Het artikel ‘The impact of Brexit on the UK-Netherlands defence and security cooperation’ van Wolter Sillevis Smitt en Alexander Willemen is een pleidooi voor blijvende samenwerking met het Verenigd Koninkrijk op het gebied van defensie en in het verlengde daarvan met de Verenigde Staten.[1] De teneur van het verhaal is dat de Nederlandse krijgsmacht, ondanks de Brexit, een belangrijke partner blijft voor het VK en de VS.                                     

Om deze reden is het verrassend dat het artikel en de omslag van de Militaire Spectator getooid worden met foto’s van de NH90-helikopter, een in Europa ontwikkeld toestel en van de Boxer, eveneens een Europees wapensysteem, ontwikkeld in OCCAR-verband (Organisation for Joint Armament Co-operation). Aan de ontwikkeling van de NH90 nam het VK niet deel, zij het dat de Nederlandse toestellen vliegen met Rolls-Royce-motoren. Of beide auteurs gekozen hebben voor deze foto’s, is me niet bekend, maar het verhaal hinkt, wellicht onbedoeld, daarmee wel op twee gedachten: ja, samenwerking met het VK blijft van belang, maar waar mogelijk schaffen we wapensystemen aan die in Europa ontwikkeld zijn.

En dat laatste is maar goed ook: Brexit en AUKUS (het in September 2021 aangekondigde militaire samenwerkingsverband tussen Australië, het VK en de VS) kunnen mijns inziens  niet tot een andere conclusie leiden dan dat we ons meer moeten richten op onze Europese partners en bijvoorbeeld, als het gaat om de ontwikkeling van wapensystemen, een  volledig lidmaatschap moeten nastreven van OCCAR, waartoe overigens ook het VK behoort.

Het in mei 2019 verschenen Eindrapport Beleidsdoorlichting Omvorming 13e Gemechaniseerde Brigade tot een lichtere Gemotoriseerde Brigade beschrijft een intensievere internationale samenwerking met Frankrijk, België, Luxemburg en Duitsland. De 13e Gemotoriseerde Brigade wordt nadrukkelijk gepositioneerd als een eenheid die met de Belgische en Franse krijgsmacht samenwerkt. Ik zie hierin ook een zekere logica: de brigades in het zuiden van Nederland werken samen met België en Frankrijk, terwijl eenheden voor het Nederlands-Duitse Legerkorps vooral geleverd worden door 11 Luchtmobiele Brigade en 43 Gemechaniseerde Brigade. Dat de mariniers oefenen met eenheden van het VK, zoals al sinds WO2 gebeurt, en de marine met de Belgische zeemacht, maakt het plaatje compleet: alle landen rondom Nederland zijn belangrijk.

Kees Ockhuysen

-----

ANTWOORD OP MENINGEN VAN ANDEREN

Allereerst willen we als auteurs Kees Ockhuysen danken voor zijn reactie op het artikel. Ten aanzien van zijn commentaar het volgende.

De foto met de NH90 op de cover, die overigens niet specifiek is uitgezocht door de schrijvers, is een beeld van het maritieme domein waar de samenwerking tussen het VK en Nederland het sterkste is. Door dit juist in deze tijd te bestendigen, onafhankelijk van het type helikopter, kan Nederland helpen de negatieve gevolgen van het AUKUS-akkoord voor de relatie met Europa verminderen.

Juist met de Boxer is er een nauw samenwerkingsverband tussen Nederland-Duitsland en het VK. De samenwerking is vastgelegd in de Boxer User Group, waarin de landen ervaringen delen. Het VK heeft onlangs gekozen voor de aanschaf van 500 Boxers. Daarbij is het VK geïnteresseerd in de gebruikerservaringen van Nederland en Duitsland van de afgelopen jaren. Daarnaast is het VK voornemens om meerdere uitvoeringen van de Boxer te ontwikkelen (zowel voor combat- als voor combat-support eenheden). Deze ontwikkelingen zijn interessant voor Nederland omdat dit ook een wens is van de landmacht. Nederland kan vanwege de nauwe contacten met zowel het VK als Duitsland een mooie verbindende rol spelen.

Zoals betoogd zijn de Britse ontwikkelingen ook in andere domeinen voor Nederland zeer relevant en interessant. In het luchtdomein heeft Nederland vanwege de F-35, Apache, Chinook en de ontwikkeling van onbemande systemen meer gemeen met het VK dan met Frankrijk en Duitsland. Dus is het niet meer dan logisch om nauwe contacten te blijven houden. In de domeinen cyber, space en op het gebied van R&D investeren de Britten de komende jaren een aanzienlijk budget. Gezien onze goede banden liggen hier kansen om deze ontwikkelingen te volgen en daar waar mogelijk aan te haken.

Het pleidooi voor goede banden met het VK na de Brexit laat uiteraard onverlet dat Nederland ook moet blijven investeren in de banden met de andere strategische partners Duitsland, België, Frankrijk, Noorwegen en de Verenigde Staten. Daarbij moet Nederland dit evenwichtig doen, waarbij naast de bilaterale relaties ook de strategische multilaterale belangen bij de EU en de NAVO in het oog moeten worden gehouden.

Wolter Sillevis Smitt en Alexander Willemen

 

[1] Wolter Sillevis Smitt en Alexander Willemen, ‘The impact of Brexit on the UK-Netherlands defence and security cooperation’, in: Militaire Spectator 190 (2021) (10) 480-493.

Over de auteur(s)

Drs. ir. C.P. Ockhuysen

Kees Ockhuysen is reserve-majoor b.d. van de Genie en voormalig auditmanager bij de Auditdienst Rijk.