Inlichtingendiensten hebben een ‘StratCom’-probleem. Hun missers worden breed uitgemeten op de voorpagina’s van kranten, maar hun successen worden opgeborgen in geheime archieven. ‘The secret of our success’, zo luidt een CIA-gezegde, ‘is the secret of our success’. De lijst van intelligence failures is lang, en omvat onder meer Pearl Harbor, Operatie Barbarossa, Yom Kippur, 9/11 en Saddam Husseins massavernietigingswapens. Dit laatste betreft overigens een dubbele misser, aangezien Saddam in 1991 meer massavernietigingswapens bezat dan werd gedacht en in 2003 – zoals bekend – aanzienlijk minder. Inmiddels hoort Oekraïne ook bij het lijstje van inlichtingenmissers. De Franse en Duitse diensten hadden bijvoorbeeld het offensief van de Russische president Poetin totaal niet verwacht. De directeur van de BND, de Duitse buitenlandse inlichtingendienst, was op werkbezoek in Kiev toen de Russen binnenvielen. Hij moest halsoverkop met de auto het land uit vluchten, want het vliegveld was geen optie meer. De directeur van de DRM, de Franse militaire inlichtingendienst, werd later door president Macron ‘overgeplaatst’. Deze twee diensten – en vele andere – hadden de intenties van Poetin verkeerd inschat, mede omdat een grootscheepse inval niet rationeel of logisch leek. De Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten daarentegen waarschuwden wel voor een Russische inval. Hun geloofwaardigheid had enkele maanden eerder echter een deuk opgelopen toen zij de val van de Afghaanse hoofdstad Kabul niet zagen aankomen.
Alle diensten zaten er goed naast wat betreft hun verwachtingen over het verloop van het conflict in Oekraïne. Het leek onontkoombaar dat Rusland binnen enkele weken Oekraïne zou overrompelen. Dat Oekraïne het inmiddels meer dan een half jaar succesvol uithoudt was eind februari 2022 ondenkbaar. Er was weinig inzicht in het vermogen van Kiev om weerstand te bieden, hoewel veel landen een nauwe samenwerking hadden met het Oekraïense leger. Ook werd president Zelensky onderschat – wellicht was het niet te voorzien dat de acteur/cabaretier zich zou ontpoppen als een ware oorlogsleider. Maar de grootste inlichtingenmisser ligt ongetwijfeld aan Russische zijde, bij de FSB (de opvolger van de KGB). Al betrof het zogenaamd hun ‘broedervolk’ en hadden ze infiltranten op allerlei belangrijke posities, toch hadden ze de Oekraïense reactie op de Russische ‘speciale operatie’ niet helemaal goed ingeschat. Zo verwachtten de Russen eerst een onthaal à la Via Gladiola. Toen er toch gevochten moest worden zouden hun heldendaden wel de doorslag geven. Na tegenvallers op dit vlak bleek men tevreden met een geroofde ijskast of wasmachine; inmiddels zijn de Russen allang opgelucht bij een heelhuids retour. De vooroorlogse Russische analyse van Oekraïne lijkt een klassiek voorbeeld van confirmation bias of, zoals het oude spreekwoord stelt, de wens is de vader van de gedachte.
Voor westerse inlichtingendiensten betrof het niet alleen een onderschatting van het Oekraïense verzet, maar een gruwelijke overschatting van het Russische militaire vermogen. Kort geleden werd Poetin als een ware strateeg geroemd en sprak men vol ontzag over de ‘Gerasimov- doctrine’. Inmiddels is duidelijk dat Poetin zijn hand heeft overspeeld en is generaal Gerasimov al twee maanden niet meer gezien. Het Russische leger doet eer aan het fenomeen ‘Potemkin-dorp’; het is een keizer (of tsaar) zonder kleren. Russische troepen blijken slecht getraind en weinig gemotiveerd, uitgerust met gebrekkig materiaal, en kunnen maar moeilijk joint- en multi-domeinoperaties uitvoeren. De Russen hebben dus kundig alle westerse inlichtingendiensten en denktanks laten geloven dat ze veel sterker waren dan ze in werkelijkheid zijn. Ongelukkigerwijs had deze oud-Russische maskirokva (deceptie-operatie) ook een blue-on-blue effect. De Kremlin- en militaire top zijn verstrengeld geraakt in hun eigen propaganda, met als gevolg een complete mismatch tussen verwachtingen en capaciteiten toen de militaire operatie mis begon te lopen. Waarschijnlijk wordt het effect verergerd doordat slecht nieuws maar beperkt doorsijpelt naar boven. Nu het officiële Russische relaas en de realiteit op het slagveld steeds verder divergeren is de vraag hoe lang Moskou dit vol kan houden, zowel op het slagveld als in het domein van de publieke opinie. Hier, en bij de verdere intenties van het Kremlin, liggen belangrijke onderzoeksopdrachten voor westerse inlichtingendiensten.
Toch zijn er zeker ook inlichtingensuccessen, ook al worden ze niet breed uitgemeten in de media. Krantenartikelen zijn inmiddels verschenen over de eerste cruciale weken in het conflict, en hoe de aanval op Kiev is afgeslagen. Inlichtingen, vooral van Amerikaanse zijde, bleken een belangrijke rol te hebben gespeeld bij de slag om het vliegveld Hostomel. Ook bij andere keerpunten in het conflict, zoals het zinken van het vlaggenschip Moskva, wordt gesproken over een bijdrage van westerse inlichtingen. Hiernaast zijn de ‘donoroperaties’ een groot succes gebleken, en wapentuig ter waarde van miljarden dollars is geleverd. Gedurende de maand juli vernietigden HIMARS-langeafstandsraketten twee dozijn Russische munitieopslagplaatsen en hoofdkwartieren, ver achter de frontlinies. Er is hierover weliswaar weinig informatie beschikbaar, maar men mag veronderstellen dat precisiewapens niets waard zijn zonder precisie-inlichtingen. Op 70 kilometer effectief kunnen targeten vereist accurate en tijdige data en een proces van acquisitie en disseminatie dat maar weinig landen effectief kunnen inrichten. Het ligt dus voor de hand dat de VS niet alleen hoogwaardige wapens levert, maar ook hoogwaardige inlichtingen. Juist deze combinatie is bijzonder effectief op het slagveld. Kortom, het verdere verloop van het conflict zal mede worden bepaald door inlichtingen.
Het conflict tussen Rusland en Oekraïne kan zowel bijgeschreven worden op het lijstje intelligence failures, als worden toegevoegd aan intelligence successes. Weinig diensten zagen de inval aankomen, en geen enkele dienst anticipeerde het effectieve Oekraïense verzet. Toch worden veel westerse inlichtingen gedeeld met Oekraïne, en eigen analyses blijven essentieel voor westerse besluitvormers. Poetin heeft wellicht niet zijn doelen bereikt in Oekraïne, maar hij heeft de oorlog nog zeker niet verloren. Wetende dat hij uiterst bedreven is in het voeren van een verdeel-en-heers beleid in Europa, zal het behouden van westerse eensgezindheid een grote uitdaging blijven. De Russische gewoonte en militaire doctrine van ‘escaleren om te de-escaleren’ kan eveneens tot nare verrassingen leiden, en anticiperen op dit vlak is essentieel. Tegelijkertijd is een objectieve analyse over de staat van het Russisch leger van belang. Hoeveel jaar is nodig voor het herstel van de geleden verliezen, en hoe groot is de dreiging voor de NAVO? De uitkomst van deze analyse zal moeten doorwerken in de inrichting van westerse krijgsmachten en de invulling van de afschrikkings- en verdedigingsplannen. Het werk van inlichtingendiensten mag dan wel onbekend en onbemind zijn, maar de Russische, Oekraïense en westerse inlichtingendiensten spelen allemaal een cruciale rol in het conflict. Hun operaties en analyses schuilen achter de krachtmetingen op het slagveld en kunnen de doorslag geven. Het zal alleen nog even duren voordat we dit weten.