Teun Voeten*

‘Moge u in interessante tijden leven’. Een Chinees gezegde dat als goedbedoelde wens klinkt, maar in feite een ironische vloek is. Met ‘interessant’ worden grote maatschappelijke omwentelingen of natuurrampen bedoeld. Oorlog en geweld, honger en ellende, moord en doodslag.

In Nederland vieren we bijna 75 jaar bevrijding en hebben we een situatie van enorme welvaart, stabiliteit, vrijheid en veiligheid verkregen. Decennialang kwam de enige dreiging uit het buitenland, van statelijke actoren in het Oosten. Vroeger de Sovjet-Unie, nu Rusland en China. Oorlog en armoede waren in het zuiden, in wat toen nog de Derde Wereld heette, vrede en ontwikkeling heerste in het Westen. Maar de wereld is niet meer zo overzichtelijk. In de Derde Wereld zijn streken van enorme, soms obscene rijkdom, in de westerse wereld zijn er steeds meer enclaves van armoede en achterlijkheid.

Conflicten zijn veranderd door deze wereldwijde herverdeling. Klassieke oorlogvoering tussen natiestaten heeft plaatsgemaakt voor hybride dreigingen. Ze duiken onverwachts en onvoorspelbaar, op alle niveaus, in telkens weer ander gedaantes op. Van sluipend en ondergronds tot expliciet en explosief. Grenzen tussen intern en extern vervagen. Sommige dreigingen werden van oudsher gecounterd door het defensieapparaat, andere door de politie, andere werden geneutraliseerd door de civiele sector. Vroeger was inderdaad alles overzichtelijk. Nu zijn er drie belangrijke non-statelijke dreigingen. Ten eerste de radicale islam en aanverwante terreurgroepen: IS heeft expliciet de oorlog aan het Westen verklaard. Dan is er de internationale georganiseerde misdaad, met de drugscriminaliteit als belangrijkste sector. De derde dreiging is een intern, sluipend en ondermijnend gevaar: het ontrafelen van het sociale weefsel, de ruggengraat die de samenleving draagt en bij elkaar houdt. Deze drie dreigingen zijn niet los te zien en versterken elkaar.

Beweren dat we in oorlog met de radicale islam verkeren ligt politiek gevoelig in het huidige klimaat, waarin men snel van ‘islamofobie’ beschuldigd wordt. Deze term op zich is vreemd. Rationele religiekritiek staat aan de basis van de westerse filosofie en onze cultuur. Grote aanslagen die geïnspireerd zijn door de radicale islam, zoals in Frankrijk, België en Duitsland, hebben we gelukkig in Nederland nog niet gehad. Wel zijn er enkele plannen van groepen verijdeld en hebben we acties gehad van geradicaliseerde individuen. Die overigens onderhand routine worden: afgelopen oktober was het weer raak in Parijs. De autoriteiten interpreteren deze aanslagen bij voorkeur als losstaande acties van gestoorde personen. Anderen zien de daders juist als zelf-gerekruteerde strijders van IS met een duidelijke ideologisch-religieuze agenda. Vele eenzame wolven maken een roedel. De franchising van het IS-concept betekent dat iedereen een voetsoldaat kan worden. De doeleinden van IS zijn meervoudig: sommigen streven naar wereldheerschappij van de islam, sommigen willen een beperkt territorium als kalifaat, anderen zijn gedreven door rancune tegen het Westen, weer anderen geloven in een apocalyptische eindstrijd. In ieder geval is het duidelijk dat het verlies van het kalifaat in Irak en Syrië niet het einde, maar juist een nieuwe fase van de oorlog met IS inluidt.

Dan is er de georganiseerde misdaad, die zich gediversifieerd heeft in drugs, wapenhandel, mensensmokkel, afpersing, vervalsing en fraude. Sommige delen van Mexico, Brazilië en Honduras zijn nachtmerrie-achtige voorbeelden waar de georganiseerde misdaad de baas is. In Nederland zien we niet die extreme ontwrichting, maar er is wel een escalatie van geweld die tien jaar geleden nog ondenkbaar was: liquidaties in de openbare ruimte met kalasjnikovs, vergismoorden, zelfs één onthoofding. De moord op advocaat Derk Wiersum afgelopen september heeft Nederland wreed wakker geschud. Onderzoekers Pieter Tops en Jan Tromp wezen in 2016 al op de enorme ondergrondse en ondermijnende drugseconomie in Noord-Brabant. Afgelopen augustus verscheen een soortgelijk rapport over Amsterdam. Infiltratie van zwart geld in de formele economie, bedreiging van bestuurders, corruptie in instituties zoals douane en politie en straffeloosheid veroorzaakt door een met procedurele interventies gesaboteerde rechtsgang, maken van Nederland een narcostaat. Nee, geen bloedige gefaalde staat, maar een relatief vreedzame functionele narcostaat.

Als  laatste knagen morele en sociale desintegratie aan de wortels van de maatschappij. Sociale cohesie, groepssolidariteit, wederzijdse verantwoordelijkheid en morele weerbaarheid nemen af, polarisatie en frustratie nemen toe. Nederland was decennialang een redelijk ideologisch en etnisch homogene staat. De verzuiling van de jaren 50 en 60 bestond in feite alleen maar uit verschillende invullingen van breed gedeelde waarden. Nu hebben we een erg diverse samenleving. Diversiteit betekent soms ook gespletenheid en is niet noodzakelijk positief. Maar kritisch denken over diversiteit en deze niet meer automatische toejuichen is ook problematisch. Volgens socioloog Ruud Koopmans stelt een aanzienlijk deel van de moslimgemeenschap religie boven de grondwet. Salafistische scholen onderwijzen waarden die haaks staan op de westerse maatschappij. Een royale verzorgingsmaatschappij, aanvankelijk bedoeld als vangnet voor onfortuinlijke individuen, heeft ook opportunistische mensen aangetrokken. De effectiviteit van de autoriteiten die, om het diplomatiek uit te drukken, niet altijd vlekkeloos is, bevordert een perceptie van willekeur en algehele straffeloosheid onder grote delen van de bevolking, die op hun beurt weer worden weggezet als populisten. Tot zover Nederland.

Wereldwijd ziet het er ook niet best uit. Grotere inkomensongelijkheid gaat gepaard met grotere  verwachtingen  die  niet  ingelost  kunnen  worden.  Een  snel groeiende wereldbevolking, m e e r druk op steeds schaarsere bronnen e n klimaatveranderingen zullen resulteren in grote migratiestromen waar de gastbevolking niet blij mee is. Automatisering veroorzaakt een groeiende klasse van redundant people, overtollige mensen die voor verschillende opties en strategieën kiezen: zelfopsluiting in tribale, religieuze, etnische en andere identitaire enclaves. Anderen zwelgen in een agressief, nihilistisch ressentiment, vluchten in roesmiddelen of zoeken alternatieve verdienmodellen in de misdaad. Vaak allemaal tegelijk. In Latijns Amerika zijn er veel no-go zones, waar de staat effectief het monopolie  op  geweld  verloren heeft.  In  de  banlieues  van  Parijs  zien  we  al  hetzelfde verschijnsel. Als een overheid geen bescherming meer kan bieden, ligt eigenrichting op de loer.

Voorwaar, geen optimistisch scenario. Interessante tijden inderdaad. De grote vraag is wie deze bedreigingen het hoofd gaat beiden. Leger? Politie? De burgergroepen? Moeten er nieuwe structuren geschapen worden? Of laten we de boel op zijn beloop, en hopen we op de corrigerende werking van de onzichtbare hand van de vrije markt en andere sociaal- darwinistische mechanismes?

* Teun Voeten is oorlogsfotograaf en cultureel antropoloog. Sinds 1991 covert hij conflicten wereldwijd. In 2018 promoveerde hij op een proefschrift over drugsgeweld in Mexico.

Over de auteur(s)

Dr. T. Voeten

Teun Voeten is oorlogsfotograaf en cultureel antropoloog. Sinds 1991 covert hij conflicten wereldwijd. In 2018 promoveerde hij op een proefschrift over drugsgeweld in Mexico.