijn mannelijkheid afnam.
Man én vrouw
Ik wil er voor pleiten de discussie niet te polariseren, waarbij vrouwen zich terugtrekken in een vrouwennetwerk, met een vrouwenpraatje en een lady’s day, hoezeer ik deze initiatieven ook onderschrijf. Het houdt mannen in hun mannenbubbel waarbij het ‘iedere dag mannendag’ is, alles prima, en vrouwen een probleem maken dat zij niet inzien maar waar zij wel de schuld van krijgen. Dit roept weerstand en verdeeldheid op, terwijl diversiteit ons allemaal aangaat.
We zouden verder moeten denken dan de lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen die in de context van een datingapp anders worden beoordeeld dan op de werkvloer. Een vrouwelijke collega op haar uiterlijk beoordelen, hoe aardig bedoeld ook, creëert rolverwachting die op gespannen voet staat met haar professionele, militaire rol en misschien gaat zij zich ernaar gedragen. Bovendien gaat gender niet alleen over lichaamsvormen, maar ook over gedrag en identiteit. Het is vanuit die optiek een simplificatie om daar binair naar te kijken. Misschien hebben we allemaal iets mannelijks én vrouwelijks in ons.
Het eenzijdige rolbegrip raakt namelijk ook mannen die niet aan de macho-rolverwachting voldoen. En laten we ook de vrouwen niet uitvlakken die alle mannen voorbijgaan in masculien gedrag, wat zelden op goedkeuring kan rekenen van zowel mannen als vrouwen.
Het is jammer wanneer vrouwen zich gedwongen voelen hun vrouwelijke identiteit te verbergen onder een laag groene camouflage. Het wegstoppen van de vrouwelijke kant in onszelf geldt overigens ook voor de mannen. Jammer, want zo laten we een hoop kwaliteit liggen.
De militaire rol vraagt om gedrag dat traditioneel als mannelijk wordt gelabeld; gevechtsbereid, daadkrachtig en fysiek sterk. Toch heeft de militair ook baat bij traditioneel vrouwelijke eigenschappen als verbindend, empathisch en zorgzaam. Waarom wordt dit in de krijgsmacht ondergewaardeerd? En waarom spreken we alleen vrouwen aan op die moederlijke rol?
Eenheid in diversiteit
Ik pleit voor een completer militair rolmodel, in werving, opleiding en vorming, omdat van de krijgsmacht een flexibel optreden wordt verwacht. Dat kan Rambo alleen nog in een oude film. De ideale militair is strijder, diplomaat en hulpverlener. De militair moet niet alleen van rol kunnen veranderen; de militaire rol is in zichzelf divers. Homogeniteit is functioneel binnen een krijgsmacht die drijft op voorspelbaarheid, uniformiteit en eenheid. Onderlinge verschillen verdwijnen wanneer je samen een doel wil bereiken. Op andere momenten is heterogeniteit functioneel, bijvoorbeeld wanneer een militair daarnaast ook vrouw is, moslim, Franstalig of krachtpatser. Want behalve dat militairen op elkaar lijken, zijn er minstens evenveel verschillen en bekleedt iemand naast de militaire rol nog andere rollen. Zo kan iemand militair zijn en ook transgender, christen of lid van een politieke partij.
Perspectiefwisseling
Kameraadschap en de hiërarchische structuur maken het lastig om elkaar aan te spreken. Misschien kan daarom iedereen zichzelf bijsturen. Ik wil u uitnodigen om in de schoenen van een ander te gaan staan. Ik bedoel niet dat de mannen net als de vrouwen in pumps met hoge hakken moeten marcheren. Dit merkwaardige plan van het Oekraïense leger leidt niet tot gelijkwaardigheid, noch tot diversiteit.[1] Ik beoog een perspectiefwisseling door mezelf af te vragen: hoe zou ik me voelen wanneer ik word aangegaapt, de zoveelste seksistische of racistische grap moet aanhoren, et cetera? Irina Tziamali stelt deze vraag in de titel van haar scriptie, ‘De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan’.[2] Want alle vrouwelijke militairen zijn ook dochters, partners en moeders. Een andere controlevraag kan zijn: zou ik dit ook aan een man vragen?, of: zou ik bij een man ook zo oordelen? Het is een gedachtenexperiment met rolverwisseling.
Misschien helpt dit om verder te gaan dan etiketteren als manier om orde aan te brengen en daarmee veiligheid te creëren. Want vaak wordt dit gevoed door onzekerheid over onze eigen positie, de vraag hoe de ander naar óns kijkt. Durft u die vraag te stellen? Kijk dan niet in de spiegel zoals Narcissus, die verliefd werd op zichzelf, maar door de ogen van de ander. Want naar jezelf en het eigen gedrag kijken door de ogen van een ander kan leiden tot nieuwe inzichten en groei in zelfverstaan.
[1] ‘Ukraine criticized for making female cadets parade in heels’, Associated Press, 4 juli 2021.
[2] Irina Tziamali, ‘De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan’, Militaire Spectator, 27 juli 2021.