Ik was ervan overtuigd dat ik altijd in Sierra Leone zou blijven wonen. Het was rond de eeuwwisseling. Het land verkeerde in oorlog en ik leefde van mijn krantenartikelen daarover. Werk genoeg dus, maar als ik in mijn hart keek was ik niet gerust wat die oorlog deed met mijn wereldbeeld. Tot er ineens er een reusachtige Oekraïener met een miniatuurfluitje mijn beeld binnenstapte.

Hij was een van de vrijwilligers die aantraden op een benefiet-muziekavondje van expat-dames. Ze waren in Sierra Leone voor de Verenigde Naties. De opbrengst van de kaartverkoop was bestemd voor weesjes, of zoiets. Een keur van VN-medewerkers draafde op om een muzikale duit in het collectezakje te doen. De Litouwse gezusters Anna en Sofia waren in Sierra Leone namens de afdeling UN Procurement, en brachten die avond een Litouws wiegelied ten gehore. Vervolgens trippelde JorBat het toneel op, blauwhelmen uit Jordanië. Ze toonden een volksdansje, waarin de ene helft van de manschappen de andere helft hoog optilde en van links naar rechts over het toneel droeg. Vervolgens zong de Haïtiaanse assistente van de UN Special Envoy het Haïtiaanse volkslied voor ons. UkBat, het blauwhelmbataljon uit Oekraïene, was de volgende.

Het Oekraïense leger stelde niks voor, zeiden VN’ers. Een Britse commandant zat met een Oekraïense eenheid opgescheept in het Sierraleoonse gehucht Port Loko. Volgens hem rolden de Oekraïeners rond lunchtijd uit bed, ontkurkten de wodka, dronken tot het ochtendgloren en kropen dan weer terug in bed. Ze waren slechtbewapend, zeiden de mensen, met erfstukken uit de Sovjettijd waarvoor geen reserveonderdelen meer te krijgen waren. Corrupt en slecht opgeleid. In 2000 vuurden ze per ongeluk een raket af op een woonflat bij Kiev en in 2001 schoten ze een Russisch passagiersvliegtuig uit de lucht boven de Zwarte Zee, ook per ongeluk. Nog maar een handvol gevechtsvliegtuigen was operationeel. Misschien maar goed ook, want de opleiding van Oekraïense vliegers zou puur theoretisch zijn. Oorlogservaring? Njet. Een paar ouwe stompen wisten nog een beetje van vroeger, toen ze voor het Rode Leger tegen Afghanistan vochten, maar die oorlog was al in 1989 geëindigd. Sindsdien oefenden Oekraïense eenheden soms een beetje mee met NAVO-troepen en ze stuurden bataljons naar VN-vredesmissies.

UkBat was in Sierra Leone om vluchtelingen te vervoeren; Liberiaanse vanuit Sierra Leone terug naar Liberia en Sierraleoonse uit Liberia naar Sierra Leone. Behalve vrachtwagens hadden ze ook hun militaire kapel naar Sierra Leone meegenomen. Voor de expat-dames trad de dirigent aan met zijn dirigeerstok. De eerste noten klonken van ‘Peter en de Wolf’ van componist Prokofjev, die in Oekraïene geboren was. Op de rand van het podium blies de reusachtige UkBatter vervolgens de partij van het vogeltje uit het verhaal. Met zijn enorme worstvingers bewerkte hij teder zijn piccolofluitje. Ik was verbluft. Ik wist niet beter meer dan dat de hele wereld er uitzag als Sierra Leone, waar alle kraak, smaak, kleur en geur stukgeschoten en weggebombardeerd waren. Het land was doordrenkt met haat. Mensen zouden Onze Lieve Heer zelf hebben doodgemaakt als ze die te pakken hadden kunnen krijgen.

Met zijn delicaat trillende notenreeksjes speelde deze Oekraïner mijn sombere hart wagenwijd open. Snel daarna pakte ik mijn koffers en vertrok, terug naar Europa, waar mensen niet stukmaken, maar scheppen. Toen nog wel, tenminste.

 

 

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.