De VN moet het rooien met wat lidstaten bereid zijn aan de organisatie te doneren. Dat geldt voor financiële bijdragen aan humanitaire hulpoperaties en ook voor militairen om VN-vredesmissies te bemannen.
Drie militaire officieren uit Burundi naaiden blauwe insignes op hun uniform en trokken een blauwe cover over hun helm en reisden als peacekeepers naar de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR). Ze waren daar al geland toen internationale mensenrechtenorganisaties wakker werden. Het trio was berucht. Eén van de drie had in Burundi het bevel gevoerd over een obscuur militair detentiecentrum, waar gevangenen gemarteld werden. Een ander had erop losgeschoten toen ongewapende in 2015 burgers de straat opgingen om tegen de regering te demonstreren. Er vielen tientallen doden. De derde was woordvoerder van het Burundese leger geweest en had moorden en mishandelingen door het leger verzwegen of goedgepraat. Dat had allemaal niet in hun dossiers gestaan, zei de VN, geschrokken.
De drie zijn symptoom van een levensgroot probleem: de VN heeft de middelen niet om mensenrechtenschenders uit haar militaire gelederen te zeven. De organisatie stuurt 16 vredesoperaties met meer dan 100.000 manschappen aan en het overgrote deel daarvan komt uit de minst ontwikkelde en lang niet altijd de leukste VN-lidstaten. Het wemelt in VN-missies van soldaten uit legers die thuis dienen om dictaturen in het zadel te houden. Het ene moment beschieten ze de vaderlandse oppositie, het volgende lopen ze met blauwe helmen op de mensenrechten te beschermen in missies die MINURSO, MINUSTHA, of MINUSCA heten.
Niet eens zo lang geleden werd Burundi een aanvaardbare VN-partner geacht. Tot de president zich in 2015 voor de derde keer kandidaat stelde en demonstranten de straten opstroomden. Militairen reageerden als dolle honden, schoten dozijnen ongewapende burgers dood en smeten er honderden in de gevangenis. Eén van de Burundezen die korte tijd daarna met een blauwe helm op in CAR werd ontdekt, voerde de troepen aan die destijds een ziekenhuis bestormden om gewonden het hoekje om te helpen.
Na onderzoek suggereerde de mensenrechtenorganisatie van de VN in september 2016 dat de VN beter geen gebruik meer maakt van de diensten van Burundese militairen. Daar kon de VN-afdeling voor vredesoperaties niet in meegaan: ze hebben toch al de grootste moeite om landen te vinden die bereid zijn militairen te leveren voor vredeshandhaving in verre, smerige burgeroorlogen, zoals in de CAR. Rijkere landen zijn selectief in wat ze bereid zijn te doen in dienst van de VN. Arme landen niet. De Burundezen laten zich stationeren op de gevaarlijkste plekken – in de CAR in de bush, als buffer tussen bloeddorstige rebellen en de hoofdstad. ‘We kunnen het ons niet veroorloven om de Burundezen te verliezen’, gaf een VN-woordvoerder in New York toe.
In de hoop mensenrechtengroepen toch een beetje tevreden te stellen beloofde de VN om straks het contract van 280 Burundese politiefunctionarissen in de CAR dan maar niet te verlengen. De ruim 800 Burundese militairen moeten koste wat kost in de CAR blijven.
Burundezen zijn niet de enigen die ik liever niet in vredesmissies zie. Congo, D.R. Congo, Egypte, Ethiopië, Birma; het is een kleine greep uit (verdekte) militaire dictaturen die nu eens de eigen bevolking terroriseren en dan weer op vredesmissie gaan. Congo bijvoorbeeld stuurde 850 vredessoldaten naar de CAR. Ze trokken plunderend en verkrachtend door het eigen vaderland en werden in de CAR 21 keer aangeklaagd wegens seksueel geweld. Onder druk stelde de VN de Congolese regering voor om haar troepen uit de CAR terug te trekken. In andere VN-missies lopen er nog steeds honderden rond.
Nog een probleem waar de VN geen antwoord op heeft: voor arme dictaturen is het uitzenden van VN-soldaten een lucratieve business. Thuis kosten soldaten geld, als blauwhelmen brengen ze geld op: 1200 dollar per soldaat per maand. Sommige landen hebben vele duizenden militairen in VN-missies rondlopen. We weten dat de drie Burundezen thuis maandelijks 40-50 dollar verdienden en in VN-dienst 140-150 dollar. De rest van de VN-toelage stak de regering in eigen zak.