Het Arctische ijs smelt in rap tempo. Dit heeft tot gevolg dat er nieuwe, snellere en goedkopere vaarwegen en olie- en gasvoorraden beschikbaar komen. Onduidelijkheid over wie het recht op deze delfstoffen toekomt, in dispuut zijnde maritieme grenzen en verschil van mening over de juridische aard van de noordoostelijke- en noordwestelijke vaarweg maken een bespreking van de politiek-strategische implicaties van de ontsluiting van de Noordelijke IJszee noodzakelijk. Daar komt bij dat de Verenigde Staten, Rusland en China door globalisering en verschuivende machtsverhoudingen dichter op elkaar zullen komen te zitten in termen van economische en strategische communicatie, wat zowel mogelijkheden voor coöperatie als conflict met zich meebrengt. Dit artikel onderzoekt de veranderende geopolitieke situatie in het Arctisch gebied, mede in het licht van de crisis in Oekraïne.
Mr. F.M.S. Stevens*
Het Arctische ijs is de laatste decennia drastisch in omvang verminderd. Een rapport van de Verenigde Naties over klimaatverandering stelt dat vóór 2050 de Noordelijke IJszee waarschijnlijk ‘vrijwel ijsvrij’ zal zijn in september; de warmste maand van het jaar.[1] En dit is dan nog de meest conservatieve prognose. De voorspellingen ten aanzien van een ijsvrije zomer variëren van 2030 tot 2050.[2] De hieruit voortvloeiende belangen in de Noordelijke IJszee zijn aanzienlijk. Allereerst komen er nieuwe, snellere en goedkopere vaarwegen beschikbaar die de Atlantische Oceaan met de Grote Oceaan verbinden. Het betreft een tweetal routes: de Noordoostelijke doorvaart (NOD, als alternatief voor de route via het Suez-kanaal), van Noordwest-Europa langs Scandinavië en Siberisch Rusland naar Noordoost-Azië; en de Noordwestelijke doorvaart, (NWD, als alternatief voor de route via het Panamakanaal), van Amerikaans Alaska door de Canadese Arctische eilanden naar de Atlantische Oceaan.
Deze routes zijn niet alleen korter (de NOD tot wel 30 procent) en dus significant goedkoper, de voornaamste en thans meest begaanbare route, de NOD, omzeilt tevens de door piraterij geplaagde en dure Suez-route. Deze route gaat door de Golf van Aden, en de strategisch precaire Straat van Malakka. Het is de verwachting dat naarmate de route toegankelijker wordt, het economisch verkeer zal toenemen. Ook met de visserij en de ontginning van delfstoffen zijn grote belangen gemoeid. De belangrijkste beschikbaar komende delfstoffen zijn olie en gas: het betreft respectievelijk 13 en 30 procent van ’s werelds nog niet ontdekte voorraden.[3] De economische levensvatbaarheid van deze delfstoffen hangt af van de marktprijs en de kostprijs van delving. Volgens voormalig CEO van de Italian Energy Company, Paolo Scaroni, is Arctische oliewinning rendabel bij een marktprijs van $90-100 per vat ruwe olie, aangezien het om niet eenvoudig te delven voorraden gaat.[4] Volgens het Internationale Energie Agentschap zal ondanks de hogere kostprijs toch een beweging richting deze categorie olie zijn, aangezien de goedkopere, eenvoudiger te ontginnen olie in toenemende mate uitgeput zal zijn.[5]
Conflicterende aanspraken
Het is echter lastig om eenduidig vast te stellen wie het recht op de delfstoffen toekomt. Hoewel het internationaalrechtelijke kader, het VN-Zeerechtverdrag, wordt onderschreven door alle Arctische staten (door de Verenigde Staten als enige beleidsmatig, niet verdragsrechtelijk), is de toepassing ervan op de Noordelijke IJszee, gezien de specifieke geografische omstandigheden, problematisch. Hoewel het helder is dat ieder land een Exclusive Economic Zone (EEZ) heeft van 200 zeemijl, gemeten vanaf de kust, is het niet duidelijk aan wie de reserves aan delfstoffen behoren die zich bevinden op het continentale plat buiten de EEZ’s. Dit betekent a contrario dat alles wat geen EEZ is mogelijk internationale wateren betreft, waar ontginning van delfstoffen een economisch recht is dat toebehoort aan elk land (de positie van China).[6]
BRON: Brookings Institution
Een andere benadering is die van Denemarken. In december 2014 heeft het land 900.000 vierkante kilometer van de Noordpool geclaimd op basis van onderzoek dat zou uitwijzen dat de zeebodem van dit gebied (het Lomonosov Rif) vastzit aan Groenland. Een claim die conflicteert met Ruslands claim en waarschijnlijk ook met die van Canada.[7] Deze onduidelijkheid over wat van wie is, heeft mogelijk veiligheidsimplicaties. Niet alleen zijn er conflicterende aanspraken, ook is er discussie over de maritieme grenzen tussen Canada en Denemarken, en Canada en de VS. Daarnaast is er verschil van mening of de NWD langs Canada, en de NOD langs Rusland, territoriale zee- of internationale wateren betreft.[8] Naast de mogelijkheid dat deze kuststaten hoge tarieven zullen heffen op de doorvaart, bestaat er de vrees dat een potentieel belangrijke vaarroute zou kunnen worden afgesloten. De VS, de Europese Unie en China hebben al aangegeven deze vaarwegen te beschouwen als internationale Straten, waar schepen het recht van doorvaart hebben;[9] een zienswijze die in de toekomst spanningen zou kunnen gaan opleveren met Canada en Rusland.
Coöperatie of conflict?
In een eeuw van globalisering heeft het smelten van de Noordpool als gevolg dat de VS, Rusland en China dichter op elkaar zullen komen te zitten in termen van economische en strategische communicatie. Dit brengt zowel mogelijkheden voor coöperatie als conflict met zich mee,[10] iets wat in de beleidsdocumenten van alle Arctische staten terugkomt. De thans gespannen verhoudingen en de dilemma’s over veiligheid in de Oost- en Zuid-Chinese zee laten zien dat wanneer de belangen in economisch-strategische zin groot zijn en geschillen onbeslecht blijven, de kansen op een militaire escalatie reëel zijn. Dat de liberaal-democratische NAVO-bondgenoten hun onderlinge geschillen vreedzaam zullen beslechten, staat buiten kijf. Het is dan ook de voorspelling dat ten aanzien van deze landen de vruchtbare Arctische coöperatie binnen multilaterale- en bilaterale verbanden zal worden gecontinueerd. Ten aanzien van China en Rusland ligt dit anders.[11]
VN-chef Ban Ki-Moon in het Arctisch gebied: De toepassing van het VN-Zeerechtverdrag op de Noordelijke Ijszee is problematisch gezien de specifieke geografische omstandigheden. Foto VN
China
China, met een economie dat voor een groot deel afhankelijk is van export en delfstoffen, heeft met zijn investeringen in wetenschap en Arctische hardware, en regionale aanwezigheid en samenwerkingsverbanden laten zien een serieuze speler te willen zijn in het Arctisch gebied.[12] Ook heeft China reeds aangegeven dat het een moreel-juridisch recht heeft op in ieder geval een deel van de zogeheten ‘donut hole’: het gebied gerekend vanaf de respectievelijke EEZ’s.
Los van het feit dat sommige Arctische staten ook economische rechten claimen ten aanzien van het continentale plat, kan alleen al de perceptie van een niet-Arctische grootmacht als China dat massaal inzet op de ontginning van Arctische delfstoffen spanningen opleveren met de Arctische staten en de gevestigde (westerse) orde. Een dergelijke unilaterale toe-eigening van delfstoffen in betwiste wateren zou tevens conflicteren met het Nederlandse streven naar een sterke internationale rechtsorde.[13]
Gezien de huidige geringe Chinese aanwezigheid lijkt het nog te voorbarig om harde conclusies te trekken of mitigerende maatregelen voor te stellen. Een gepaste conclusie lijkt dat China de boot niet wil missen en dat het zorgt voor een minimale regionale presentie in IJsland en Groenland van waaruit men in de toekomst in politiek-strategische zin kan opschalen.[14] Aangezien de grote containerschepen die voor China’s export van belang zijn niet door de NOD en NWD kunnen, zal vooral de positie van China ten opzichte van de Arctische delfstoffen in de gaten moeten worden gehouden. Ook zouden milieuverontreiniging of olielekken afkomstig van boorplatvormen of olietankers voor spanningen kunnen zorgen.
Russische ‘Rebalancing’
Indien de almaar toenemende spanningen tussen Oost en West over de crisis in Oekraïne in ogenschouw wordt genomen, evenals de aard van het regime[15] en het verleden van strategische competitie in de Noordelijke IJszee tussen de Sovjet-Unie en de VS,[16] kan Rusland daarentegen wel als potentiële opponent van de westerse Arctische staten worden gezien. En, gezien de Noord-Atlantische bondgenootschappelijke verplichting, dus ook als potentiële opponent van Nederland.
De Russische belangen in het Arctisch gebied zijn groot. Met zijn immense noordelijke kustlijn en bijbehorende EEZ heeft Rusland met 52 procent de grootste olie- en gas reserves van de Noordelijke IJszee. Uit cijfers blijkt dat Rusland de afgelopen jaren in toenemende mate afhankelijk is geworden van olie-inkomsten om zijn budget sluitend te maken (ten minste 50 procent van het federale budget wordt gedekt door olie- en gasinkomsten, maar waarschijnlijk ligt dit getal een stuk hoger),[17] iets wat ook terugkomt in de in 2009 gepresenteerde Russische Arctische strategie. Daarin stelt de Russische Veiligheidsraad dat de inkomsten uit de nieuwe Arctische delfstofvoorraden noodzakelijk zijn om de sociaal-economische problemen die het land ervaart te kunnen ondervangen.[18] Aangezien de eenvoudig en goedkoop te winnen olie voor een groot deel reeds gewonnen is, zou tegen 2020 het Russische Arctisch gebied de primaire bron van gas- en oliewinning moeten zijn geworden.[19] Naast olie- en gasopbrengsten beschouwt Moskou ook de NOD, de noordelijke route die het eerst beschikbaar komt, als zijnde van groot economisch- en strategisch belang.[20]
Om deze belangen te waarborgen zijn volgens de Russische Veiligheidsraad aanzienlijke investeringen in de Arctische strategische infrastructuur en capaciteiten noodzakelijk, iets wat president Poetin in 2013 bevestigde.[21] Het nieuw opgerichte Arctische Commando heeft als taak om Ruslands Arctische scheepvaartwegen, de visserij, olie- en gasvelden, en de nationale grenzen te beschermen.[22] Onder dit commando vallen een vliegdekschip, een kruiser, vijf torpedobootjagers, twee fregatten en zo’n twintig patrouilleschepen. De met ballistische raketten uitgeruste onderzeeboten zijn verplaatst naar de meest westelijke regio van Rusland nabij Noorwegen.[23] Zorgwekkend is ook de Russische aandacht voor lucht- en ruimtevaartverdediging en de inzet van early warning radars en elektronische oorlogsvoerings-eenheden in het Arctisch gebied.[24] Met het heropenen van en het investeren in oude Sovjet-havens en maar liefst zeven vliegvelden, gecombineerd met het versterken van de aanwezigheid van de Russische marine in het gebied,[25] kan dan ook met recht gesproken worden van een Russische militaire rebalancing richting de Noordelijke IJszee.
Een Amerikaans tegenwicht?
Een tegenwicht tegen de toenemende aanwezigheid van Rusland in het Hoge Noorden zou kunnen worden geboden door die andere grootmacht in het gebied: de Verenigde Staten. Aan Amerikaanse ambities ten aanzien van de Noordelijke IJszee is in ieder geval geen gebrek. Beleidsdocumenten spreken van raketverdediging en early warning, het vergroten van de domain awareness, de inzet van zee- en luchtsystemen ten behoeve van strategic sealift mogelijkheden, strategische afschrikking en maritieme presentie en veiligheidsoperaties in het gebied.[26] Daarnaast dienen de Amerikaanse belangen ‘in lijn met het internationaal recht’ – het Zeerechtverdrag zoals dat door de VS worden geïnterpreteerd – te worden bevorderd. In dit verband wordt nadruk gelegd op freedom of the seas, wat correspondeert met het internationaal gewoonterecht zoals gecodificeerd in artikel 87 lid 1 van het Zeerechtverdrag. Dit artikel houdt in dat internationale wateren vrij begaanbaar zijn voor een ieder. De Amerikaanse marine beoogt dit te bewerkstelligen door het fysiek op het water of in de lucht uitoefenen van deze rechten, middels het varen door Internationale Straten (lees: de NWD en NOD die Canada respectievelijk Rusland als binnenwateren beschouwen), innocent passage door territoriale zeeën, en het uitvoeren van operaties ‘op, over en onder’ (ten overvloede: ‘onder’ heeft betrekking op onder meer surveillance door onderzeeboten) de EEZ’s van Arctische staten.[27] Tegelijkertijd maakt de Arctische strategie van het Amerikaanse ministerie van Defensie, wanneer deze wordt gelezen in samenhang met het rapport over infrastructuur van het Pentagon uit mei 2012 en de Quadrennial Defense Review van 2014 duidelijk dat de Amerikanen de dreiging uit het Hoge Noorden als laag kwalificeren. Vooralsnog lijken de Amerikanen prioriteit te geven aan met name de heroriëntering op Azië. Een gebrek aan urgentie dat terug te vinden is in de (zeer beperkte) allocatie van middelen.[28]
Op dit moment beschikt de VS over slechts drie gebrekkige ijsbrekers (ter vergelijking: Rusland heeft er dertig). Amerikaanse en Canadese havens en infrastructuur in het Hoge Noorden ontbreken. Zonder concrete stappen om hierin te investeren loopt het Pentagon volgens het Government Accountability Office, een federaal toezichtsorgaan, het risico dat noodzakelijke capaciteit te laat komt.[29] Het ontwikkelen en bouwen van deze capaciteit neemt namelijk zeker een decennium in beslag. Men kan zich afvragen of de Amerikaanse ambities haalbaar dan wel beoogd zijn daadwerkelijk te worden gerealiseerd. Hoewel er in het geval van een militair conflict met onderzeeboten en luchtcapaciteiten asymmetrisch kan worden gereageerd,[30] is voor afschrikking en het afdwingen van de soevereiniteit en vrije doorvaart wel een bepaalde mate van ijsbestendige capaciteiten en regionale presentie vereist.
Toekomstscenario
Het is de voorspelling dat het Arctisch gebied met zijn delfstoffen en nieuwe vaarwegen binnen tien tot twintig jaar economisch ontsloten zal zijn en deel zal uitmaken van de wereldeconomie.[31] Met een toename van economische belangen en activiteit in het Arctisch gebied zal er tevens meer militaire activiteit plaatsvinden ter bescherming van deze economische belangen. Hiervoor werd duidelijk dat er op dit gebied een aanmerkelijke discrepantie bestaat tussen de regionale commitment van de VS (alsook van de andere Arctische NAVO- staten) en Rusland, dat als enige land de daad bij het woord voegt en (in Ruslands geval: massaal) investeert in Arctische strategische infrastructuur en capaciteiten. De beleidsdocumenten van de Arctische NAVO-staten stellen dat door zaken als onderlinge (technologische) afhankelijkheid en de barre omstandigheden regionale samenwerking voor de hand ligt. Ten aanzien van de spanningen omtrent Oekraïne wordt in westerse diplomatieke kringen vooral benadrukt dat moet worden getracht de Noordelijke IJszee te ‘isoleren’ van het conflict met Rusland. Een militarisering van het Arctisch gebied moet worden voorkomen.
Poetin in het nauw
Sinds het conflict in Oekraïne begin 2014 begon zijn de verhoudingen tussen Oost en West drastisch veranderd, iets wat inmiddels ook zijn weerslag heeft op de Noordelijke IJszee. In maart waren er grootschalige militaire oefeningen in het Arctisch gebied, volgens de Russische minister van Defensie om voorbereid te zijn op ‘nieuwe uitdagingen en dreigingen’.[32] Het was duidelijk dat hij hiermee doelde op het Westen en de NAVO. Ook is aangekondigd dat Russische strategische nucleaire bommenwerpers weer regelmatig boven de Noordelijke IJszee zullen gaan vliegen.[33]
Voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen in het Arctisch gebied is Ruslands economie van belang. Door toedoen van de lage olieprijs en westerse sancties, opgelegd naar aanleiding van Ruslands betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne, zijn Ruslands economische vooruitzichten fors naar beneden bijgesteld. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht een krimp van de Russische economie met drie procent in 2015.[34] Deels hebben de economische sancties betrekking op Ruslands energiesector. Westerse oliebedrijven zoals Exxon Mobile, BP en Shell mogen niet langer diensten, materiaal en technologie aan Russische oliebedrijven ter beschikking stellen die noodzakelijk is voor Arctische (diepzee-) boringen. Het economisch welvaren van Rusland is in grote mate afhankelijk van het aanboren van de nieuwe Arctische bronnen. Dat brengt met zich mee dat deze sancties, mochten deze op lange termijn in stand blijven, consequenties zullen hebben voor het toekomstige Russische budget en de economie. Daarnaast is de olieprijs sinds juli 2014 gehalveerd. Het Internationale Energie Agentschap voorspelt dat de olieprijs zal herstellen van de daling van de prijs onder de $50, maar dat de prijs zal stabiliseren op een prijsniveau dat ‘substantieel lager’ is dan de hoge olieprijzen van de afgelopen drie jaar.[35] Mocht deze voorspelling bewaarheid worden, dan heeft dit evident gevolgen voor de rendabiliteit van de ontginning van Russische olie.
Door de algemene zwakte van het Russische economische model[36] en Ruslands grote afhankelijkheid van olie-inkomsten om het land draaiende te houden, zal de druk op president Poetin toenemen. Wanneer de Russische economie dramatisch verslechtert, zal hij in het nauw komen te zitten. Poetin zal de verslechterde economie wijten aan het Westen (wat hij nu al doet), en reageren met het enige legitimerende middel dat hem nog rest: nationalisme en toenemende militaire assertiviteit. Met een Noordelijke IJszee die in toenemende mate geïntegreerd raakt met de wereld, zouden de huidige Oost-West spanningen omtrent Oekraïne heel wel kunnen uitbreiden naar het Arctisch gebied.[37] Dit zou kunnen resulteren in een Noordelijke IJszee die doet denken aan de Koude Oorlog-tijden van weleer. Punten van confrontatie zouden kunnen liggen in een beperking van de doorvaart door de NOD (mocht deze route economisch rendabel zijn geworden) en een toename in inlichtingenactiviteiten, onderzeeboten en vluchten van de Russische luchtmacht nabij NAVO-grondgebied.
Ook met visserij en de ontginning van delfstoffen zijn grote belangen gemoeid. De belangrijkste delfstoffen die in het Arctisch gebied beschikbaar komen zijn olie en gas. Foto VN
Conclusie
Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat de coöperatieve benadering vervat in de Arctische strategieën van de NAVO-landen is ingehaald door een nieuwe realiteit. De Noordelijke IJszee kan niet langer worden ‘geïsoleerd’ van het conflict dat het Westen met Rusland heeft over Oekraïne. Zonder een beleidswijziging van de vooralsnog afwachtende Amerikanen zal Rusland in toenemende mate een dominante positie weten te verwerven in het Arctisch gebied, in economische én militaire zin. In het huidige klimaat van grote spanningen tussen Oost en West zou dit, met de onzekerheden die bestaan over de juridische status van de vaarwegen en de delfstoffen in de Noordelijke IJszee, zorgelijke implicaties kunnen hebben voor de vrede en stabiliteit en de rechtsorde in de regio. Het lijkt daarom verstandig in NAVO-verband meer nadruk te leggen op het Arctisch gebied. Vanuit Europees perspectief moet hierbij, gezien de geografische ligging en de Arctische infrastructuur die deze landen bezitten, vooral naar Noorwegen en Groenland (Denemarken) worden gekeken.
*Friso Stevens studeerde rechten en internationale veiligheidsstudies aan de Vrije Universiteit en is als onderzoeksstagiair verbonden geweest aan Z.M. Ambassade in Washington, D.C.
[1] United Nations Intergovernmental Panel on Climate Change (2013). ‘Climate Change 2013. The Physical Science Basis. Summary for Policymakers’, 25. Voor eerdere artikelen over dit onderwerp zie ook: A.T. Vermeij, ‘ Wat heeft de NAVO te zoeken op de Noordpool?’, Militaire Spectator 182 (2013) (10) 445 e.v.; P. Teeuw, ‘Een koude crisis? De strijd om de Noordpool’, Militaire Spectator 181 (2012) (12) 160 e.v.
[2] Adviesraad Internationale Vraagstukken (september 2014), ‘De toekomst van de Arctische regio. Samenwerking of confrontatie?’, 9.
[3] C. Ebinger, J.P. Banks en A. Schackmann (2014). ‘Offshore Oil and Gas Governance in the Arctic. A Leadership Role for the U.S.’, Brookings Institution, p. 6.
[4] S.G. Borgerson e.a. (2014). ‘The Emerging Arctic’, Council on Foreign Relations.
[5] Zie International Energy Agency (2014). ‘FAQs: Oil’, onder ‘peak oil argument’. Zie ook Ernst & Young (2013). ‘Arctic Oil and Gas’, p. 3, dat stelt dat toekomstige olieprijzen gunstig zullen zijn voor ontginning van Arctische olie.
[6] S.G. Borgerson, ‘Arctic Meltdown. The Economic and Security Implications of Global Warming’, in: Foreign Affairs 87 (2008) (2) 72.
[7]‘The Arctic. Frozen Conflict’, in The Economist (20 december 2014).
[8] Adviesraad Internationale Vraagstukken, zie noot 2, 54.
[9] D. Francis (2013). ‘U.S. and Canada Should Become Partners in the Arctic’, Huffington Post.
[10] R.D. Kaplan, The Revenge of Geography. What the Map Tells Us About Conflicts and the Battle Against Fate. (New York, Random House, 2012) 101-102.
[11] Volgens de data van het Polity IV Project is China, met een score van -7, één van de meest autoritaire regimes ter wereld. Rusland is in 2014 gedaald van een 6 naar een 4, wat het een ‘anocratie’ maakt: een hybride variant waarin de staat democratische en autocratische elementen heeft. Volgens de Democratic Peace Theory bestaat er hierdoor bij de westerse liberale democratieën wantrouwen jegens Rusland en China, waardoor frictie waarschijnlijker is. Zie: M. Doyle, ‘Kant, Liberal legacies, and Foreign Affairs’, in: Philosophy and Public Affairs, 12 (1983) (3) 205-235.
[12] H.A. Conley (2012). ‘A New Security Architecture. An American Perspective’, Center for Strategic and International Studies, 40.
[13] Zie: Ministerie van Buitenlandse Zaken (2012). ‘Nederland en de Poolgebieden 2011-2015’, 17-18 en Ministerie van Buitenlandse Zaken (2013). ‘Internationale Veiligheidsstrategie’, 9-10.
[14] D.C. Wright (2011). ‘The Dragon Eyes the Top of the World’, U.S. Naval War College, 35, 38.
[15] Zie Polity IV Project en Doyle, zie noot 11.
[16] Adviesraad Internationale Vraagstukken, zie noot 2, 10-11.
[17] L. Aron ‘The Political Economy of Russian Oil and Gas’, American Enterprise Institute (2013) 4.
[18] M. de Haas. ‘Russia’s Arctic strategy – challenge to Western energy security’, Clingendael Institute (2009).
[19] Aron, zie noot 16, Z. Katarzyna. ‘Russia’s Arctic Strategy: Ambitions and Constraints’, Geopolitics of the High North (2010).
[20] De Haas, zie noot 17.
[21] L. Harding, ‘Russia to boost military presence in Arctic as Canada plots North Pole claim’, The Gardian (10 december 2013).
[22] Z. Keck, ‘Russia to Establish Arctic Military Command’, The Diplomat (21 februari 2014).
[23] Adviesraad Internationale Vraagstukken, zie noot 2, 49.
[24] Keck, zie noot 22.
[25] Borgerson, zie noot 4.
[26] United States Department of Defense. ‘Arctic Strategy’ (2013) 3, 8.
[27] The White House. ‘Implementation Plan for The National Strategy for the Arctic Region’ (2014) 8-10.
[28] Zie in dit verband H.A. Conley, ‘Washington’s Arctic “To Do” List’, Center for Strategic and International Studies (2014).
[29] Dit bracht het GAO reeds in 2012 naar voren. United States Government Accountability Office (januari 2012). ‘Arctic Capabilities. DOD Addressed Many Specified Reporting Elements in Its 2011Arctic Report but Should Take Steps to Meet Near- and Long-term Needs’, voorblad.
[30] United States Department of the Navy, ‘U.S. Navy Arctic Roadmap 2014-2030’ (2014) 15-18.
[31] Ebinger, Banks, Schackmann, zie noot 3, 12.
[32] Aan de oefening deden volgens de Russische minister van Defensie 38.000 militairen, meer dan 50 oppervlakteschepen en onderzeeboten en 110 vliegtuigen mee, Associated Press (16 maart 2015), ‘Russia Launches Massive Arctic Military Drills’, New York Times.
[33] Associated Press (12 november 2014). Russia’s long-range bombers to conduct regular patrol over Arctic Ocean, Carribean, and Gulf of Mexico.
[34] J. Farchy, ‘Russia downgraded to ‘junk’ by S&P’, Financial Times (26 januari 2015).
[35] The Associated Press ‘Global Agency Sees Oil Price Recovery but No Return to Highs’, The New York Times (9 februari 2015).
[36] World Bank, ‘Russian Economic Report 31: Confidence Crisis Exposes Economic Weakness’, World Bank (26 maart 2014). ‘Russia Economic Report 32: Policy Uncertainty Clouds Medium-Term Prospects (24 september 2014).
[37] Robert Huebert in D.C. Robertson (24 maart 2014). ‘Far North turf war: Who really rules the Arctic?’, Metro News.