Welke koers de EU ging varen wisten we toen de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, bekendmaakte dat de EU zich voornam om de ‘European way of life’ nog beter te beschermen tegen migranten. Dat was in juli 2019. Sinds die dag hebben we de Europese grensbewakingsorganisatie Frontex zien transformeren tot een lean and mean deportatiemachine. Frontex moet voortaan 50.000 migranten en afgewezen asielzoekers per jaar Europa gaan uitzetten. Over dat aantal deden ze pré-Ursula von der Leyen tien jaar.

Volgens de EU is migratie vooral een veiligheidsprobleem. Mensen die naar Europa komen omdat ze vluchten voor oorlog, onderdrukking of armoede worden in de eerste plaats gezien en behandeld als een gevaar voor de Europese veiligheid, onze normen en waarden en – sinds corona – voor de Europese volksgezondheid. De EU is al jaren niet af te brengen van het idee dat we met deportatie en het militariseren van grensbewaking het gevaar moeten bestrijden.

De Europese militaire en veiligheidsindustrie heeft hard gewerkt om dit discours ingang in Brussel te doen krijgen. Wapenfabrikanten smeedden een innige band met Europese beleidsmakers. Ze maken deel uit van de officiële Europese adviesorganen en verkeren in voortdurend overleg met de Europese Commissie en met Frontex. Hun voorstellen worden soms letterlijk overgenomen in EU-beleid en ze kookten vanaf 2015 ook de forse uitbreiding van Frontex voor: de grensbewakers krijgen er duizenden dag en nacht in te zetten Europese militairen en grensbewakers bij en bevoegdheden om eigen satellieten, sensoren, drones, schepen en voertuigen aan te schaffen.

Net als (bijna) alle andere EU-lidstaten doet Nederland mee aan Frontex-grensoperaties. Marechaussee, de nationale politie en Nederlandse patrouillevoertuigen en kustwachtvliegtuigen gingen al op patrouille. In maart dit jaar trad Nederland nog aan bij de Griekse grens met Turkije. De Turkse president Erdogan dreigde de slagbomen voor vluchtelingen omhoog te klappen; 35.000 Syriërs en Afghanen verzamelden zich ervoor. Griekse kogels en rookbommen en Frontex-personeel uit heel Europa hielden de ‘vluchtelingeninvasie’ tegen. Onder de vluchtelingen vielen ten minste drie doden.

Frontex ligt onder vuur van mensenrechtenorganisaties. Onder de ogen van Frontex-manschappen zouden migranten en vluchtelingen bij de Kroatische grens in elkaar worden getimmerd en in Griekenland worden in het bijzijn van Frontex elk jaar honderden, misschien duizenden mensen zonder de kans te hebben gekregen asiel aan te vragen over de grens gezet, vaak met gebruik van geweld en beroofd van hun bezittingen. En Frontex assisteert bij het onderscheppen en terugzenden van vluchtelingen uit Libië.

Intussen dijdt het mandaat van Frontex steeds verder uit, van controle van Europa’s buitengrenzen naar controle op migratiebewegingen tussen EU-lidstaten. Meer mensen worden gearresteerd, gedetineerd en uitgezet voordat ze asiel kunnen aanvragen. Maar terwijl Frontex steeds meer mag, staat het geen externe controle toe: Frontex controleert zélf of het de Europese mensenrechtenwetten respecteert. Uit die interne onderzoeken blijkt dat Frontex puik werk levert, omdat er geen bewijzen zijn dat Frontex dat niét doet.

Op tv zien we met eigen ogen beelden van vluchtelingen die door Griekse autoriteiten op onbestuurbare rubbervlotten retour naar Turkije worden geduwd zonder een asielaanvraag te hebben kunnen doen. Dat druist in tegen Europese mensenrechten, maar Frontex ziet geen kwaad en hoort geen kwaad en de EU-lidstaten spreken er geen kwaad van, ook al weet iedereen dat het Europese mensenrechtenbeleid steeds verder ontspoort.

Over de auteur(s)

Linda Polman

Linda Polman is schrijfster en onderzoeksjournalist.