De diepgaande samenwerking tussen Duitse en Nederlandse landstrijdkrachten is vrij bekend. Maar ook op andere gebieden werken de twee landen al geruime tijd samen. Op de luchtmachtbasis in Ramstein, Duitsland is het Nederlands-Duitse Competence Centre Surface Based Air and Missile Defence (CC SABMD) gevestigd. Dit kenniscentrum onderzoekt en operationaliseert grondgebonden luchtverdediging. Hoe werkt dit bilaterale onderdeel, en welke rol neemt het in binnen de NAVO? Directeur kolonel Jan Blom ging in gesprek met de Militaire Spectator. ‘Ons Competence Centre levert belangrijke planningscapaciteit aan het Allied Air Command van het bondgenootschap.’

Op het enorme terrein van de Luitenant-generaal Bestkazerne op de Peel is de luchtverdedigingsoefening Joint Project Optic Windmill (JPOW) aan de gang. Dit is de grootste in haar soort in Europa en past goed bij de multi-domeinoperaties waar moderne krijgsmachten zich op richten. Kolonel Jan Blom, die zijn carrière begon in de luchtverdediging en vervolgens een aantal andere functies vervulde zoals directeur van het Instituut Defensie Leergangen en commandant van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando, mag in zijn laatste plaatsing zijn brede kennis van zijn oorspronkelijke vakgebied breed uitdragen. Blom treedt voor JPOW op als waarnemend hoofd van de oefening. In een van de tenten op het oefenterrein vertelt hij uitgebreid over het Competence Centre Surface Based Air and Missile Defence waar hij tot mei dit jaar de leiding over heeft. ‘Tijdens en na de Golfoorlog (1991) bleek het lastig te zijn om de Patriot-systemen van de VS, Duitsland en Nederland met elkaar te verbinden. Deze landen waren op dat moment de enige gebruikers van dit type luchtafweer. Uit die ervaring ontstond in 1999 de Extended Air Defence Task Force, die vooral gericht was op het verbeteren van de interoperabiliteit tussen de Patriot-eenheden van de drie landen.’

Een Nederlandse Patriot-installatie in Slowakije. Sinds de Oekraïnecrisis staat luchtverdediging weer volop op de radar van NAVO-bondgenoten en partnerlanden. Foto MCD, Phil Nijhuis

Vanaf 2008 gingen Nederland en Duitsland samen verder, toen de VS zich terugtrok uit de task force. Reden hiervoor was de oprichting van een Amerikaanse brigade voor raket- en luchtverdediging, waarvoor de VS personeel (noodgedwongen) aan de task force onttrok. In 2014 werd de task force hernoemd en omgevormd naar het huidige CC SBAMD. ‘Interoperabiliteit is nog steeds een speerpunt, maar het is niet de enige focus van het Competence Centre’, legt Blom uit. ‘Het CC heeft als doel eersteklas expertise en operationele en trainingscapaciteiten te leveren voor het bevorderen van geïntegreerde luchtverdediging. Dit doen wij voor de sponsoring nations (Nederland en Duitsland), NAVO-hoofdkwartieren, en bondgenoten en partnerlanden.’

Het Competence Centre bestaat uit ongeveer twintig functies en is opgebouwd uit vier secties: Policy&Doctrine, Capabilities&Interoperability, Education, Training, Exercises&Evaluation (ETE&E) en Integrated Test&Battle Lab. ‘Vooral aan ETE&E is de laatste jaren veel behoefte’, zegt Blom. ‘Het aantal gebruikers van luchtverdedigingssystemen is toegenomen als gevolg van de Russische annexatie van de Krim in 2014. Landen als Zweden, Roemenië en Polen zijn meer gaan investeren in onder andere Patriots. Binnen de NAVO en partnerlanden is door het herontdekte belang van luchtverdediging veel behoefte aan kennis en training. Het Competence Centre voorziet daarin.’

De luxe van flexibiliteit

De NAVO heeft diverse kenniscentra (Centres of Excellence). Wat is het voordeel dat het CC SBAMD bilateraal georganiseerd is? Blom: ‘We kunnen zeer flexibel zijn, en dat is handig als we moeten schakelen naar de nationale opdrachten die we ook geregeld krijgen. Duitsland vroeg bijvoorbeeld onlangs om onderzoek naar hypersone wapens. Omdat het Competence Centre niet gebonden is aan de NAVO als geheel kunnen onze medewerkers zich snel richten op zo’n specifieke vraag van een van de “eigenaren”.’

Het NAVO-Centre of Excellence (COE) voor Integrated Air and Missile Defence (IAMD) bevindt zich op Kreta en houdt zich deels bezig met dezelfde onderwerpen als het CC SBAMD. De Supreme Allied Commander Transformation (SACT) houdt toezicht op de stand en ontwikkeling van capaciteiten van NAVO-krijgsmachten. ‘SACT wil overlap tussen de twee centra voorkomen. Onder coördinatie van het Joint Air Power Competence Centre (JAPCC) van de NAVO zijn daarom de taken en werkvelden verdeeld. Counter-UAS (Unmanned Aerial Systems) is bijvoorbeeld een taak voor het NAVO-COE, terwijl wij bijdragen aan planningscapaciteiten voor het bondgenootschap’, zegt Blom over de verhoudingen. ‘Voor Nederland en Duitsland is het een bewuste keuze geweest om het Competence Centre bilateraal te houden, omdat met het openstellen van zo’n organisatie voor de hele NAVO de eigen flexibiliteit en handelingssnelheid in het geding kunnen komen.’ Blom ziet het als een goede beslissing om het CC SBAMD bilateraal te houden: ‘We zitten op een perfecte plek binnen AIRCOM, met toegang tot alle systemen, kennis en data die het bondgenootschap kan bieden. Maar omdat we binationaal zijn en geen deel van de NAVO kunnen we heel snel prioriteiten verleggen als dat beter uitkomt.’

Kolonel Jan Blom is directeur van het CC SBAMD en heeft een leidende rol tijdens de grote luchtverdedigingsoefening Joint Project Optic Windmill (JPOW). Nederland doet mee aan deze oefening op de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel. Foto Militaire Spectator

Wisselwerking met Allied Air Command

Het CC SBAMD opereert tussen het tactische en operationele niveau. ‘Met onze expertise kunnen wij bijvoorbeeld het Allied Air Command (AIRCOM) van de NAVO ondersteunen’, legt Blom uit. ‘We geven geen tactische opleiding of training, maar juist cursussen die het bredere kader aanstippen, waar AIRCOM en het Joint Force Command zich mee bezighouden. We zijn een schakel tussen tactische eenheden en de hogere niveaus.’ Ook op een andere manier vormt het Competence Centre een schakel: ‘momenteel vernieuwt AIRCOM de Regional Plans van het bondgenootschap. Wij werken mee aan dat proces, en doen daardoor veel kennis op. De sponsoring nations kunnen die kennis vervolgens voor zichzelf gebruiken, omdat Nederland en Duitsland ook hun eigen luchtverdediging opnieuw moeten inrichten. Het “Integrated”-deel van IAMD is daarbij nu echt een speerpunt’, aldus Blom.

Omgekeerd profiteert AIRCOM van de expertise van het Competence Centre. Zo verzorgt het CC op Ramstein cursussen over Operational Planning voor AIRCOM-personeel dat werkt aan IAMD. ‘Wij geven les aan nieuwkomers op het gebied van luchtverdediging, bijvoorbeeld over Shared Early Warning. Het CC vormt zo nodig ook een alternatieve trainingslocatie voor en vervult diensten in de Ballistic Missile Defence Operations Cell (BMDOC). Dat is naast Air Policing de tweede 24/7-NAVO-missie’, zegt Blom.

Verder is het voor Duitsland en Nederland een groot voordeel dat ze door de samenwerking tussen hun Competence Centre en AIRCOM dicht op de ontwikkelingen zitten. ‘AIRCOM is bij alle Regional Plans betrokken. Nieuwe ontwikkelingen die daar uitkomen zijn al bekend bij ons voordat ze officieel kenbaar worden gemaakt aan de NAVO-landen,’ legt Blom uit. ‘Nederland en Duitsland kunnen door onze betrokkenheid dus sneller inspelen op nieuwe plannen en daar ook naar handelen.’

Jaarlijks komen AIRCOM en het CC SBAMD een Operational Cooperation Plan overeen. Dat beschrijft vrij nauwkeurig wat het Competence Centre het daaropvolgende jaar gaat leveren aan het hoofdkwartier van de NAVO-luchtstrijdkrachten. ‘Vooral de oorlog in Oekraïne gaf hieraan weer een impuls. Al vanaf december 2021 hebben wij veel taken uitgevoerd voor AIRCOM, zoals planningen maken, teams inrichten voor 24-uursondersteuning, en “critical assets lists” opstellen’, vertelt Blom.

Voor de toekomst van het CC SBAMD kan de link met AIRCOM nog wat worden versterkt, denkt Blom: ‘De huidige jaarplannen die we hebben met AIRCOM kunnen worden uitgebreid naar een langere termijn. Daarnaast kan formeel worden vastgelegd wat informeel al gebeurt, namelijk dat wij de planningscapaciteit leveren aan het hoofdkwartier als de situatie daarom vraagt. Zulke stappen verankeren het CC SBAMD steviger binnen het bondgenootschap.’

Kijkend naar de lopende oefening op het terrein, JPOW, ziet Blom ook mogelijke verbeteringen voor de continuïteit. ‘Wij draaien de JPOW-oefening, het zou goed zijn als daar een kleine staande organisatie voor bestaat. Al zou het gaan om slechts twee personen in zowel de Duitse als Nederlandse staf. Die vormen dan de kern van de JPOW-organisatie. Daarnaast is het noodzakelijk rollen en taken in de voorbereiding en uitvoering van JPOW te koppelen aan functies (opnemen in functiebeschrijvingen). Dit alles komt in hoge mate de continuïteit en output van JPOW ten goede. Het is zonde dat we voor JPOW, de grootste Europese luchtverdedigingsoefening in haar soort waarbij alle domeinen en beslissingsniveaus zijn betrokken, steeds opnieuw moeten zeuren om menskracht.’

‘Producten’ van het Competence Centre

Zoals gezegd draagt het Competence Centre bij aan concepten en doctrinevorming binnen AIRCOM. Zo levert de Policy&Doctrine-afdeling een bijdrage aan het conceptualiseren en reviewen van bestaande NAVO-documenten, tot en met strategische plannen aan toe. Een concreet voorbeeld is het stappenplan dat het CC SBAMD heeft opgezet. ‘Het gaat dan om het gefaseerd opbouwen van IAMD vanuit vredestijd, oplopend naar een crisissituatie’, vertelt Blom. Dit plan is in gang gezet als reactie op de oorlog in Oekraïne. ‘Iets soortgelijks bestond al wel voor de NAVO Ballistic Missile Defence (BMD)-missie, maar nog niet voor IAMD.’ Daarnaast houden de experts van Capabilities&Interoperability alle ontwikkelingen bij over lucht- en raketverdedigingscapaciteiten en werken zij mee aan de nieuwe Regional Plans.

Poolse militairen bij een grote NAVO-oefening met diverse luchtverdedigingsmiddelen. Het Competence Centre maakt onder andere inzichtelijk welke middelen er nodig zijn voor nationale en collectieve verdediging. Foto NAVO

De opleidingstak, ETE&E, verzorgt op maat gemaakte cursussen op locatie. Zo werden bijvoorbeeld NAVO-leden Polen en Roemenië verder op weg geholpen in het opereren met nieuwe lucht- en raketverdedigingscapaciteiten binnen het bondgenootschap. Dit geldt ook voor beoogd nieuw NAVO-lid Zweden, dat is geadviseerd over het inrichten van staven om zo soepel mogelijk te integreren in de NAVO-structuur. ‘Hoe moet je de opleidingsstructuur opzetten om volledig mee te draaien met de bondgenoten? Dat zijn concrete lessen die het Competence Centre kan aanbieden’, aldus Blom. Cursisten krijgen een week lang les volgens een op hun situatie toegesneden methode, op locatie. Een ander voorbeeld zijn op maat gesneden ‘awareness’-cursussen voor staven en voor onderzoeksinstituten, zoals TNO. Dit voor Defensie belangrijke kenniscentrum werkt ook mee aan het ‘Battle Lab’ van het Competence Centre, ‘waarmee we onder andere defence designs kunnen maken voor luchtverdediging, die we in datzelfde Battle Lab weer kunnen valideren’, vertelt Blom.

Wat betreft die defence designs is het opvallend wie er nog géén gebruik heeft gemaakt van de expertise van het CC SBAMD: de sponsoring nations. ‘Andere landen kloppen bij ons aan voor het maken van defence designs voor luchtverdediging, maar Nederland en Duitsland zelf, terwijl ze altijd voorop liepen op dit gebied, hebben dit nog niet gedaan’, verbaast Blom zich. ‘Duitsland schaft mogelijk nieuwe systemen aan, zoals de Israëlische Arrow-3 tegen ballistische raketten en ook systemen voor de korte en middellange afstand. Dat betekent nogal wat voor het inrichten van de luchtverdediging in je eigen land. Wij hebben de experts in huis om dit te doen, maar toch kwam Duitsland helaas nog niet bij ons’, zegt Blom.

In de beeldvorming zijn nog wat slagen te maken. ‘Wellicht overheerst het idee dat de NAVO zorgt voor IAMD, maar zo werkt het in de praktijk niet. Individuele lidstaten moeten daar zelf verantwoordelijkheid in nemen’, legt Blom uit. ‘Hier op het Competence Centre hebben we goed in beeld welke dreigingen er spelen, en welke capaciteiten nodig zijn als antwoord daarop. Om bij te dragen aan de collectieve verdediging van de NAVO, wat wel wordt verlangd, heb je weer andere middelen nodig. Dat zijn indringende keuzes die gemaakt moeten worden, en het CC kan daarbij helpen.’

Over de auteur(s)

Cdre (b.d.) Freek Groen

Cdre (b.d.) Freek Groen is lid van de redactie van de Militaire Spectator.

Maarten Katsman MA

Maarten Katsman is redacteur van de Militaire Spectator.